Aanvallen op de afdrachtregeling van de SP zijn aanvallen op de onafhankelijkheid van de arbeidersbeweging. Het is een belangrijk middel om vertegenwoordigers van arbeiderspartijen onafhankelijk te houden van de staat, en biedt een democratische visie op hoe de toekomst eruit moet zien. Communisten moeten pal staan voor deze democratische methoden, stelt Gus Ootjers.
Op 30 januari publiceerde het journalistieke platform Follow the Money (FTM) een uitgebreid artikel over de afdrachtregeling, ook wel solidariteitsregeling, van de SP. Deze regeling bepaalt dat volksvertegenwoordigers van de partij een groot gedeelte van hun inkomen afdragen aan de partij, en daarvoor in ruil een vergoeding krijgen die ongeveer gelijk staat aan een modaal inkomen. 1
In het artikel van FTM wordt op ietwat tendentieuze wijze gesteld dat de partij flink verdient aan deze regeling en dat dit de belastingbetaler ’tonnen’ zou kosten. Daarnaast wordt beweerd dat de afdracht de onafhankelijkheid van politici in het geding brengt en dat de partij onmenselijk met haar volksvertegenwoordigers omgaat door ze voor een laag salaris te laten werken en weinig maatwerk te leveren.
Dit soort aanvallen op de afdrachtregeling van de SP zijn niet nieuw. Eigenlijk kan men er tijdens elke verkiezingscyclus de klok op gelijk zetten dat er vanuit de burgerlijke media een aanval komt op deze regeling. Onder andere de NRC schrijft al jarenlang artikelen die deze regeling aanvallen. 2
Ook vanuit de staat komen er regelmatig aanvallen op deze regeling. Zoals het artikel van FTM zelf opmerkt werd er in 2017 een rechtszaak gevoerd door de gemeente Noordoostpolder tegen de SP, om de toepassing van de regeling in de gemeente te dwarsbomen. Toenmalig minister Ronald Plasterk van de PvdA had ook plannen klaarliggen om de regeling volledig te verbieden. 3
Deze aanvallen worden doorgaans uitgelegd vanuit artikel 67 van de Grondwet, dat stelt dat Kamerleden ‘zonder last’ stemmen. De afdracht zou hiermee in strijd zijn omdat het Kamerlid afhankelijk wordt gemaakt van de partij en dus niet ‘zonder last’ stemt. 4
Socialisten verkiezen collectief bestuur en collectieve vertegenwoordiging, in de vorm van een politieke partij, boven de zogenaamde vrijheid van individuele politici. Wij zien onze volksvertegenwoordigers als mensen die dienstbaar moeten zijn aan de strijd van de arbeidersklasse tegen het kapitalisme. Deze strijd moet uitgaan van een onafhankelijke positie van de arbeidersklasse tegenover de burgerlijke staat.5 Via onze organisaties bepalen wij collectief welke politiek gevoerd moet worden voor onze klasse, en houden wij collectief controle over onze vertegenwoordigers.
De staat zal altijd proberen volksvertegenwoordigers zoveel mogelijk aan zichzelf te binden. Via geïnstitutionaliseerde corruptie zoals een hoog salaris, omkoping, baantjes, lobbyisme en dergelijke probeert het kapitaal de oppositie de nek om te draaien. Zeker bij vertegenwoordigers van arbeiderspartijen wordt opportunisme rijkelijk beloond omdat zij socialistische en communistische partijen kunnen ontdoen van hun revolutionaire karakter.
Het daadwerkelijke doel achter aanvallen op de afdrachtregeling is dan ook niet het onafhankelijk maken van volksvertegenwoordigers, maar diezelfde vertegenwoordigers onafhankelijk maken van de partij om ze vervolgens afhankelijk te maken van de burgerlijke staat.
In de publieke aanvallen vanuit de media wordt hier vaak het codewoord ‘maatwerk’ voor gebruikt. Natuurlijk is maatwerk bij regelingen zoals de afdracht een belangrijk gegeven. Omdat we weten hoe de SP vaak met haar leden omgaat is het dan ook niet uitgesloten dat maatwerk tekort schiet bij de SP.
Deze interne tekortkoming bij de SP wordt echter misbruikt door de veelvuldige aanvallen vanuit de (burgerlijke) media. Het doel van deze aanvallen is namelijk, zoals met het stuk van FTM, het ondermijnen van het draagvlak voor en/of onmogelijk maken van de uitvoering van de afdrachtregeling. Deze inmenging van de media is een poging om volksvertegenwoordigers van een linkse partij los te weken van de instituten, werkwijze en regelingen van de arbeidersbeweging. De zorgen om het gebrek aan maatwerk zijn dus een gelegenheidsargument.
