Brievenkatern
Hieronder vind je ingezonden brieven. Brieven onderscheiden zich van artikelen in dat ze korter zijn en over het algemeen minder diep op een onderwerp ingaan.
Het Communistisch Platform verschaft kameraden uit alle hoeken van de socialistische beweging de mogelijkheid van communisme.nu gebruik te maken om discussie te voeren. Tenzij anders vermeld zijn gepubliceerde artikelen en brieven daarom niet per se representatief voor de opvattingen van het Communistisch Platform.
Lezen is niet heilig
Inzender: Joshua Simonsen
Het Communistisch Platform is een organisatie met fantastische politieke doelen, laat dat voorop staan. Toch heeft CP mijns inziens helaas ook zo haar issues. In dit artikel hoop ik, een kritisch bewonderaar van het werk van CP, zo’n issue uiteen te zetten. Ik schrijf dit stuk direct op basis van mijn eigen ervaringen en wat ik zoal om mij heen gehoord heb gedurende het afgelopen jaar. Ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen: rondom CP – erbinnen, maar ook bij haar meest loyale sympathisanten eromheen – heerst een cultuur, waarbij iemand waardevoller geacht lijkt te worden als diegene meer boeken gelezen heeft. Heb je drie boeken van Lenin en het volledige verzamelde werk van Marx, Engels en Kautsky gelezen, dan word je als enthousiaste communist serieuzer genomen dan wanneer je diezelfde enthousiaste communist bent zónder diezelfde goodreads-collectie. Ik wil graag gelijk zeggen dat ik hier totaal niet probeer te claimen dat boeken lezen iets is voor nerds, of dat het waardeloos is om naar het verleden te kijken. Immers, zoals beschreven in het Communistisch Manifest zelf, “de geschiedenis van elke tot nog toe bestaande maatschappij is de geschiedenis van klassenstrijd’’. Het zou dwaas zijn als we deze geschiedenis zouden negeren of zouden weigeren hier lessen uit te trekken voor de klassenstrijd die we vandaag de dag nog altijd voeren. ‘Oké, je wil dus niet dat mensen boeken lezen, maar je wil ook de geschiedenis niet vergeten? Hoe moet dat dan, is er soms een gouden middenweg?’ Ja, die is er wat mij betreft zeker. Want hoewel CP-messias Mike MacNair ons natuurlijk heeft geleerd dat we in onze strijd geen compromissen moeten sluiten, denk ik dat dat in dit verhaal zeker kan. Hier kom ik over een paar alinea’s op terug – klik niet weg!
Leesdeceptie
Het is simpelweg een feit dat niet iedereen veertig communistische boeken gaat lezen in zijn leven – laat staan in korte tijd –, en ook geen twintig, en zelfs geen tien. Sorry voor deze leesdeceptie. Maar tegelijkertijd zijn er ook mensen die het ene obscure boek na het andere binnenhengelen en ze gemakkelijk verslinden. Grote verrassing: mensen zijn niet allemaal hetzelfde. Voor sommige mensen is het lezen van boeken nu eenmaal gemakkelijker dan voor anderen. De wetenschap snapt feitelijk nog vrij weinig van hoe onze hersenen werken (wist je dat niemand weet hoe narcose eigenlijk precies werkt?), laat staan ik – of jij als lezer, tenzij je een neurowetenschapper bent die op het punt staat een Nobelprijs te winnen. Wat we wél weten, is dat de werking van de breinen van al die miljarden mensen op planeet aarde gigantisch van elkaar verschilt. Leeftijd, cultuur, onze genetische bouwtekening en neurodivergentie: zomaar wat factoren die kunnen beïnvloeden hoe wij ons verhouden tot informatie die tot ons komt. Het is daarom totaal niet wereldvreemd om aan te nemen dat sommige mensen veel moeite hebben met lezen – niet uit desinteresse of luiheid – maar wel uit onwil, logischerwijs voortvloeiend uit onvermogen. Deze mensen dreigen echter geen plek te vinden in de arbeidersbeweging die het Communistisch Platform wenst te organiseren.Voorhoede
Wat er lijkt te ontstaan is een intellectuele voorhoede. Een groep goed ingelezen mensen die probeert de arbeidersklasse te organiseren. Tot zover klinkt dat misschien niet voor iedereen als een probleem, en toch is dit wat mij betreft een rampzalig vooruitzicht. Dit zorgt er namelijk voor dat er een vervreemding ontstaat: zij die niet of minder lezen, worden vervreemd van de ‘intellectuelen’, ofwel CP. En ik denk dat ik niets vreemds noteer als ik opschrijf dat het verdraaid lastig is om mensen te organiseren die zich niet verbonden voelen met je organisatie of in de toekomst de partij. Want hoewel onze klasse ons bindt, is samenwerken om de klassenbelangen te behartigen wel iets anders. En dit is niet iets wat ‘mogelijk wel zou kunnen gaan gebeuren, potentieel gezien dan’, maar iets wat al aan het gebeuren is. CP wordt door een groeiende hoeveelheid linkse kameraden als ronduit irritant beschouwd, omdat de focus op lezen ligt en zinnen als ‘dan moet je maar beter je best doen’ en ‘ze moeten gewoon Lenin gaan lezen’ helaas niet alleen ironisch gebezigd worden. Wat je daar ook van vindt, dit is een vervreemding van kameraden die exact dezelfde belangen hebben als jij en ik, namelijk een georganiseerde arbeidersklasse die het heft in eigen hand kan nemen.Tips – en tops!
