Tegen de stroom, maar waarheen?
Tegen de stroom, maar waarheen?

Tegen de stroom, maar waarheen?

In dit artikel geeft Andries Stroper een profielschets van de Verenigde Communistische Partij. Hij gaat kort in op de geschiedenis en politiek van deze grotendeels onbekende organisatie, plaatst enkele opmerkingen bij haar partijcultuur en speculeert tot slot over de toekomst van de VCP.

De Verenigde Communistische Partij (VCP) is de grootste communistische partij van Nederland, gemeten in kiezers en zetels. Toch horen we bijna nooit iets over de VCP. Het is een opmerkelijke communistische partij omdat ze bijna 1500 kiezers vertegenwoordigt en dit al jaren stabiel weet vol te houden – redelijk uniek in afgelopen decennia, waarin we vooral de afbraak van de wereldwijde communistische beweging zagen. Vanwege deze electorale steun en het gebrek aan aandacht voor de VCP is het interessant om de partij eens onder de loep te nemen.

De afgelopen gemeenteraadsverkiezingen van dit jaar won de VCP in de Oost-Groningse gemeente Oldambt, de enige plek waar ze meededen, 1442 stemmen. Hiermee wisten ze een kleine 10% van het electoraat te overtuigen en ontvingen ze drie zetels in een gemeenteraad waar de grootste partij op vier zetels kan rekenen. Een opmerkelijke prestatie.

In de voorgaande gemeenteraadsverkiezingen waaraan de VCP meedeed hebben ze respectievelijk twee (2002), één (2006), twee (2010), vijf (2014) en drie (2018) zetels weten te veroveren. Dit duidt erop dat ze een stabiele positie hebben opgebouwd in de Oldambtster gemeenteraad, ogenschijnlijk het laatst overgebleven rode bastion van Nederland. De Nieuwe Communistische Partij Nederland (NCPN), de enige andere zelfbenoemde communistische partij van Nederland, kent al jaren hoofdzakelijk achteruitgang en is inmiddels gereduceerd tot één zetel in de West-Friese gemeente Fryske Marren, waar ze 1168 kiezers vertegenwoordigen. Ook in het buitenland is de electorale trend voor communistische partijen al sinds de jaren 80 hoofdzakelijk een neerwaartse trend geweest.

Dit roept de vraag op hoe het kan dat een partij die zichzelf expliciet omschrijft als communistisch, zich tegen de stroom in weet uit te bouwen tot een van de grootste partijen van Oost-Groningen. Deze vraag serieus beantwoorden zou een uitgebreide studie vereisen van de partijorganisatie van de VCP en de context waarin zij opereert. Vooral dit eerste punt is voor nu lastig omdat er erg weinig documenten van en over de VCP gepubliceerd worden. Er is dus simpelweg te weinig informatie om een dergelijk onderzoek uit te voeren.

Wél kan het lonen voor communisten in Nederland om kennis te nemen van de VCP en haar geschiedenis. De kameraden van de Verenigde Communistische Partij lijken nu een relatief geïsoleerd bestaan te leiden. Zowel voor marxisten die willen leren van het electorale succes van de VCP, als voor leden van de Verenigde Communistische Partij zelf, zou het goed zijn om het gesprek met elkaar aan te gaan en zich te richten op de uitwisseling van gedachten en ervaringen en het opbouwen van een samenwerking. 

Om een dergelijke interactie op gang te brengen wil ik in dit artikel kort het profiel van de VCP schetsen. Dit doe ik aan de hand van publiek toegankelijke informatie, maar ook op basis van gesprekken die ik gevoerd heb met leden van de VCP. De meeste publieke informatie gaat helaas over verkiezingen en niet over de stand van de lokale afdelingen, dus we moeten het verloop van de VCP bovenal afmeten aan de hand van electorale uitslagen.

Geschiedenis van de VCP

De wortels van de VCP liggen in de partijstrijd binnen de Communistische Partij Nederland (CPN) die losbarstte na de teleurstellende Tweede Kamerverkiezingen van 1978. Om weerstand te bieden tegen een verstikkende partijbureaucratie die het marxistisch-leninistische gedachtegoed van de CPN wilde verruilen voor het eurocommunisme, organiseerde een grote groep leden zich in een informele factie. Deze factie, het Horizontaal Overleg Communisten (HOC), zette zich in voor o.a. de herinvoering van het organisatorische principe van democratisch-centralisme, meer ruimte voor discussie binnen de partij en het centraal stellen van de klassenstrijd in haar handelen.

