Sara’s handleiding voor linkse infighting
Sara’s handleiding voor linkse infighting

Sara’s handleiding voor linkse infighting

Dit stuk publiceerde Sara Nickname op BROODBUIS en met haar toestemming herpubliceren wij het op onze website. In dit stuk bespreekt ze waarom een open discussiecultuur volgens haar binnen links noodzakelijk is.

De laatste tijd gaat het veel over linkse infighting, wellicht heb je het op je tijdlijn langs zien komen. Zelfbenoemde linkse mensen die niks dan giftigheid uitstralen, tweetjes over hoe we als links samen moeten werken en niet elkaar aan moeten vallen, et cetera. Niet buiten de norm op links; we hebben nou eenmaal een reputatie van constant gebekvecht. Er zijn veel ideologische stromingen en ook in het parlement is links redelijk versplinterd, dus het is niet geheel onlogisch dat de discussie er soms hard aan toe kan gaan.

Dit verhaal zal ik in twee delen opsplitsen: ten eerste, discussiecultuur en kritiek; en ten tweede, sektarisme. Ik zal geen literatuur aanhalen, maar wel leestips ter verdieping aanbevelen. Zie dit meer als een opiniestuk dan een essay. Onderaan dit artikel staat ook een begrippenlijst voor mogelijk onbekend (politiek) jargon.

Discussiecultuur en Kritiek: “Doe eens lief!”

Het creëren van een gezonde discussiecultuur zie ik als essentieel op links. Linkse (internet)bubbels zijn vaak notoir om hun toxiciteit in discussies. Kritiek wordt snel gezien als aanval, wat constructieve discussie in de weg staat. Dit terwijl constructieve discussie uitermate belangrijk is. We zijn als links al jaren aan het verliezen, er is duidelijk iets dat niet goed gaat. Een slechte discussiecultuur zorgt ervoor dat slechte koersen doorgevoerd kunnen blijven worden. Het werkt de macht van de top van de hiërarchie in de hand, die vaak ook de hardste schreeuwers zijn, en krijgen hierdoor vaak onterecht hun gelijk. Om het te onderbouwen met een voorbeeld; op het congres van de SP waren maar enkele minuten spreektijd weggelegd voor van tevoren door de afdelingen gekozen sprekers; het resultaat hiervan is dat alle moties en amendementen aan het programma conform advies zijn aangenomen/verworpen. Er was ook een sneltoets om de stemadviezen te volgen wat overduidelijk ook niet heeft geholpen, maar met enkele minuten spreektijd is het praktisch onmogelijk om discussie te voeren, of om überhaupt een punt te maken. Men moet actief betrokken raken bij de discussie voor een goede uitkomst; niet blindelings gekozen autoriteit opvolgen, dan verandert er namelijk niks, en is de democratie (partijdemocratie, in dit geval) praktisch niet bestaand, of op zijn minst niet functioneel. Er zijn overigens vergelijkbare gebreken geconstateerd in de algehele Nederlandse democratie (wellicht schrijf ik hier in de nabije toekomst nog een stuk over).

Verder zijn discussies vaak, voor beide kanten, bijzonder leerzaam. Men krijgt de kans om hun argumenten aan te scherpen, beide kanten kunnen van elkaar leren en betere uitgewerkte standpunten vormen; wat in meer theoretische linkse kringen vaak ook wel dialectiek genoemd wordt. Dit gaat meer over objectieve zaken, het is vaak ook nuttig om dit soort discussies zo objectief mogelijk te houden. Ik ben daarom ook tegen het gebruik van zinnen als “it’s not my job to educate you”, iets wat ik steeds meer zie gebeuren op links in discussies op o.a. Twitter. Een grens kan prima getrokken worden wanneer een discussie niet nuttig meer is, of überhaupt niet nuttig is om mee te beginnen. Niemand heeft tijd om constant te discussiëren, maar het is belangrijk om dit niet altijd uit de weg te gaan; mensen die bepaalde kennis bezitten moeten deze ook verspreiden. Om wederom een voorbeeld erbij te pakken; ik heb zelf behoorlijk veel moeite met het lezen van theorie (ik ben handiger met cijfers). Toch heb ik een redelijke grip op wat onder andere Marxisme, socialisme, communisme betekenen, dankzij informele discussies, lees- en discussiegroepjes, et cetera.

Hoe ziet een gezonde discussiecultuur er uit? Hoe kan deze gefaciliteerd worden? Op de eerste plaats is het belangrijk om drogredenen te vermijden, en discussie voornamelijk te voeren op inhoud. Ik zie steeds vaker dat de partij waar iemand bij aangesloten is, gebruikt wordt als argument. Dit is vaak sektarisme; hier zal ik iets later over uitwijden. Persoonlijke aanvallen zijn sowieso uit den boze voor een constructieve discussie. Ook argumenten als “je hebt XYZ niet gelezen, dus je hebt hier geen recht van spreken over” zijn meestal nutteloos, en niet constructief. Ik schrijf hier ‘meestal’ omdat er ook uitzonderingen zijn; men kan geen kritiek van het Communistisch Manifest schrijven zonder deze eerst gelezen te hebben. Een algemenere kritiek kan echter altijd.