Om naar goed basisschoolspreekbeurtgebruik naar een einde toe te werken, zal ik in deze alinea’s nog kort beschrijven wat ik vind dat er beter kan, maar zeker ook waar mijns inziens daarvoor de bouwstenen al liggen. Ik wil CP bijvoorbeeld absoluut oproepen om door te gaan met (laagdrempelige) scholingen. Dit is dé perfecte manier om mensen wijzer te maken. Leer ze – en mij – over Marx, wat er in zijn manifest staat, over de problemen van de Antifabeweging en over hoe Revolutionary Strategy in hoofdstuk 1 tot en met 3 piekt. Zo’n interactieve vorm, compleet met vragenrondje en discussiemoment, is simpelweg een veel aansprekendere leermethode. Zeg vooral niet tegen mensen: ‘hier heb je een dik boek van zo’n honderdtwintig jaar oud, lees het maar en als je vragen hebt hoor ik het wel!’. Let wel, om écht wat te doen aan het probleem zoals ik dat in dit artikel geschetst heb, is er ook een cultuurverandering nodig. Niet langer mensen oneindig aanmoedigen om boeken te lezen, want dit is simpelweg niet voor iedereen weggelegd. Wél met enthousiaste kameraden kijken hoe zij zo effectief mogelijk hun steentje kunnen bijdragen, en ze gaandeweg het een en ander bijbrengen. Ook mensen die niet weten hoe de oktoberrevolutie precies verliep zijn waardevolle kameraden.Afsluiting
Ik heb gepoogd mijn bevindingen in dit artikel uiteen te zetten, maar niks in dit stuk is natuurlijk onbetwistbare, absolute waarheid. Ik ben dan ook zeer benieuwd hoe anderen deze ingezonden brief interpreteren en hoop jullie reacties tegemoet te zien. Jullie weten me vast te vinden!Gepubliceerd op: 16 juli 2021
Communistisch Platform, Hef jezelf op
Inzender: Jurriaan Ferdi
Met deze ingestuurde brief wil Jurriaan Ferdi het Communistisch Platform enige wijsheid en advies meegeven. Gezien wij op onze website de ruimte bieden aan een verscheidenheid van meningen hebben wij deze brief gepubliceerd. Deze brief is een oproep aan kameraden van het communistisch platform. We hebben lang gevochten voor de interne partijdemocratie, echter vrees ik dat die strijd op verliezende hand is. Dit terwijl we in een zekere zin juist hebben gewonnen. Hoezo? Laten we teruggaan naar het begin van de situatie die nu is ontstaan. CP is ooit gestart als kritisch platform van communisten binnen de hoogste uiting van de arbeidsbeweging. Het beoogde doel is de partij waar ze in zitten om te vormen tot een communistische partij. Ook in de media is er vaak geconstateerd dat CP slechts een pressiegroep zou zijn. Het argument vanuit CP is veelal geweest dat daar geen ruimte voor is binnen de SP en je snel als andere partij wordt bestempeld. Sindsdien zijn er twee dingen gebeurd. Eén aanzienlijk deel van CP is geroyeerd vanwege dubbellidmaatschap, en een marxistische factie is nu officieel gedoogd (Marxistisch Forum). Het Marxistisch Forum, een discussieplatform die gezamenlijke moties en zelfs kandidatenlijsten indient, is ontstaan rond medio 2020. Dit zou niet heel anders zijn dan wat CP claimt te zijn. Origineel werden alle royementen dan ook verhaald op zowel Communistisch platform als Marxistisch forum. Echter, in de bezwarenprocedure is Marxistisch Forum expliciet eruit gehaald. Er staat in de uitspraak van de beroepscommissie expliciet dat dit een discussieforum is, en geen partij. Ondanks dat geroyeerde leden altijd nog welkom zijn bij het Marxistisch Forum en een geroyeerd lid zelfs in het uitvoerend comité