Communistisch Platform
Onze Statuten

Onze Statuten

Statuten van het Communistisch Platform

Inhoudsopgave

Artikel 1: Naam en zetel 

  1. De vereniging draagt de naam Communistisch Platform en is gevestigd in Utrecht 

Artikel 2: Organen

  1. De vereniging is gestoeld op de principes van het democratisch centralisme: het gedeelte is ondergeschikt aan het geheel; lagere organen zijn ondergeschikt aan hogere organen; alle organen zijn ondergeschikt aan het landelijk bestuur; het landelijk bestuur is ondergeschikt aan het congres.
  2. De vereniging bestaat uit: basisgroepen, zoals omschreven in artikel 10; het congres, zoals omschreven in artikel 11; het landelijk bestuur, zoals omschreven in artikel 12; commissies, zoals omschreven in ons huishoudelijk reglement.

Artikel 3: Doel en middelen

  1. De vereniging stelt zich ten doel het verwezenlijken van een communistische maatschappij.
  2. De vereniging tracht het doel te bereiken door: 
    1. het organiseren van activiteiten in de arbeidersbeweging van Nederland, België en andere landen; 
    2. alle andere middelen die aan het doel van de vereniging bevorderlijk kunnen zijn.

Artikel 4: Duur

  1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
  2. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 
  3. Het kalenderjaar is tevens boekjaar.

Artikel 5: Lidmaatschap

  1. Iedereen die:
    1. het doel, de beginselen zoals vastgesteld in het platform, het programma en de statuten van de vereniging accepteert;
    2. zich houdt aan de (minimale) normen aangaande de omgang met andere mensen zoals die zijn vastgesteld in artikel 1 van het huishoudelijk reglement;
    3. actief deelneemt in een van de organen van de organisatie en
    4. aan de financiële verplichtingen voldoet,
    5. kan lid worden van de vereniging, mits diegene als zodanig is toegelaten door de basisgroep waaronder diegene valt of door het landelijk bestuur van de vereniging waar geen basisgroep bestaat.
  2. Ieder lid begint een periode als aspirantlid welke minimaal drie maanden en maximaal zes maanden en naar inzicht van de basisgroep, of door het congres waar geen basisgroep bestaat, kan worden omgezet in een volledig lidmaatschap. 
  3. Leden dienen alle taken die hun opgedragen worden vanuit het platform uit te voeren; te vechten voor de eenheid in actie van het platform en het materiaal en middelen van het platform op een verantwoordelijke manier te gebruiken. Leden hebben ook het recht en de verantwoordelijkheid om het marxisme te bestuderen en de politiek van het platform te ontwikkelen. Dit alles binnen de marges van redelijkheid.
  4. Het is het recht en plicht van leden om deel te nemen aan vergaderingen van organen van de vereniging waar zij toe behoren en openlijk hun mening met betrekking tot de vereniging te uiten. Leden hebben het recht om hun mening kenbaar te maken aan elk hoger orgaan tot aan het landelijk bestuur en het insturen van hun mening ter publicatie. Leden hebben het recht om zich te verzetten tegen een besluit van een hoger orgaan, indien volledig in lijn met het principe van eenheid in actie. Hierbij inbegrepen zit het recht op het vormen van facties: langetermijnstructuren met als doel een standpunt of de leiding te veranderen.
  5. Schorsing en royement van leden:
    1. Alle leden van de organisatie kunnen te allen tijde door hun basisgroep, bestuur of het congres worden geschorst of (bij voldoende ernst en bewijslast) geroyeerd.
    2. Het besluit tot schorsing of royement wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan zowel het betrokken lid, als de rest van de organisatie. De maximale termijn hiervoor betreft 1 kalendermaand na het nemen van het besluit.
    3. Zie voor de verdere regels en procedure rondom schorsingen en royementen resp. artikels 6 en 7 van de statuten.