Een korte geschiedenis van het verloop van deze partijstrijd en het HOC heb ik al eens opgeschreven in een eerder artikel, ‘Terug, in de zin van vooruit!’.1 Ik zal mijzelf nu niet herhalen, het voldoet om te weten dat de Horizontalen de partijstrijd verloren en na het 29e partijcongres in 1985 hun heil zochten buiten de CPN. Zo’n duizend oud-CPN’ers werden lid van het iets eerder opgerichte Verbond van Communisten in Nederland (VCN), dat bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1986 op zo’n 4600 stemmen kon rekenen.

In 1992 fuseerde de VCN met enkele andere groepen oud-CPN’ers tot een nieuwe partij: de eerdergenoemde NCPN.

Wat in 1978 deels begon als een reactie op een verstikkende partijbureaucratie die geen ruimte overliet voor kritische discussie, zou gedurende de jaren 90 verworden tot exact datgene waar ze zich tegen had afgezet. Zoals ik beschrijf in ‘Terug, in de zin van vooruit!’ schetsen BVD-rapporten uit die periode een beeld van een autoritaire partijcultuur met een “zeer smalle partijtop” die gekenmerkt werd door “incompetentie, ruzies, machtsgrepen en zuiveringen.” Het was uit deze verstikkende partijcultuur dat de Verenigde Communistische Partij ontstond.

De figuur die centraal stond in de oprichting van de VCP is Engel Modderman. Modderman werd geboren in 1951 in Winschoten, groeide op in de CPN, ging mee naar de NCPN en belandde daar in het partijbestuur. In 1998 was deze Oost-Groningse communist zelfs de lijsttrekker van de NCPN voor de Tweede Kamerverkiezingen. Met 5620 stemmen konden ze rekenen op de steun van 0,07% van het electoraat, een halvering ten opzichte van de voorgaande verkiezingen.

Eind jaren 90 was er sprake van toenemende wrijving tussen de Oost-Groningse NCPN-afdeling Scheemda enerzijds en het landelijke partijbestuur anderzijds. De meest bekende bron van deze wrijving was het megalomane Blauwe Stad-project. De gemeenteraad van het voormalige Reiderland besloot dat het gunstig zou zijn voor de regio om een dure nieuwbouwwijk aan te leggen in de natuur met als specifieke doel rijke Randstedelingen naar Oost-Groningen te lokken. Dit zou zorgen voor toenemende welvaart in deze armoedige regio.

De lijn van de landelijke NCPN hierin was er een van kritische gedoogsteun. In eerste instantie was de NCPN tegen de bouw van de dure villawijk omdat er geen voordelen waren voor de omliggende dorpen. Maar in ruil voor enkele toezeggingen ging de NCPN overstag, en verleende ze steun aan de bouw van Blauwe Stad om naar eigen zeggen “…de planontwikkeling in gunstige zin te kunnen beïnvloeden.”2

Dit schoot bij de NCPN-afdeling Scheemda in het verkeerde keelgat. Er ontstond een fundamenteel meningsverschil over de “compromissenpolitiek” die door het NCPN-partijbestuur in gemeenteraden werd nagejaagd, aldus de VCP.3 Dit zou de directe aanleiding vormen voor de scheuring tussen NCPN Scheemda en de landelijke partijorganisatie, en de oprichting van de Verenigde Communistische Partij onder leiding van Engel Modderman op 8 juli 1999.

Maar naast het beruchte hangijzer van Blauwe Stad speelde er meer – dit was slechts de druppel die de emmer had doen overlopen. Volgens leden van de VCP ontstond het meningsverschil in de context van de benauwende partijcultuur die we eerder hebben kunnen terugvinden in de BVD-rapporten. Vlak na de scheuring schrijft de VCP op haar oude website al over de “…commandostructuur van de NCPN, waarin voor discussie geen ruimte meer was.”4 Ook het functioneren van de partijleiding, die gekenmerkt zou worden door incompetentie, speelde een rol bij het besluit van NCPN Scheemda om zich af te scheiden van de landelijke partijorganisatie. Bij een recent gesprek met de VCP over deze scheuring worden anekdotes aangehaald over hoe kritische stemmen binnen het NCPN-partijbestuur botweg werden weggeschreeuwd door invloedrijke individuen uit de partijtop.