zit. Het is in feite nu een gedoogde organisatieplek. Als er gezamenlijk moties worden geschreven, kandidatenlijsten worden opgesteld en afdelingsoverstijgend wordt gediscussieerd, kan men spreken van een factie. Verder is er wel aangehouden aan om CP een partij te bestempelen. En hoewel dat bevochten is, is er nergens een meerderheid gevonden voor dat punt. Zelfs niet op congressen. Er zijn weinig manieren om dat te bevechten. Alleen een sympathiek partijbestuur zou het kunnen oplossen, maar dat lijkt ver te zoeken. CP kan zo niet meer daadwerkelijk fungeren als pressiegroep binnen de partij. De oplossing lijkt simpel. Als het CP echt gaat om de strijd om de partij om te vormen, wordt CP ontbonden, sturen de geroyeerden nieuwe verzoeken tot lidmaatschap in en worden ze actief bij MF. Dat kan overigens op veel verschillende en creatieve manieren. Het royement was namelijk op zeer nauwe basis van het dubbellidmaatschap. Aangezien het verlaten van CP voor het dagelijks bestuur altijd is benadrukt als voorwaarde om terug te komen, zouden ze dat ook moeten accepteren. “een verloren zoon is nog steeds een zoon” is dan het uitgangspunt. Het zou ook betekenen dat er geen CP’rs meer in ROOD zitten en dus ook ROOD weer als volwaardig deel van de partij kan bestaan. Het resultaat is een meesterzet: de partij is gedwongen kritische elementen weer terug te laten, georganiseerd in een praktisch gedoogde factie, en geeft de leden van ROOD en daarbuiten hoop. Echter zijn er genoeg redenen om te verwachten dat dit niet gaat gebeuren. Maar de waarom-vraag kan dan niet serieus beantwoord worden. Het zou uiteindelijk neerkomen op dat CP een andere functie heeft dan haar doel om slechts een platform binnen een organisatie te zijn, wat dat ook moge zijn. Een onafhankelijke organisatie (misschien, partij?) voor communisten bijvoorbeeld. Dat verzwakt haar eigen punt ontzettend, zeker als dit zo is benaderd in de media en in de communicatie naar buiten. Zeker omdat er nu hoog spel wordt gespeeld. De hele kwestie met ROOD speelt puur om de lidmaatschappen van CP, een organisatie die duidelijk zijn eigen benoemde nut heeft verloren. Als deze lidmaatschappen worden opgegeven, is er gemeenschappelijke basis om het conflict op te lossen. Wat is er dan zo belangrijk aan dit Communistisch Platform? Dat betekent duidelijk dat de loyaliteit aan dat hoger is dan aan de SP of de strijd binnen de SP. Er zouden dan bij mij serieuze twijfels ontstaan over de oprechtheid van het CP en het nut om samen mee te vechten in de partijstrijd. Het bestaan van CP wordt nu constant gebruikt om de discussie over democratie dood te slaan (er is een groep buiten de partij actief om onze democratie te omzeilen) en het ontkoppelen van ROOD, wat verbonden is aan het bestaan van CP, zou verregaande consequenties hebben. Niettemin dat een heleboel kritische leden het als signaal zien dat de strijd niet te winnen is. Het is vechten met je handen achter je rug gebonden. De keuze is nu aan CP. Of zij kiezen de route waarin de partijstrijd mogelijk blijft en hetgeen dat stookt met hun publieke uitingen. Of ze hebben gebruik gemaakt van ROOD en gelieerde kritische leden om een eigen organisatie met een andere functie in leven te houden; ten nadele van elke poging om de partij te veranderen. Ik hoop dat het Communistisch Platform, en zeker de leden van het Communistisch Platform, de juiste keuze maken.