Ik snap het, op mensen dunken kan heel leuk zijn. Op links valt er echter niks te winnen op deze manier. Heel af en toe is niet erg, als men zelf niet constructief is bijvoorbeeld, of zich ronduit toxisch gedraagt. Dit betekent overigens niet dat we in discussie met de rest van het politieke spectrum vrij spel hebben; enkel agressie reflecteert ook slecht op de beweging wanneer het ook ludiek of inhoudelijk kan.

Ik denk ook dat we als links moeten oppassen dat we niet te veel in dogma’s moeten vervallen. Ik zie nu zelf vaak dat intersectionaliteit gezien wordt als essentieel in sommige linkse kringen, kritiek hierop lijkt niet geaccepteerd te worden door een bepaalde bubbel op progressief links. In mijn ervaring gaat het gesprek weinig over inhoud, en meer over mij als persoon, mijn kennis, et cetera. Ik merkte ook veel stropopargumenten; kritiek op intersectionaliteit is opeens tegen antiracisme en antidiscriminatie in haar algemeen zijn (dit terwijl ik in dezelfde adem kritiek uitte op mijn eigen partij voor het onvoldoende benoemen van discriminatie); opeens ben je een klassereductionist. Daar is weinig nuttige discussie meer te voeren, en is bovenal nogal toxisch. Intersectionaliteit is overigens maar een voorbeeld, er zijn genoeg andere dogma’s op links waar dezelfde problemen bij komen kijken. Het lijkt me dat het bestaande probleem nu enigszins duidelijk is geschetst. De oplossing is echter vrij simpel; constructief meedoen aan discussie. Het belang van discussie in haar algemeen benadrukken is hierbij ook nuttig; doe daarom voorstellen in je eigen partij, vereniging of beweging voor politieke cafés of andere middelen om discussie een plek te geven, en blijf vooral ook kritisch kijken naar de gang van zaken.

Sektarisme: “Hoe durf je een mening te hebben als lid van […]?”

Ik zie steeds vaker dat men aangevallen wordt op basis van hun partijlidmaatschap. GroenLinksers zijn niet links genoeg, SP’ers zijn racisten, en ga zo maar door. Ik zie dit niet als nuttig. Het is op zichzelf al een nutteloze stropop die discussie in de weg staat. Leden wijken in hun opvattingen vaak af van hun partijen, en kunnen intern ook bezig zijn voor een andere koers. Natuurlijk vindt iedereen hun eigen partij of club beter, maar als het hier niet expliciet over gaat is het nogal sektarisch om dit op te brengen. Alle linkse partijen hebben op dit moment fundamentele gebreken. Dit is niet onverklaarbaar met hoe doodgebloed de gehele beweging is, maar de oplossing is in ieder geval niet om maar gewoon bij een andere partij aan te sluiten.

Wat betreft partijen moet ergens natuurlijk wel een grens getrokken worden. D66 is niet links te noemen, daar wil je niet mee samenwerken. Gelegenheidssamenwerking kan natuurlijk wel, maar als antikapitalistische partij samenwerken met kapitalistische partijen loopt vaak op niks uit behalve het doodbloeden van de antikapitalistische beweging. Wat antikapitalistisch is en wat niet is natuurlijk ook nog een discussie op zich. Ik ben zelf voorstander voor eenheid tussen diverse marxisten; pak ‘m beet, van linkse, daadwerkelijke sociaaldemocraten tot en met linkscommunisten. Dit is ook een discussie die verder uitgediept zou kunnen worden. In ieder geval zijn er veel afwegingen voor een marxist of antikapitalist om te maken voor ze lid worden van een partij; partijen in de Kamer zijn amper nog antikapitalistisch te noemen, ook al hebben ze wel linksere origines. Daar tegenover staan kleinlinkse bewegingen, met vaak wel linksere politiek, maar andere gebreken, zoals bijvoorbeeld sektarisme en gebrekkige discussiecultuur. Dit verschilt per club natuurlijk, en is ook aanwezig in grotere linkse groeperingen (zoals de SP). Kleinlinks is ook klein met een reden, er zit hier vaak niet veel potentieel in (mede door deze niche politiek, sektarisme, slechte discussiecultuur naar buiten toe, onder andere, veel van deze clubjes zijn ook al jaren bezig zonder enige groei of perspectief), op zichzelf als individuele organisaties in ieder geval. Dit is uiteraard een afweging die sommigen anders kunnen maken. Mensen hebben ook verschillende politieke prioriteiten, wat ook meeweegt. Hoe mensen dit invullen valt over te discussiëren, maar één kwestie kan niet de enige focus zijn en moet constructieve discussie niet in de weg staan.