Ook stelt de VCP in een artikel uit het jaar 2000 dat de lokale NCPN-fracties zijn ingekapseld in het burgerlijk stelsel. “In de kern van de zaak wordt een klassieke manier toegepast waarmee communisme buitenspel kan worden gezet. Men geeft communisten bestuursverantwoordelijkheid, men geeft hen complimentjes, geeft hen het gevoel dat ze belangrijk zijn en vroeg of laat zijn ze dan geen communist meer.”5 Dit zou ertoe geleid hebben dat de lokale NCPN-afdelingen sociaaldemocratische politiek waren gaan aanhangen. Zo stelt de VCP: “Vooral de NCPN-afdeling Reiderland was geheel in een sociaal-democratisch vaarwater terecht gekomen. Van verzet tegen privatiseringen, bezuinigingen, lastenverhogingen en samenvoegen van dorpsvoorzieningen was immers geen sprake meer.”6 Het is interessant om te lezen dat de VCP een kritiek ontwikkelde op het nemen van “bestuursverantwoordelijkheid” en het gevaar erkende van inkapseling. Het is een les die velen in de Socialistische Partij (SP) weigeren te leren. Al met al was het voor de VCP voldoende om te breken met de landelijke leiding van de NCPN.

Hoe de NCPN deze scheuring heeft beleefd is moeilijk na te gaan. In het archief van de website van de NCPN staan opvallend genoeg geen artikelen die direct over de scheuring of over de Verenigde Communistische Partij gaan. Het conflict is destijds ook in de NCPN-partijkrant Manifest volledig doodgezwegen. In de hele jaargang van 1999 en het begin van de jaargang van 2000 lijkt geen enkele melding te worden gemaakt van de VCP. Het enige dat in Manifest geschreven wordt over het conflict, pas nadat de VCP is opgericht, is dat er sprake was van “politiek onjuist optreden” in Scheemda van vijf NCPN-leden, maar dat de NCPN-leiding hierin de overweldigende steun van de lokale bevolking genoot. De verkiezingen erop werd de NCPN in Scheemda vernietigd door de VCP.

Deze absurde geheimzinnigheid is kenmerkend voor de NCPN, die haar interne discussies angstvallig geheim houdt voor de buitenwereld. Dit is jammer, want het uitspreken van interne conflicten kan juist leiden tot kritische introspectie, of op zijn minst wijze lessen voor de rest van de beweging. Bovendien verdwijnen conflicten niet door er simpelweg niet over te spreken, zoals de scheuring tussen de VCP en de NCPN laat zien. De meest veelzeggende uiting die betrekking heeft op dit conflict stamt uit 2016. Jan Ilsink schreef destijds namens het partijbestuur dat de Oost-Groningse communisten een scheuring “provoceerden” en dat dit een slechte stap was omdat het afbreuk deed aan de eenheid van de werkende klasse.7

Over welke processen hebben kunnen leiden tot het ontstaan van deze autoritaire en bureaucratische partijcultuur heb ik meer geschreven in ‘Terug, in de zin van vooruit!’. Het komt in het kort neer op een bureaucratische interpretatie van het democratisch-centralisme. Relevanter voor dit artikel is het verdere verloop van de VCP, dat nu enige tijd als directe concurrent van de NCPN in Oost-Groningen zou voortbestaan. Twee communistische partijen vochten om het electoraat van de rode bakermat van Nederland.

De eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen in de Oost-Groningse gemeente Scheemda waren tekenend. In 2002 wist de VCP bijna 15% van de stemmen te veroveren waar de NCPN bleef steken op 1,5%. In Reiderland, waar het Blauwe Stad-debacle zich afspeelde, wist de NCPN zich in eerste instantie redelijk te handhaven. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 volgde echter de afrekening. De NCPN verloor drie van haar vijf zetels. Enkele jaren later, in 2009, vonden er vervroegde gemeenteraadsverkiezingen plaats in de regio voor de nieuw opgerichte fusiegemeente Oldambt. Met deze verkiezingen zou de NCPN uit de regio verdwijnen en bleef de VCP als enige communistische partij achter.