Artikel 6: Schorsingen

  1. Van leden:
    1. De basisgroep waartoe een lid behoort en het landelijk bestuur zijn bevoegd een lid te schorsen indien het lid: 
      1. in strijd handelt met de verplichtingen verbonden aan zijn lidmaatschap of;
      2. door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate schaadt dan wel heeft geschaad of;
      3. de discipline van de vereniging overtreedt.
    2. Onder overtreding van discipline van de vereniging wordt verstaan:
      1. het niet volgen van de regels van de vereniging;
      2. het ondermijnen van de veiligheidscultuur;
      3. weigeren deel te nemen aan daartoe besloten acties;
      4. het bij woord, houding of stilte verbergen van het lid diens politieke of factionele relaties en activiteiten;
      5. gedragingen die de vereniging in diskrediet brengen.
    3. Gedurende de periode dat een lid geschorst is kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
    4. Het besluit tot schorsing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan het betrokken lid, echter uiterlijk binnen een maand nadat het besluit is genomen. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt opgevolgd door een besluit tot royement uit of een besluit tot opzegging van het lidmaatschap van de vereniging vervalt door het verloop van die termijn. 
    5. De schorsing wordt, indien er in deze periode van drie maanden een congres plaatsvindt, gedurende dit congres opgeheven, waarna de eerste handeling van het congres zal zijn om te beslissen over het geschorste lid, tenzij anders besloten door het congres.
  2. Van leden in functie:
    1. Elk lid dat in functie is gekozen kan ook tijdelijk uit die functie worden ontheven middels schorsing. Hiervoor gelden verder dezelfde bepalingen als gespecificeerd in lid 1 van dit artikel.
  3. Van basisgroepen:
    1. Het landelijk bestuur en het congres zijn bevoegd om een gehele basisgroep te schorsen indien de basisgroep: 
      1. in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt; of 
      2. de vereniging op onredelijke wijze benadeelt;
    2. het besluit tot schorsing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan de desbetreffende basisgroep en aan de andere leden van de vereniging;
    3. een schorsing van een basisgroep die niet binnen drie maanden wordt opgevolgd door een besluit tot ontzetting van de desbetreffende basisgroep, vervalt door het verlopen van die termijn. 

Artikel 7: Beëindiging lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt:
    1. door overlijden van het lid;
    2. door opzegging door het lid;
    3. door opzegging door de vereniging;
    4. door royement.
  2. Opzegging door het lid – welke opzegging met onmiddellijke ingang kan plaatsvinden – geschiedt door een schriftelijke mededeling aan de landelijke ledenadministratie.
  3. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen – welke opzegging met onmiddellijke ingang kan plaatsvinden – indien het lid heeft opgehouden te voldoen aan de eisen welke door de statuten aan het lidmaatschap worden gesteld. De opzegging geschiedt door de basisgroep waartoe het lid behoort óf door het landelijk bestuur. Het besluit tot opzegging wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan het betrokken lid met opgave van reden(en).
  4. Royement uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken indien:
    1. het lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt; of
    2. het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  5. Royement geschiedt door de vergadering van de basisgroep waartoe het lid behoort óf door het landelijk bestuur. Het besluit tot ontzetting wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan het betrokken lid met opgave van reden(en).
  6. Royementen hoeven niet te worden voorafgegaan door een schorsing.
  7. In geval van een royement kan het geroyeerde lid in beroep gaan zoals beschreven in artikel over beroepsprocedures. Tijdens het congres waar dit beroep behandeld wordt zal het geroyeerde lid gedurende de behandeling welkom zijn en mogen spreken, tenzij hier anders over wordt besloten door het congres zoals bepaald in lid 7.
  8. Het congres kan een geroyeerd lid in uitzonderlijke gevallen het spreekrecht ontzeggen. Dit mag enkel wanneer aanwezigheid van dit lid een reëel gevaar voor andere aanwezigen zou opleveren. Als hier sprake van is, dan beslist het congres eerst over het toelaten van het geroyeerde lid, voordat het daadwerkelijke beroep besproken wordt.

Artikel 8: Geldmiddelen

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
    1. contributies;
    2. verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten, schenkingen;
    3. andere baten.
  2. Elk lid is verplicht om de contributie te betalen conform de bepaling in het huishoudelijk reglement. Hiervan kan in speciale gevallen worden afgeweken, maar dit moet altijd goedgekeurd worden door het landelijk bestuur.