Gepubliceerd op: 29 mei 2021
Inzender: Nihat Akdamar
Een introductie Een betere wereld. Dat willen we allemaal. Maar hoe komen we daar? En wat houdt het precies in? Ik wil in deze brief focussen op die eerste vraag: hoe komen we daar? Linkse groepen verschillen namelijk toch maar marginaal over hoe een betere wereld eruit ziet. Hoe we er komen is een interessant vraagstuk. Net zoals ieder onderwerp, heeft iedereen hier een andere mening over. Maar nog belangrijker, dit is een onderwerp waar ook binnen links grote scheidingen zijn. Het grootste verschil is zit hier tussen een idealistische en een materialistische visie. Dit verschil heeft een uitleg nodig. Idealisten zijn degenen die politiek zien als een strijd tussen verschillende ideeën. Materialisten zijn degenen die politiek zien als een strijd tussen verschillende belangen. Vanuit een strategisch oogpunt hebben deze twee blikken op de wereld grote verschillen. Waar idealisten het vaak hebben over slachtoffers die geholpen moeten worden, hebben materialisten het vaak over onderdrukten die zichzelf moeten emanciperen. Dit is een oud mantra dat door verschillende socialistische, communistische en überhaupt linkse partijen wordt herhaald: “Wij moeten niet strijden voor de mensen, maar met de mensen.” of “Wij moeten mensen niet helpen, maar hen leren hoe zij zichzelf kunnen helpen.” Heel leuk en aardig, maar wat houdt dit precies in? In een aantal brieven wil ik bediscussiëren hoe ik dit voor me zie binnen een aantal thema’s. De klassenstrijd In deze eerste brief wil ik dan ook beginnen met een onderwerp dat door vele linkse mensen al zorgvuldig en zeer gedetailleerd is besproken: de klassenstrijd. Dit is een materialistische kijk op de verhoudingen binnen een maatschappij en hoe deze zich ontwikkelt. Met het woord “klasse” wordt hier gedoeld op een groep mensen met dezelfde verhouding tot de macht in die samenleving. In onze huidige kapitalistische samenleving houdt dat met name twee grote klassen in: de kapitalisten die de productiemiddelen (bedrijven, fabrieken, winkels, kroegen etc.) bezitten en de arbeiders die geen privaat bezit hebben en binnen die binnen die bedrijven werken. De kapitalisten hebben de macht. De productiemiddelen zijn hun eigendom, en de huidige rechtstaat zorgt ervoor dat zij daarom zeggenschap hebben over die productiemiddelen. De arbeiders zijn degenen die geen bezit hebben waar ze geld aan kunnen verdienen. Terwijl kapitalisten leven van het arbeid dat anderen verrichten, zijn arbeiders afhankelijk van het verkopen van hun arbeid of van liefdadigheid om te kunnen overleven. De arbeidersklasse heeft dus geen macht. In ieder geval, niet zolang zij er niets mee doen. Dit helpt dan ook het idealistische beeld: deze klasse is een groep die niet voor zichzelf op kan komen (in ieder geval niet in een betekenisvolle manier) en moet daarom geholpen worden. Hoe deze hulp ingevuld wordt, verschilt per instantie. Terwijl een kerk zich zal richten op donaties, vooral van haar rijkere leden, om de armeren te helpen, zal een sociaaldemocratische partij zich richten tot de staat. Zij zullen ofwel smeken, of het kleine beetje macht dat zij over de staat hebben, gebruiken om de leefomstandigheden van de arbeidersklasse te verbeteren. Dit soort handelingen zijn natuurlijk niet slecht. In een volkomen oneerlijke samenleving is het niks meer dan normaal om mensen die het slechter hebben dan jezelf, te willen helpen. Maar, ondanks dat een materialist dit soort handelingen niet zal verwerpen, is haar strategie volkomen anders. Een materialist zal zich vooral richten op het vergroten van de macht van de arbeidersklasse. Want hoewel deze klasse weinig macht heeft, heeft zij wel een groot potentieel. Zij heeft geen macht te verliezen, enkel concessies die toch al bij iedere economische crisis van haar worden afgepakt. En qua aantallen is zij het grootst. Iedereen die geen geld kan verdienen met haar bezit valt hieronder. De materialistische kijk is dat deze klasse kan prima voor haarzelf opkomen. Wat wij moeten doen, is haar macht helpen uitbreiden. Daarom zullen materialisten zich vooral mengen in de bestaande arbeidersbeweging. Het versterken van vakbonden, zodat arbeiders zelf op kunnen komen voor hun directe eisen, is een kernpunt. Daarnaast is het vergroten van de inspraak van de arbeidersklasse het principe. “Geef een man een vis, dan heeft hij die dag te eten. Leer een man te vissen en hij zal nooit meer honger leiden” is de mantra van iedere marxist. Een arbeidersklasse die op de werkvloer, in haar woning, in haar wijk, maar ook binnen haar staat zeggenschap heeft, kan voor haar eigen belangen opkomen en heeft geen liefdadigheid meer nodig. Zo'n arbeidersklasse is de motor voor verandering.