Oldambt is sindsdien het voornaamste speelveld van de VCP geweest. Er zijn echter wel VCP-afdelingen opgericht in andere gemeenten. Zo zou er vlak na het ontstaan van de VCP bijvoorbeeld sprake zijn geweest van een afdeling-in-wording in de Zaanstreek en was er contact met communisten in Den Haag en Amsterdam. Zo recent als 2019 was er zelfs sprake van een nieuwe afdeling in Nijmegen, maar dit lijkt niet van de grond te zijn gekomen. In 2014 was er een afdeling in de gemeente Pekela die daar zelfs een zetel wist te veroveren. Deze zetel ging echter vrij snel weer verloren na een onduidelijk conflict tussen het raadslid, Johan Swarts, en Engel Modderman. Volgens Swarts zou de VCP onvoldoende een dreigement vanuit extreem-rechtse hoek aan zijn adres hebben veroordeeld. Datzelfde jaar kreeg Engel Modderman overigens als fractieleider van VCP Oldambt meer stemmen dan welke andere Oldambtster politicus dan ook. De partij kon daarmee op vijf zetels rekenen. Het was, op het conflict in Pekela na, een goed jaar voor de VCP.

Sinds 2014 is het bestaan van de VCP voor de buitenstaander relatief onopmerkelijk. Ze houden stand in hun eigen gemeente en lijken verder vrij te zijn van grote interne conflicten, op een enkel opstappend raadslid na. Of we dit positief of negatief moeten opvatten is moeilijk te zeggen. Weinig nieuws over de stand van de partijorganisatie bereikt in ieder geval de buitenwereld.

De politiek van de VCP

We zijn nu bekend met de geschiedenis van de VCP en hebben een vaag idee van haar verloop aan de hand van haar electorale successen. Zoals gezegd weten we weinig over de stand van de partijorganisatie door een gebrek aan beschikbare bronnen. Wel zijn er een aantal documenten beschikbaar van vlak na de oprichting van de VCP, en zijn er door de jaren heen gemeenteprogramma’s geschreven die als graadmeter kunnen dienen voor hun politieke ontwikkeling.

In de eerste plaats is het helder dat de VCP zich in ieder geval nominaal op het marxistisch gedachtegoed baseert. Op de website van de VCP schrijft de partij het volgende: “De Verenigde Communistische Partij (VCP) baseert zich op het wetenschappelijk socialisme zoals dat door Marx, Engels en Lenin is ontwikkeld en stelt zich ten doel het oorspronkelijke socialisme zo zuiver mogelijk in de praktijk te brengen.”8 Wat dit “oorspronkelijk socialisme” inhoudt of hoe je dat “zo zuiver mogelijk” in de praktijk wil brengen blijft helaas onduidelijk. De VCP lijkt niet aan marxistische theorievorming of scholing te (kunnen) doen, dus het is moeilijk om te bepalen wat het termen als ‘socialisme’ of ‘communisme’ voor de VCP betekenen.

De VCP bestrijdt naar eigen zeggen armoede, uitbuiting, fascisme en meer binnen de democratische en maatschappelijke structuren die we in Nederland kennen. Van een communistische partij verwacht je ook zeker buitenparlementaire activiteiten, maar hier lijkt de focus van de partij bewust niet op te liggen. Er wordt klaarblijkelijk vanuit gegaan dat via de gemeenteraad effectief gestreden kan worden tegen allerlei maatschappelijke problematiek die bij het kapitalisme komt kijken. Ook is niet duidelijk of de VCP meent dat het communisme bereikt kan worden via de huidige parlementaire kanalen van het burgerlijk Nederlands staatsbestel of niet.