Artikel 9: Stemmingen, verkiezingen en herroeping

  1. Stemmingen verlopen in de regel hoofdelijk en openbaar.
  2. Aspirantleden hebben geen stemrecht.
  3. Tenzij in de statuten of bij door het congres vastgesteld reglement anders is bepaald worden besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Bij een staking van stemmen wordt een voorstel geacht te zijn verworpen.
  4. Verkiezingen van bestuursleden voor organen van de vereniging geschieden schriftelijk en geheim.
  5. Indien er geen statutair maximum geldt van het aantal te verkiezen personen voor een bepaalde functie, of als er wordt afgeweken van de reguliere zittingstermijn, dient er voorafgaand aan de stemming over kandidaten te worden gestemd over het totaal aantal te bekleden posities, en/of de termijn waarvoor de kandidaten worden aangesteld.
  6. Elk lid van de organisatie dat in functie is verkozen, kan op elk moment worden herroepen, door een meerderheid van de aanwezigen bij een vergadering van het orgaan dat hen heeft aangesteld.

Artikel 10: De basisgroep

  1. Inrichting:
    1. de basis van de vereniging wordt gevormd door de basisgroep;
    2. basisgroepen worden gevormd op basis van taken, lokaliteit of andere relevante overwegingen. Binnen hun verantwoordelijke werkgebied opereren ze autonoom;
    3. een basisgroep wordt in de regel zo klein mogelijk gehouden; 
    4. de basisgroep kiest uit haar midden een voorzitter en, indien relevant, een penningmeester; 
    5. het landelijk bestuur, of een groep basisgroepen in een regio of stad kunnen een comité oprichten dat uit minimaal twee basisgroepen bestaat en verantwoordelijk is voor coördinatie van de basisgroepen die actief zijn in het werkgebied;
    6. het landelijk bestuur beslist omtrent: 
      1. de oprichting van een (nieuwe) basisgroepen; 
      2. de vaststelling van de grenzen van een basisgroep; 
      3. de opheffing van een basisgroep, indien deze niet meer aan de in dit artikel gestelde taken en eisen voldoet. 
    7. het congres besluit over de oprichting, opheffing en begrenzing van basisgroepen.
  2. Werkzaamheden:
    1. de basisgroep draagt zorg voor het organiseren van activiteiten van de vereniging binnen het werkterrein van de basisgroep en voert de besluiten van het congres en het landelijk bestuur uit.
    2. De basisgroep is medeverantwoordelijk voor het scholen van haar leden.
  3. Overleggen:
    1. De basisgroep vergadert wanneer de voorzitter hiertoe het initiatief neemt of wanneer twee of meer leden hierom vragen.
  4. Verslaglegging:
    1. Basisgroepen maken notulen van alle overleggen. 
    2. Basisgroepen brengen regelmatig verslag uit aan het landelijk bestuur en congres.
  5. Besluitvorming:
    1. Tijdens overleggen kan worden besloten te stemmen over voorstellen en moties, over toetreding van nieuwe aspirantleden, de benoeming of herroeping van basisgroepsvoorzitter of penningmeester, en de schorsing of het royement van enig lid van de basisgroep.
    2. Stemmingen over toetreding, benoeming, herroeping, schorsing of royement kunnen plaatsvinden tijdens elke vergadering waaraan ten minste 3 stemgerechtigde leden deelnemen.