Gepubliceerd op: 22 april 2021
Socialisme en organisatie.
Inzender: Willem de Vroomen
Wat een socialistische organisatie moet doen is samenwerken met andere organisaties op welk gebied dan ook. Maar daarnaast, veel belangrijker, is het directe contact met de werkende mensen die wij willen organiseren om tot maatschappelijke verandering te komen. Want zonder organisatie van die mensen zal die maatschappelijke verandering er niet komen. Het gaat er om dat een socialistische organisatie haar socialistische standpunt kenbaar maakt over allerlei maatschappelijke gebeurtenissen. En dat standpunt vervolgens toetst aan de opvattingen van de mensen die men wil bereiken. Dat moet gebeuren binnen bestaande organisaties, maar vooral ook daar buiten, waar de grote meerderheid van de werkende mensen is te vinden. Buiten het kleine wereldje van partijpolitiek, vakbondsactivisten, milieubeschermers en andere actievoerders. En dat dan ook nog in direct contact met mensen uit de werkende klassen, zo letterlijk mogelijk genomen, een werkwijze waarmee de SP vroeger groot en beroemd is geworden. Daarbij zie ik niet over het hoofd dat de maatschappelijke situatie nu een heel andere is dan in de jaren zeventig toen de SP werd opgericht. Dat was in de periode van het hoogtij van het kapitalisme, hoogconjunctuur. En van het sociaaldemocratische antwoord op dat kapitalisme. De onvermijdelijke crisis kwam ook toen, maar pas in het begin van de jaren tachtig. De situatie is nu inderdaad heel anders. Het kapitalisme verkeert al ruim tien jaar in een diepe wereldwijde crisis. De reacties op die crisis zijn verschillend. Het financieel en het industrieel kapitaal roepen om bezuiniging op de overheidsuitgaven en op vermindering van de loonkosten. Anderen roepen juist om handhaving van de koopkracht, met natuurlijk tegelijk loonsverlaging voor hun eigen personeel. Politiek vinden we dat terug bij stromingen in de VVD, D66 en het CDA. Met de PvdA die zich daarbij aansluit, althans de top van de PvdA. In de PvdA zijn ook nog restanten terug te vinden van de sociaaldemocratische Keynes-aanpak: de economie afremmen bij hoogconjunctuur, stimuleren in recessie. Die klassieke aanpak vinden we nu terug bij de SP die voortdurend ageert tegen verdere bezuinigingen. En suggereert dat Rutte de grote vijand is en een andere regering na verkiezingen de oplossing moet bieden. Ook in de internationale verhoudingen zien we deze tegenstellingen terug: Landen als Griekenland en andere moeten bezuinigen, maar tegelijk beschikbaar blijven als markt voor de producten uit andere landen. Voor die export is het van belang dat de lonen in b.v. Duitsland laag blijven, dus de exportproducten goedkoper. En dat de koopkracht in Griekenland en andere landen op peil blijft, ondanks de bezuinigingen. Maar lage lonen in Duitsland schaden daar dan weer de koopkracht. En zo verder en verder. Marx beschreef ruim 150 jaar geleden al hoe het kapitalisme uiteindelijk in de eigen tegenstellingen verstrikt raakt. En in de huidige crisis wordt steeds duidelijker dat een economisch systeem als het kapitalisme met individueel eigenbelang als drijvende kracht, met ondernemingsgewijze productie op basis van markt, concurrentie en winst zich niet langer kan handhaven en geen oplossingen heeft voor de crisis waarin het is beland. En ook steeds duidelijker wordt het dat het meer dan ooit noodzakelijk is een alternatief te formuleren, hoe moeilijk dat ook is. Een alternatief, niet een socialistische boodschap of een socialistische ideologie. En ook geen socialistische blauwdruk. Een voorzichtig geformuleerd socialistisch alternatief, aansluitend bij de noden, de problemen en de verlangens van grote groepen van de werkende bevolking. Zonder grote woorden als revolutie, de arbeidersklasse als revolutionaire klasse, de partij als voorhoede van de arbeidersklasse of de machtige arm die heel het