Wel moet daarbij gezegd worden dat de VCP weldegelijk beperkt buitenparlementair actief is, al heeft het niet de focus. Vrijwel dagelijks zijn de inwoners van Oldambt welkom op het VCP-partijpand te Winschoten om daar in gesprek te gaan met leden van de VCP over problematiek waar ze tegen aanlopen. De VCP probeert dan op haar beurt een passende oplossing te vinden voor het probleem door een helpende hand uit te steken, of het probleem aan de kaak te stellen in de gemeenteraad. Het doet denken aan de hulpdienst die veel SP-afdelingen hanteren. Ook is de VCP actief in verschillende protestbewegingen zoals de Groninger Bodembeweging die zich verzet tegen de gaswinning in het Groninger land. In hoeverre hiermee een slagkrachtige communistische beweging wordt opgebouwd is natuurlijk maar de vraag. Alhoewel het de VCP duidelijk de sympathie van de lokale bevolking heeft gewonnen, is het de vraag in hoeverre deze mensen gewonnen zijn voor communistische politiek. De VCP heeft een aanhang opgebouwd, maar minder op basis van marxistische analyses en meer op basis van sympathiek sociaal beleid, een luisterend oor in combinatie met een helpende hand en principiële oppositie tegen gemeentelijke achterkamertjespolitiek. Wil de partij dit daadwerkelijk om kunnen zetten in een grotere basis van steun voor communistische politiek, dan is ideologische scholing en een duidelijker marxistisch politiek profiel nodig. Als de partij dit niet langer als doel heeft, dan is niet duidelijk waarin ze zich onderscheidt van sociaaldemocratische partijen.

Dit scholen lijkt niet te gebeuren. Het is duidelijk dat de VCP bij haar ontstaan een afkeer had ontwikkeld tegen ideologische discussies en de focus hield op “praktische politiek”. In 2000 schrijft de VCP in een kritiek op de NCPN dat “geheel opgaat” in “…het voeren van ingewikkelde discussies over de theoretische grondslagen van het Marxisme-Leninisme.” Zonder iets af te weten van de discussies binnen de NCPN op dat moment is het natuurlijk moeilijk te bepalen in hoeverre deze opmerking terecht was. Echter, het moge duidelijk zijn dat het probleem nooit is dat mensen “teveel” stilstaan bij hun ideologische fundamenten, hooguit dat ze daarnaast niets anders meer doen. De VCP vervolgt: “Deze discussies kunnen op zich wel belangrijk zijn, maar het gaat volgens de VCP toch in de eerste plaats om praktisch politiek optreden.”9

Deze focus op “praktische politiek optreden” heeft de VCP altijd gehouden en daar is zij ook trots op. De afkeer tegen ideologische discussie lijkt door de jaren in ieder geval verminderd te zijn. Uit gesprekken met VCP-leden blijkt dat er weldegelijk een wens bestaat om marxistische scholingen te organiseren, maar dat het ze simpelweg aan de juiste mensen ontbreekt om dergelijke scholingen op te zetten. Het leidt ertoe dat de partij zich bezighoudt met brood-en-boter-politiek in de gemeenteraad en mensen te weinig wijst op het politieke en economische systeem wat ten grondslag ligt aan de sociale problematiek die heerst.

Een belangrijke les die de VCP uit het conflict binnen de NCPN meegenomen lijkt te hebben is dat socialisme geen “…van boven verordonneerde eenheidsworst” is.10 De VCP stelt naar eigen zeggen tolerantie in de eigen gelederen hoog in het vaandel, maar claimt daarbij dat eenheid voortkomt uit praktisch handelen en niet uit theoretische discussie.

De VCP beroept zich hierbij op het democratisch-centralisme, met een nadruk op de democratische aspecten van dit organisatorische principe. Zo biedt de VCP haar leden de kans om hun punten bespreekbaar te maken binnen de partij en op haar website – mits er maar eensgezind gehandeld wordt nadat er een besluit is genomen. Een prima uitgangspunt dat voor iedere communist wel bekend voor zal komen, zolang de vrijheid van discussie er niet door in het geding komt.

In het verlengde van haar pleidooi voor tolerantie en democratie en haar kritiek op de “commandostructuur” van sommige communistische partijen, levert de VCP ook veel kritiek op de politieke praktijk van “reëel bestaand socialistische” landen. Zo schreef de VCP vlak na haar oprichting: “Een aantal communistische partijen zijn in de loop der tijd verworden tot hiërarchische organisaties, die in hun praktisch optreden nauwelijks verschillen van de uitbuiters die ze zouden moeten bestrijden.”11 Ook recenter heeft Engel Modderman verklaard dat hij nooit zoveel op had met het voormalige Oostblok, maar liever zoekt naar een praktischere invulling voor het communisme in het hier en nu.