Over de aantijging dat deze regeling de belastingbetaler tonnen kost, kunnen we kort zijn. Naast dat het wisselgeld betreft, denken journalisten hiermee de hypocrisie aan te tonen van de socialisten, die geregeld kritiek hebben op belastingontduiking door grote organisaties. Echter gaat het socialisten hierbij om de macht van het kapitaal in burgerlijke staten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hoe er via geheime deals legaal massaal belasting wordt ontdoken door grote bedrijven, iets wat wereldwijd leidt tot honderden miljarden aan misgelopen belastinginkomsten per jaar. Bedrijven die uiteraard gul geven aan de burgerlijke politieke partijen, maar niet aan arbeiderspartijen. En naast dat het in vergelijking daarmee om stuivers gaat, zijn er dus vele inhoudelijke redenen voor arbeiderspartijen om afdrachtregelingen te treffen, waaronder het behouden van controle over de eigen vertegenwoordigers, en het financieren van de partij als geheel.
Het doel van deze veelvuldige aanvallen vanuit de media wordt duidelijk wanneer Patrick van Lunteren, oud kandidaat-voorzitter van de SP, wordt aangehaald. Hij geeft aan dat de partij volgens hem te veel blijft hangen in socialistische dogma’s, en dat ze daar juist afstand van moet doen. Zijn doel is dus niet maatwerk, maar het volledig schrappen van de afdrachtregeling, en dat standpunt promoten de burgerlijke media maar wat graag.
Revolutionaire oorsprong
De afdrachtregeling is volgens FTM bedacht toen de SP voor het eerst raadszetels won: ‘Als de drie zojuist aangetreden SP-raadsleden in Oss ontdekken dat na de vergadering gratis drank wordt geschonken, zijn ze daar niet van gediend. ‘Wij drinken niet op kosten van de gemeenschap,’ zeggen de SP’ers tegen een verbouwereerde burgemeester. Ze verlaten demonstratief het gebouw en besluiten hun raadsvergoeding voortaan af te dragen aan de partij. Daarmee is de afdrachtregeling geboren.’
Deze geschiedenis is vooral mythevorming vanuit de partij, want het idee van een afdrachtregeling is al veel ouder, en er zijn veel goede argumenten voor. Dat de partij het zo uitlegt laat wel een belangrijke tekortkoming van de regeling in de SP zien.
De oorsprong van een dergelijke regeling komt uit de begindagen van de socialistische beweging. In 1871 vond in Parijs de eerste echte arbeidersrevolutie plaats. Gedurende een aantal weken was de Commune, de revolutionaire regering van de stad, de baas in Parijs en kwamen zij met enkele voorstellen voor radicale democratisering, waaronder het algemeen kiesrecht, het afschaffen van het staande leger en politie, afzetbaarheid van volksvertegenwoordigers en het salaris van vertegenwoordigers brengen naar het niveau van de gemiddelde arbeider.
Karl Marx zegt hierover het volgende in zijn werk De burgeroorlog in Frankrijk:
De Commune zou geen parlementair, maar een werkend lichaam zijn, tegelijkertijd uitvoerend en wetgevend. De politie, tot dusverre werktuig van de staatsregering, werd onmiddellijk van al haar politieke eigenschappen ontdaan en veranderd in een verantwoordelijk en te allen tijde afzetbaar werktuig van de Commune. Evenzo de beambten van alle andere takken van bestuur. Vanaf de leden van de Commune moest de openbare dienst tegen arbeidersloon worden verricht. De verworven rechten en de representatiegelden van de hoge staatswaardigheidsbekleders verdwenen met deze waardigheidsbekleders zelf. De openbare ambten hielden op privaateigendom van de handlangers van de centrale regering te zijn. Niet slechts het stedelijke bestuur, maar ook het gehele, tot dusverre door de staat uitgeoefende initiatief werd in handen van de Commune gelegd. 6
Ook Engels merkt op dat met het verlagen van salaris ‘de deur voor baantjesjagers voor goed gesloten’ was. Dit alles zorgde voor het ‘verbrijzelen van de tot nu toe bestaande staatsmacht en het vervangen daarvan door een nieuwe, in waarheid democratische’. 7
De Commune van Parijs, dit jaar 150 jaar geleden biedt ons een eerste inkijk in hoe de staat van de toekomst er uit kan zien. Hier ziet men ook het ontstaan van de traditionele eis vanuit de arbeidersbeweging dat ambtenaren en volksvertegenwoordigers een vergoeding op het niveau van de gemiddelde geschoolde arbeider moeten krijgen. 8
Dergelijke eisen werden gezien als de basis voor een democratische republiek. Friedrich Engels stelde dat: ‘Als er iets geen enkele twijfel lijdt, dan is het wel het feit, dat onze partij en de arbeidersklasse alleen kan gaan heersen als de politieke vorm een democratische republiek is.’ 9
Dit is een belangrijke les voor de arbeidersbeweging, die 150 jaar na de Commune van Parijs nog steeds actueel is. Hierin zit ook de angst vanuit de burgerlijke staat en media voor dergelijke maatregelen. De maatregelen vormen namelijk de basis voor een radicale breuk met de huidige politiek. Het is daarom duidelijk waarom ministers en journalisten elke paar jaar een rituele kruistocht voeren tegen de afdrachtregeling.