In conclusie is het belangrijk om objectief discussie aan te blijven gaan binnen onze beweging. Scholing en discussie faciliteren is hierbinnen ook erg belangrijk, discussieavonden, leesgroepen, scholingen et cetera zijn allemaal erg nuttig om te hebben voor zowel een functionerende interne democratie als voor onszelf, om uitingen naar buiten toe te leren onderbouwen. Daarnaast moeten we niet enkel langs partijlijnen bewegen, ook niet als volledig links blok optrekken, maar een tactische overweging maken van wat passend is voor de beweging. Wanneer is een gehele samenwerking passend, en wanneer is een gelegenheidssamenwerking geschikt? Dit zijn allemaal discussies die per geval nog uitgewerkt moeten worden.

Begrippen

Dialectiek: Dit is een vrij moeilijk filosofisch begrip met meerdere betekenissen en gebruiken, maar waar ik hier op doel is voornamelijk het these-antithese-synthese schema. Een these is hierin een stelling, een antithese een tegenovergestelde stelling (met tegenargumenten etc.), en de synthese is de oplossing van het conflict, gezamenlijke waarheden worden hierbij samengevoegd. Zie dit voorbeeld:”

  • Je mag nooit liegen (these)
  • Wel als je daarmee het leven redt van een onschuldig kind (antithese)
  • Liegen mag niet, tenzij je er onschuldige levens mee kan redden (synthese)”

Dit geldt voornamelijk voor objectieve discussies.

Dogma: een leerstelling die door een religie, ideologie of organisatie als onbetwistbaar wordt beschouwd. Een dogma is een concept ter onderbouwing van een gedachtegoed, daarom wordt de aanhanger van dit gedachtegoed geacht er niet van af te wijken en het nooit aan te vechten.

Intersectionaliteit: het fenomeen dat “maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende assen, die elkaar snijden” de notie dat individuen in een samenleving discriminatie en onderdrukking ondervinden op grond van een veelvoud van factoren. De term wordt o.a. gebruikt binnen genderstudies, sociologie en bepaalde politieke en maatschappelijke discussies.

Klassereductionist: Iemand die alle onderdrukking reduceert tot klasse. Andere vormen van onderdrukking worden wel ‘na de revolutie’ aangekaart/verdwijnen dan vanzelf. Dit is meer een verwijt dan daadwerkelijke stroming.

Kleinlinks: buitenparlementair (radicaal)links (BIJ1, Internationale Socialisten, NCPN, Vrije Bond, et cetera.)

Linkscommunisten: Aanhangers van linkscommunisme: “een verzameling van communistische ideologieën. […] Linkscommunisten zien zichzelf als links van de leninisten (die zij zien als ‘de linkerzijde van het kapitaal’, niet als socialisten), anarchisten (alhoewel zij sommigen wel erkennen als internationalistische socialisten) en andere linkse ideologieën. [… ]Echter, zij worden verenigd door anti-leninisme, verzet tegen nationalisme, non-participatie in verkiezingen en het geloof in de absolute noodzaak van een wereldrevolutie.”

Sektarisme: De neiging van een (in dit geval politieke) beweging om zich af te scheiden van de grotere beweging (en soms de maatschappij).

Sociaaldemocraat: Iemand die sociaaldemocratie aanhangt: “van oorsprong een parlementair ingestelde variant van de bredere socialistische beweging, die door middel van verkiezingen en staatsgeleide hervorming van het kapitalisme tot een egalitaire maatschappij wil komen.”

Stropopargument: een type drogreden waarbij men niet het werkelijke standpunt van de tegenstander weerlegt maar een (karikaturale) variant daarvan. Men interpreteert het standpunt van de tegenstander zodanig dat dit standpunt gemakkelijk te weerleggen is en suggereert dan dat dat het werkelijke standpunt van de tegenstander is.

Verder lezen:  het belang van discussie van Mathias Marin.

Dit stuk is meer gefocust op de context van de SP, maar de redenaties kunnen ook gebruikt worden binnen andere organisaties. Ik heb zelf ook te maken met deze context, en denk dat het erg nuttig en zelfs noodzakelijk is om hier lessen uit te trekken.

Bronnen definities:

https://nl.wikipedia.org/wiki/These-antithese-synthese

https://nl.wikipedia.org/wiki/Dogma_(algemeen)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Intersectionaliteit

https://nl.wikipedia.org/wiki/Linkscommunisme

https://nl.wikipedia.org/wiki/Sociaaldemocratie

https://nl.wikipedia.org/wiki/Stropopredenering


Het Communistisch Platform verschaft kameraden uit alle hoeken van de socialistische beweging de mogelijkheid van communisme.nu gebruik te maken om discussie te voeren. Tenzij anders vermeld zijn gepubliceerde artikelen en brieven daarom niet per se representatief voor de opvattingen van het Communistisch Platform.

Auteur