Er is echter geen wens bij de VCP om de successen en het falen van eerdere communistische bewegingen te onderzoeken. “De theorieën die in de loop der tijd door talrijke communisten ontwikkeld zijn, vormen daarbij een noodzakelijke inspiratiebron. Het bestuderen van deze theorieën is voor de Verenigde Communistische Partij echter geen doel op zich.”12 Wat overblijft is een beeld van een communistische partij die zich in naam en in ziel baseert op de marxistische leer, maar niet de wens of de middelen bezit om deze leer te bestuderen of zelfs te populariseren onder de aanhang die ze heeft weten te vergaren. In hoeverre de VCP zich daadwerkelijk wil inzetten voor communistische politiek of communisme slechts als inspiratiebron ziet, is hiermee moeilijk te bepalen.

Dit beeld wordt enkel versterkt door de gemeentelijke VCP-programma’s die door de jaren heen zijn verschenen. Het meest recente programma stamt uit 2022 en heet ‘Ervaring uit het verleden, een brede visie voor de toekomst.’13 Het is een kort programma dus wie het interesseert kan het gemakkelijk zelf doornemen. Mijn advies echter is om je tijd nuttiger te besteden.

Het programma opent met met een korte introductie op de VCP waarin de partij probeert te bewijzen dat, alhoewel het een communistische partij is, de partij opkomt voor alle inwoners van Oldambt. De VCP is een “moderne partij” die “zelfs voor de ondernemers en boeren … geen vijand” is. Na decennialang principieel de kant te hebben gekozen van de (land)arbeiders blijken de Oost-Groningse communisten plots geen probleem meer te hebben met ondernemers en boeren. Dit terwijl deze groepen vanuit hun klassepositie wel degelijk een fundamenteel ander klassebelang hebben.

Het communisme van de VCP krijgt een uiterst sociaaldemocratische invulling in deze introductie. Het zou inhouden dat de VCP opkomst voor zaken als hogere lonen, armoedebestrijding, prima zorg, goed onderwijs, “niet afbreken maar opbouwen”, “blik in het verleden, oog op de toekomst”, “géén muren, maar bruggen bouwen” en meer lege leuzen. Wie het programma leest om te ontdekken waar de ‘C’ in VCP nou eigenlijk voor staat wordt teleurgesteld.

Over de verdere inhoud van het programma hoeft ook niet veel gezegd te worden. Het komt er in de kern op neer dat de huidige stand van zaken slecht is, de VCP beweert dat het beter kan zonder precies uit te doeken te doen hoe het beter kan en tot slot wordt beweerd dat het niets extra zal kosten. Het heeft een hoog ‘gratis bier’-gehalte. Op deze manier worden een aantal onderwerpen zoals volkshuisvesting, werk en inkomen, zorg, groen, onderwijs en meer afgehandeld.

Het moge duidelijk zijn dat er voor communisten maar zeer beperkte winst behaald kan worden op gemeentelijk niveau. We streven naar een wereldwijde omverwerping van de kapitalistische orde en de opbouw van een klassenloze samenleving – niet iets dat je binnen de grenzen van één land, laat staan één gemeente kan bewerkstelligen. Daarnaast leert de geschiedenis ons dat op het moment dat je beleid te radicaal wordt, de Nederlandse staat simpelweg ingrijpt om je uit je positie te ontheffen. Dit gebeurde bijvoorbeeld in het Oost-Groningse dorpje Finsterwolde in 1951. Hier won de CPN een absolute meerderheid in de gemeenteraad en zette ze de gemeentekas in om stakende arbeiders van de broodnodige levensmiddelen te voorzien. Op dat moment greep het Nederlands parlement in door een nieuwe wet aan te nemen die het mogelijk maakte om de gemeenteraad van Finsterwolde af te zetten. De democratische keuze van de lokale bevolking werd verworpen en een PvdA-burgemeester werd voor een paar jaar ingesteld als regeringscommissaris om de communisten onder de duim te houden.