raderwerk stil zal zetten. En bij dat voorzichtig formuleren van dat alternatief kan de vraag niet onbeantwoord kan blijven of de SP voor het formuleren van dat alternatief en voor het organiseren van de bevolking de juiste organisatie is. Is de SP de juiste organisatie, wordt dan lid en actief in die partij. Is de SP dat niet, dan heeft werken in de SP geen zin. Dan is een nieuwe organisatie nodig. Praat of schrijf daar niet alleen over, maar doe het dan ook, streven naar een socialistische en revolutionaire organisatie is niet genoeg, doe het. Richt die partij op, een kader- en massapartij, ga aan het werk, met organisatie, scholing, elan en discipline. Houd je verre van partijpolitiek en voorlopig ook verre van parlementair werk en verkiezingen. Werken in en samenwerking met bestaande organisaties, uitstekend. Maar laten we ons realiseren dat er zich ook en juist buiten die organisaties massa's mensen bevinden die we met die werkwijze niet bereiken. Die worden geconfronteerd met liberale, christen- of sociaaldemocratische schijnoplossingen. Of, nog erger en gevaarlijker, dreigen te bezwijken voor simpele en platvloerse populistische verleidingen. De taak van socialisten in deze is moeilijk, maar noodzakelijk. Geschreven na de vorige crisis, vanaf 2007. En vóór de huidige crisis, 2020. Reactie op 'kritische' SP-ers uit Rotterdam.
Gepubliceerd op: 22 april 2021
Hulpmiddel bij scholing
Inzender: Willem de Vroomen
Het volgende kan een hulpmiddel zijn bij scholing. Het is een schematische en simpele samenvatting van de marxistische kijk op de geschiedenis. Niet om uit het hoofd te leren, maar als een begin om de richting van denken te bepalen: Socialisme, de volgende stap. De vooruitgang van de mensen en van de maatschappij berust op de ontwikkeling van de productiemiddelen, gekoppeld aan de vaardigheden van de mensen om er gebruik van te maken. Die mate van ontwikkeling van productiemiddelen en menselijke vaardigheden noemen we de stand van de productiekrachten op een bepaald moment. Tegelijkertijd is er een ontwikkeling in de maatschappelijke verhoudingen waarin de productie plaats vindt: de productieverhoudingen. Die productieverhoudingen zijn in laatste instantie eigendomsverhoudingen, klassenverhoudingen, gebaseerd op het al dan niet bezitten van productiemiddelen. De productieverhoudingen noemen we ook wel de onderbouw van de maatschappij. Op die onderbouw is de maatschappelijke bovenbouw gebaseerd: recht, filosofie, godsdienst, economie, sociologie, kortom de heersende ideologie. Als de onderbouw verandert, verandert na verloop van tijd ook de bovenbouw. De stand van de productiekrachten samen met de daaraan gekoppelde productieverhoudingen noemen we de productiewijze. In de laatste twee eeuwen is er in steeds grotere delen van de wereld de kapitalistische productiewijze, in de Middeleeuwen was er de feodale productiewijze, daarvóór de productiewijze gebaseerd op slavernij. De schokkende ingrijpende overgangen van de ene productiewijze naar de andere vinden plaats op momenten in de menselijke geschiedenis wanneer de verdere ontwikkeling van de productiekrachten niet meer tot stand kan komen binnen de bestaande productieverhoudingen. De huidige kapitalistische organisatie van de productie (de kapitalistische productiewijze) is een hinderpaal geworden voor verdere maatschappelijke ontwikkeling op wereldschaal. In plaats van echte vooruitgang is er sprake van ongelijkheid, werkeloosheid, onzekerheid, armoede, onveiligheid, terrorisme en bedreiging van natuur en milieu. Daarom staat de wereld aan de vooravond van een belangrijke stap vooruit in de maatschappelijke ontwikkeling. Technologie en productie zijn zo ver gevorderd dat het mogelijk is alle mensen op aarde een redelijk en veilig bestaan te verschaffen. De tijd is rijp voor een stap vooruit naar een socialistische samenleving.
Gepubliceerd op: 22 april 2021