Communistische en socialistische partijen scheppen de basis voor de staat van de toekomst, en moeten dus in grote mate de democratische methodes in praktijk brengen die nodig zijn om deze staat te realiseren.
Zoals bekend hebben wij veel kritieken op de tekortkomingen daarin bij de SP. Zo kent de partij bijvoorbeeld geen factierecht, geen publicatierecht, gebrek aan democratische discussie, geen herroepbaarheid van vertegenwoordigers.
Maar de afdrachtregeling is een van de weinige overgebleven methodes om omkoping van volksvertegenwoordigers tegen te gaan. Het is daarmee een wapen tegen opportunisme, maar het zou niet het enige wapen moeten zijn dat we inzetten. De eerder genoemde mythevorming over de oorsprong van de afdrachtregeling gaat uit van het afschermen van individuele volksvertegenwoordigers, maar niet om structurele verandering in de staatsvorm. Socialistische republikeinse eisen, zoals herroepbaarheid van vertegenwoordigers en het salaris van vertegenwoordigers op het niveau van de gemiddelde geschoolde arbeider, moeten ook politieke eisen zijn. 10 Dit is een tekortkoming van de SP, die eisen als deze niet opneemt in haar beginsel- of verkiezingsprogramma, maar ze alleen intern handhaaft in de vorm van de afdrachtregeling.
Communisten moeten elke aanval vanuit de staat en de media op de afdrachtregeling dus verwerpen. Wij moeten er juist voor strijden dat arbeiderspartijen dit soort eisen omarmen en promoten. Het is een belangrijk middel om de onafhankelijkheid van arbeiderspartijen en haar vertegenwoordigers te beschermen, en het biedt een democratische visie op hoe de toekomst eruit moet zien.
Het Communistisch Platform verschaft kameraden uit alle hoeken van de socialistische beweging de mogelijkheid van communisme.nu gebruik te maken om discussie te voeren. Tenzij anders vermeld zijn gepubliceerde artikelen en brieven daarom niet per se representatief voor de opvattingen van het Communistisch Platform.
- https://www.ftm.nl/artikelen/kroonjuweel-sp ↩
- Voorbeelden van zulke berichtgeving in de pers zijn: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/12/11/afdrachtregeling-kamerleden-de-sp-gedraagt-zich-als-een-payrollbedrijf-a1584436 , https://www.trouw.nl/nieuws/het-kroonjuweel-van-de-sp-piept-en-kraakt~b61a8cbc/ ↩
- https://www.ad.nl/politiek/minister-plasterk-blokkeert-goudmijn-sp~a4483a3f/ ↩
- https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi7aaw50gdqc/artikel_67_dispensatie ↩
- ‘Volgens ons zijn de communisten zij die zich de politiek onafhankelijke organisatie van de werkende klasse ten doel stellen, een internationale analyse hebben over kapitaal en daar internationale oplossingen voor zoeken, en democratie zien als sleutel voor de zelf-emancipatie van de arbeidersklasse. Onafhankelijke, democratische, organisatie wil zeggen dat werkers hun eigen belangen vertegenwoordigen in hun eigen, internationale, verenigingen zonder zich te verbinden met delen van de burgerij.’ https://communisme.nu/artikelen/de-partij/2017/10/03/stellingen-over-de-sp/ ↩
- https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1871/1871burgeroorlog.htm ↩
- https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1871/1871burgeroorlog.htm ↩
- Dergelijke eisen zijn ook te vinden in Lenin’s bekende werk over het karakter van de staat, Staat en Revolutie: ‘Men kan en moet dadelijk, van vandaag op morgen beginnen met het vervangen van de specifieke ‘superieurenrol’ van de staatsambtenaren door de eenvoudige functies van ‘opzichters en boekhouders’, functies waaraan de tegenwoordige stedeling met zijn ontwikkelingspeil in het algemeen reeds ten volle kan voldoen en die voor een ‘arbeidersloon’ volstrekt uitvoerbaar zijn.’…’laten wij van de staatsambtenaren eenvoudige uitvoerders van onze opdrachten maken, verantwoordelijke, afzetbare, met een bescheiden loon bezoldigde ‘opzichters en boekhouders’ (met inbegrip van alle mogelijke technici) — dat is onze proletarische taak, daarmee kan en moet begonnen worden bij het ten uitvoer leggen van de proletarische revolutie.’ https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1917/staat-revolutie/ch03.htm ↩
- https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1891/1891programkritiek.htm ↩
- Zoals in: https://communisme.nu/programmadeel-2-onmiddellijke-eisen/#2.1 ↩