Maar dat wil niet zeggen dat we als marxisten onze politiek dan maar moeten verzwijgen op gemeentelijk niveau, of het moeten afdoen met een paar A4’tjes aan lege leuzen en sociaaldemocratische voorstellen. Het programma van Socialisten 010 is naar mijn mening een sterk voorbeeld van hoe marxisten een zinnige invulling kunnen geven aan socialistische politiek op gemeentelijk niveau.14 Het draait hier in het kort om het opbouwen van structuren en instituten voor de arbeidersbeweging die onafhankelijk staan van de burgerlijke staat. 

De partijcultuur

Tot slot wil ik kort iets zeggen over de cultuur en de middelen van de VCP, omdat deze ook niet onbelangrijk zijn.

De VCP heeft de beschikking over een partijpand in het centrum van Winschoten, een van de grotere steden van de provincie Groningen. Dit pand gebruikt de VCP effectief door haar bijna dagelijks open te stellen voor de lokale bevolking. Iedereen die tegen iets aanloopt is welkom om het probleem te bespreken en dan wordt er gezamenlijk naar een oplossing gezocht. Nog effectiever zou het zijn wanneer dit ook gebruikt werd om mensen te scholen in het marxisme en zo te bouwen aan een communistische beweging die ook buitenparlementair actief is, maar dat hebben we al besproken.

De VCP lijkt redelijk zwaar te leunen op Engel Modderman, die sinds haar oprichting in 1999 de voorzitter is. Modderman is duidelijk het gezicht van de partij, maar heeft al aangegeven na deze termijn in de gemeenteraad ermee te willen kappen. Voor de stabiliteit van de partij is het belangrijk dat ze minder afhankelijk wordt van de goede naam van 1 persoon.

Tot voor kort had de VCP een eigen digitale krant, De Waarheid. Een archief hiervan is nog steeds te vinden via dewaarheid.nu.15 Een snelle blik op het archief leert dat het veelal vertalingen van Engelse artikelen betrof, wat niet ongebruikelijk is in communistische kringen. Alhoewel het inhoudelijk absoluut sterker had kunnen zijn is het mooi dat de wens en het inzicht om eigen media op te bouwen leeft binnen de VCP. Jammer natuurlijk dat er blijkbaar niet langer de mensen of middelen zijn om deze krant in leven te houden. Daartegenover staat dat er wel regelmatig artikelen verschijnen op de website van de VCP zelf, namelijk vcpoldambt.nl. Helaas zijn ook deze artikelen vaak van matige kwaliteit en gaan ze vooral over luchtige observaties of zaken uit de Oldambtster gemeenteraad. Iets meer diepgang en inhoud zou goed zijn. Het zou er hopelijk toe leiden dat de VCP gaat nadenken over wat ‘communisme’ voor haar inhoudt en wat er nodig is om dit te bereiken, en dit ook uitspreekt naar haar achterban.

Wie op de website van De Waarheid heeft gekeken zal opmerken dat er het een en ander schort aan de manier waarop de VCP zichzelf online presenteert. De vormgeving is hopeloos verouderd en schrikt lezers af. Op social media is de partij eigenlijk onzichtbaar. De voornaamste digitale uitingen van de VCP zijn de persoonlijke accounts van voorzitter Engel Modderman, die vooral bekend staat om zijn shitposts vol boomerhumor. Het is iconisch en de hoge aantallen likes en comments die hij ermee vangt bewijzen dat het werkt voor een bepaalde doelgroep, maar het is natuurlijk niet houdbaar op de lange termijn. Om de VCP verder uit te bouwen zijn modern vormgegeven digitale kanalen wel een absolute randvoorwaarde.

Het gebrek aan deze zaken die zo vanzelfsprekend lijken voor de meeste organisaties anno 2022 wijst op een ander probleem: vergrijzing. Waar de VCP in 2000 nog pronkt met haar relatief jonge kader is daar 20 jaar later weinig van terug te zien. De gemiddelde leeftijd van de organisatie lijkt boven de 50 te liggen en van een jongerenorganisatie is geen sprake. Vergrijzing is nooit een goed teken voor de toekomst van een vereniging. Als de VCP haar toekomst wil veiligstellen dan lijkt het optuigen van een jongereninitiatief, dan wel het aangaan van banden met bestaande jongereninitiatieven, een absolute noodzakelijkheid.