Artikel 11: Het congres

  1. Inrichting:
    1. Het congres is het hoogste gezag binnen de vereniging;
    2. Het congres is toegankelijk voor alle daartoe afgevaardigde leden en gasten zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement. Gasten hebben spreekrecht maar geen stemrecht. Bij het vaststellen van de afvaardiging dienen organen meningsverschillen en minderheidsstandpunten binnen de vereniging te vertegenwoordigen.
    3. Gasten kunnen op uitnodiging van het bestuur aanwezig zijn als toeschouwer.
  2. Werkzaamheden. Het congres draagt zorg voor:
    1. het bespreken van de algemene politieke situatie en het vaststellen van de algemene politieke lijn van de vereniging en neemt besluiten ter zake;
    2. de benoeming van leden van het landelijk bestuur, de voorzitters van politieke commissies, en alle andere posities die volgens statuten, huishoudelijk reglement en andere besluiten door het congres worden ingevuld.
    3. het uit zijn midden benoemen van een financiële controlecommissie;
    4. het vaststellen van de grondslag en berekening van de te betalen contributie;
    5. het vaststellen van de financiële bijdrage van de vereniging aan de afzonderlijke basisgroepen;
    6. het vaststellen van de begroting en jaarrekening van de vereniging en het geven van goedkeuring aan het landelijk bestuur met betrekking tot de jaarstukken;
    7. het congres fungeert als beroepsorgaan in de zin van artikel 17 van deze statuten.
  3. Jaarvergadering:
    1. Binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar wordt een vergadering (jaarvergadering) van het congres gehouden. Het landelijk bestuur brengt in deze vergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring voor aan het congres;
    2. Voor het laatste congres van een jaar, of uiterlijk het eerste congres van het nieuwe jaar, maakt het landelijk bestuur een begroting, met daarin de voorziene inkomsten en uitgaven van de vereniging voor dat boekjaar en legt deze ter goedkeuring voor aan het congres;
    3. Voor het laatste congres van het jaar, of het eerste congres van een nieuw jaar schrijft het landelijk bestuur een perspectieventekst, waarin het bestuur haar visie uiteenzet aangaande de trends en focuspunten voor dat jaar.
  4. Hoeveelheid congressen en regels aangaande bijeenroeping:
    1. het congres benoemt jaarlijks, maar uiterlijk één maand vóór de jaarvergadering, een financiële controlecommissie van tenminste drie leden, die geen deel mogen uitmaken van het landelijk bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende en/of laatst verstreken boekjaar. De commissie brengt op de jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen;
    2. congressen worden bijeengeroepen door het landelijk bestuur, met inachtneming van een termijn van minimaal zeven dagen;
    3. naast de hiervoor bedoelde jaarvergadering zal jaarlijks nog tenminste één ander congres worden gehouden, terwijl het congres zo vaak vergadert als het landelijk bestuur wenselijk acht, of indien het bestuur hiertoe schriftelijk – met opgave van de te behandelen onderwerpen – wordt verzocht door tenminste een derde van het lidmaatschap;
    4. na ontvangst van een verzoek als in de laatste zinsnede van lid 4 sub 3 bedoeld, is het landelijk bestuur verplicht tot bijeenroeping van een congres binnen een maand na ontvangst van het verzoek. Indien zij niet binnen veertien dagen gevolg geeft aan het verzoek tot bijeenroeping, mogen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan, op dezelfde wijze als waarop het landelijk bestuur dit doet.
  5. Besluitvorming:
    1. Het congres vergadert onder leiding van het landelijk bestuur of als het congres is georganiseerd zonder medewerking van het bestuur, onder leiding van een uit haar midden verkozen dagvoorzitter;
    2. het bestuur en anders de dagvoorzitter regelt dat er notulen worden gemaakt van de discussies en stemmingen;
    3. van het op het congres verhandelde wordt door of namens het landelijk bestuur verslag opgemaakt, en besluiten worden gepubliceerd;
    4. stemmingen over toetreding, benoeming, herroeping, schorsing of royement kunnen plaatsvinden tijdens elk congres. Deze stemmingen kunnen gaan over elk lid van de vereniging, inclusief leden van het landelijk bestuur, in alle gevallen met een simpele meerderheid van stemmen;
    5. een op het congres door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is bindend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  6. Commissies:
    1. het congres kan uit zijn midden een of meer commissies benoemen die belast worden met een speciale taak.

Artikel 12: Het landelijk bestuur

  1. Inrichting
    1. Het landelijk bestuur bestaat uit tenminste drie leden gekozen door het congres volgens het hierna in lid 3 bepaalde. 
  2. Werkzaamheden:
    1. het landelijk bestuur is belast met de leiding en het besturen van de vereniging;
    2. het landelijk bestuur zorgt voor de voorbereiding van de vergaderingen van het congres en voert de besluiten van het congres uit;
    3. het landelijk bestuur houdt toezicht op de basisgroepen en geeft deze zo nodig hulp en aanwijzingen;
    4. het landelijk bestuur legt verantwoording af aan het congres over het gevoerde en te voeren beleid en doet hierover verslag aan het congres;
    5. het landelijk bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  3. Benoemingen:
    1. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van in beginsel een jaar;
    2. bij het ontstaan van tussentijdse vacatures binnen het CP-bestuur worden nieuwe landelijke bestuursleden verkozen op het eerstvolgende congres. Indien de resterende bestuursleden interim-bestuursleden aanwijzen, hebben die laatsten geen stemrecht voorafgaand aan hun verkiezing door het congres;
    3. de voorzitter en de penningmeester van het landelijk bestuur worden door het congres in functie gekozen, daarnaast wordt minimaal één algemeen bestuurslid gekozen. De functies binnen het landelijk bestuur worden door haar leden onderling verdeeld en bekrachtigd door het congres;
    4. ook indien er vacatures binnen het landelijk bestuur open staan geldt het landelijk bestuur als volledig samengesteld.
    5. na een periode van vier achtereenvolgende jaren in het bestuur geldt er een afkoelingsperiode voor bestuursdeelname van een jaar voor dit lid.