Tot slot nog een kort woord over de genderbalans binnen de rangen van de VCP: deze lijkt opvallend positief. In tegenstelling tot veel andere partijen lijkt er een relatief groot aantal vrouwen actief te zijn binnen de VCP. Zo haalden ze als enige partij in Oldambt een genderbalans van 50:50 op hun kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022.16

Conclusie

De VCP is, gemeten in zetelaantallen en kiezers, de grootste communistische partij van Nederland. Toch is zij vrijwel onzichtbaar en onbekend buiten Oldambt. Dit is jammer, want ondanks de gebreken die de VCP kent liggen er ook veel mooie kansen. 

Door het gebrek aan marxistische scholing binnen de VCP lijkt de partij zich niet helemaal te beseffen op welk gevaarlijk pad ze zich begeeft. Als je te weinig stilstaat bij je communistische principes dan verwateren ze, wordt je ingekapseld en zak je uiteindelijk af tot het niveau van de PvdA. Hier was de VCP zich in 2000 nog goed bewust van, zoals we eerder hebben kunnen lezen, en het is belangrijk dat ze deze les niet vergeet. De VCP heeft een mooie basis opgebouwd voor communistische politiek, de breedste achterban in heel Nederland. De mensen die ze weet te betrekken zijn lang niet allemaal mensen die overtuigd zijn op basis van communistische politiek, maar het zijn wel mensen die bereid zijn om samen met communisten op te trekken in de klassenstrijd voor onze belangen. Dit is een kans die benut moet worden, deze mensen horen opgeleid te worden tot communisten.

Communisten weten dat hun einddoel niet verwezenlijkt kan worden binnen één gemeente en dat parlementair werk (in combinatie met buitenparlementaire activiteiten) slechts een middel is, en geen doel. Het is daarvoor nodig om samen te werken met andere groepen. Dit kunnen andere socialistische partijen zijn, communistische organisaties, socialistische jongeren of maatschappelijke initiatieven. Er is veel mogelijk, maar die stap moet dan wel gezet worden.

Mijn persoonlijke opvatting is dat socialisten door heel Nederland baat zouden hebben bij het aangaan van een samenwerkingsverband tussen de VCP en andere organisaties. In mijn ogen liggen de verschillende formaties rondom De Socialisten van www.socialisten.org, zoals bijvoorbeeld Socialisten Noord17 die eveneens actief zijn in Groningen, en de jongeren van ROOD, Socialistische Jongeren hier voor de hand als bondgenoten. Al deze organisaties delen een gemeenschappelijk einddoel en leggen de nadruk op het belang van een open, niet-sektarische houding, tolerantie naar meningsverschillen en democratie.

Door het uitwisselen van ervaringen en middelen krijgt de VCP via een dergelijk samenwerkingsverband toegang tot een jongere aanhang en de mogelijkheid tot het organiseren van marxistische scholingen die het praktische werk dat al verricht wordt verbinden met het hogere doel. Socialisten en communisten elders in Nederland kunnen op hun beurt bijdragen aan het opleiden van de niet-geringe VCP-aanhang in de klassenstrijd en het socialisme. Ik geloof dat er voor alle partijen veel te winnen valt bij een dergelijk samenwerkingsverband.

Dat er obstakels zullen zijn die overwonnen moeten worden staat buiten kijf. Echter, door de open houding en tolerante instelling van bovengenoemde organisaties geloof ik dat deze niet onoverkomelijk zijn. 

De VCP is een interessant fenomeen. Tegen de stroom in heeft zij stand weten te houden en zelfs te groeien in een tijdperk waarin we de internationale neergang van alle zelfbenoemde communisten zagen. Nu is de vraag waarheen dit pad zal leiden. Blijft de VCP een regionaal en vergrijzend fenomeen, of wordt zij een van de hoekstenen van de Socialistische beweging die overal in het land opstaat uit de ruïnes van de SP?


Het Communistisch Platform verschaft kameraden uit alle hoeken van de socialistische beweging de mogelijkheid van communisme.nu gebruik te maken om discussie te voeren. Tenzij anders vermeld zijn gepubliceerde artikelen en brieven daarom niet per se representatief voor de opvattingen van het Communistisch Platform.

Auteur