Artikel 13: Vertegenwoordiging

  1. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door minimaal twee gezamenlijk handelende leden van het landelijk bestuur. Het landelijk bestuur kan aan anderen volmacht geven om de vereniging te vertegenwoordigen binnen de in die volmacht omschreven grenzen.

Artikel 14: Aanpassing van de Statuten

  1. Het congres gaat over aanpassing van de statuten. Bij de oproeping van het congres moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld om de statuten te wijzigen. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste één maand bedragen.
  2. Het landelijk bestuur dient ten minste tien dagen vóór het congres waarin het voorstel tot statutenwijziging wordt behandeld een afschrift van het voorstel waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden van het congres ter inzage te leggen tot na afloop van de dag waarop het desbetreffende congres is gehouden. In plaats van of naast voormelde terinzagelegging, kan — ter keuze van het landelijk bestuur — de oproep voor de hiervoor bedoelde vergadering vergezeld gaan van een afschrift van het voorstel, waarin de wijziging van de statuten woordelijk is opgenomen.

Artikel 15: Inwerkingtreding van statutenwijzigingen 

  1. Statutenwijzigingen treden op zijn vroegst in werking na afsluiting van het congres.

Artikel 16: Beroepsprocedures

  1. Tegen een besluit van een orgaan van de vereniging kan, door degene tegen wie dat besluit is gericht, beroep worden ingesteld bij het congres binnen één maand na ontvangst van dat besluit.
  2. Het congres beslist zo spoedig mogelijk op het beroep, maar uiterlijk drie maanden na ontvangst van het beroep.
  3. De uitspraak van het hogere orgaan is bindend.
  4. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het bestreden besluit van kracht.
  5. Het congres kan een beroepscommissie benoemen en stelt bij reglement een procedure vast voor de wijze van afhandeling van een beroep.

Artikel 17: Ontbinding en vereffening 

  1. De vereniging wordt ontbonden door een besluit daartoe van het congres, genomen met een meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste drie vierde van het totale aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
  2. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden van het congres tot ontbinding worden besloten op een volgende, ten minste veertien doch uiterlijk dertig dagen na de eerste, te houden vergadering, met een meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.
  3. Bij de oproeping tot de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde congres moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste twee maanden bedragen. 
  4. Het voorstel tot ontbinding dient ten minste twee maanden voor het congres ter kennis van de basisgroepen en leden te zijn gebracht.
  5. Indien bij een besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het landelijk bestuur;
  6. Een eventueel batig saldo zal toekomen aan een door het congres aan te wijzen doel dat in overeenstemming is met het doel van de vereniging zelf. 
  7. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. 
  8. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende zeven jaar berusten onder degene die door de vereffenaars daartoe is aangewezen.

Artikel 18: Reglementen

  1. Het congres kan bij reglement en via resoluties (nadere) regels geven over het lidmaatschap, in te stellen commissies, de hoogte van de contributie, de werkzaamheden van de organen van de vereniging, verkiezingen, het beheer en gebruik van de gebouwen van de vereniging en alle verdere onderwerpen waarvan de regeling hem gewenst voorkomt. In die gevallen waar deze statuten dat expliciet vermelden is het vaststellen van nadere regels verplicht. 
  2. Wijziging van een reglement geschiedt bij besluit van het congres.
  3. De reglementen kunnen geen bepalingen bevatten die afwijken van of in strijd zijn met de bepalingen van de statuten. In het geval van een conflict zijn de statuten leidend.

Artikel 19: Aansprakelijkheid

  1. Leden van de vereniging kunnen de vereniging niet aansprakelijk stellen voor schade die hen overkomt in het kader van de uitoefening van hun lidmaatschap van de vereniging, tenzij opzet of grove schuld van de vereniging aantoonbaar is. 

Artikel 20: Slotbepaling

  1. Waarin de statuten van de vereniging niet voorzien, besluit het landelijk bestuur of het congres.