Het programma van de SP: tussen opportunisme en principe
Op maandag 21 september heeft de Socialistische Partij haar voorstelprogramma ‘Stel een Daad’ voor de Tweede Kamerverkiezing gepubliceerd. Communistisch Platform komt met een reactie.
Verkiezingsprogramma’s zijn een van de momenten waarop leden van de SP zich kunnen uitspreken over de koers van de partij. Nu het eerste concept gepubliceerd is zal zoals gebruikelijk hier in elke afdeling een overleg over plaatsvinden en zullen afdelingen leden afvaardigen voor regioconferenties. Bij deze conferenties is een afvaardiging van de programmacommissie aanwezig. Zij zullen wijselijk luisteren naar het goede advies van afdelingen, om daarna, naar eigen inzicht, het programma nog enigszins aan te passen. Hierna volgt nog een tweede discussieronde in de afdelingen, met de mogelijkheid om concrete amendementen op het programma in te dienen. Uiteindelijk zal hier dan over gestemd worden op een congres.
Helaas is het de bedoeling dat de eerste ronde Algemene Ledenvergaderingen al plaatsvinden tussen woensdag 23 september en zaterdag 3 oktober. Het eerste moment hiervoor is dus twee dagen na publicatie, waarbij je je kan afvragen in hoeverre mensen het stuk goed hebben kunnen lezen, laat staan er goede kritieken op te formuleren. Het heeft dan ook alle schijn dat kritiek niet zo gewaardeerd wordt. Bepaalde voorstellen uit het programma zijn al als voldongen feit aan de pers gepresenteerd, sommigen zelfs al vóór het moment van publicatie.
Desalniettemin moet van het moment gebruik gemaakt worden om samen na te denken over wat voor partij we eigenlijk willen. Als actieve SP-leden is het ons recht om hierover mee te denken, ongeacht hoe de partijtop hierover denkt. Om hier een bijdrage aan te leveren, hebben wij in grote lijnen onze kritiek opgeschreven. Het gaat ons hier niet om een onsje meer of minder, maar om de fundamentele positionering van de SP, van dit programma, en het nut van programma’s in het algemeen.
Regeringsdeelname
De partijtop van de SP schreeuwt het al een tijdje van de daken: de partij wil regeren. Geen kans wordt onbenut gelaten om te melden dat de SP nu toch echt wil regeren, of het nou intern richting de leden is of naar de media naar buiten toe. Zo gaf Marijnissen na haar verkiezing als lijsttrekker op de partijraad aan dat het doel regeren is. Ook werd recenter het voorstel om het programma niet door te laten rekenen door het CPB op de laatste partijraad van de hand gewezen omdat het Lillian buitenspel zou zetten in de coalitieonderhandelingen. Deze regeringsdrang uit zich al een tijdje sterk in alle regionen van de partij: voorstellen worden gemeten aan de hand van haalbaarheid en uitingen worden aangepast naar wat marketingbureaus denken dat populair is onder kiezers. Of het nou gaat om 14 euro per uur of gratis onderwijs, alles wordt langs de meetlat van kapitalistische rekenmodellen gezet.
Dit verlangen naar meer salonfähig worden richting een coalitiedeelname is duidelijk terug te vinden in het programma. Het programma is flink ingekort. op zichzelf is dit geen probleem, de manier waarop de SP het hier heeft gedaan is echter wél een probleem. Met het inkorten is ervoor gekozen om de meeste eisen zo vaag en open mogelijk te formuleren. Zo wordt er vaak gerefereerd naar de langere termijn voor eisen. het tijdspad dat men hiermee voor ogen heeft is onduidelijk, hoe men deze eisen verwacht te bereiken zijn nog onduidelijker. Zo wordt er gezegd dat er wordt gestreefd naar een inkomensafhankelijk huur van een kwart van het inkomen, tegelijkertijd wordt erbij vermeld dat “De huren (…) de komende regeerperiode niet omhoog [gaan].” Zo probeert het programma haalbaarheid voorop te stellen en het programma toch zonder kleerscheuren langs de kritische leden te krijgen. Tegelijkertijd is ervoor gekozen om alles dat niet vaag is geformuleerd hyper specifiek en haalbaar te maken. Zo kan dit als grote overwinning worden gepresenteerd als deze eisen worden ingewilligd aan de onderhandelingstafel. Denk hierbij aan vreemde, te specifieke eisen als preventieve mondzorg voor kinderen dat wordt opgeschaald en het verbieden van specifieke soorten van plastic.
Nationalisme/burgerschap
Een opvallend kenmerk van het programma is de nadruk op burgerschap. Het programma maakt duidelijk dat burgers van Nederland veel belangen delen. Of je nou arm of rijk bent, we zijn allemaal Nederlanders en dus hebben we gezamenlijke belangen. Burgers zouden samen van onderop moeten optreden om misstanden aan te pakken. De rijkste burgers moeten een eerlijk deel bijdragen voor de gezamenlijke samenleving. Voor migranten is het belangrijk dat zij zo snel mogelijk inburgeren.
Daarmee wordt de toon gezet. Dit is geen programma voor de arbeidersklasse, maar voor de Nederlander. De tegenstelling die de SP schetst is niet tussen arm en rijk, maar tussen Nederlandse burgers aan de ene kant en onpersoonlijke internationale bedrijven en transnationale instituten zoals de EU aan de andere kant. Niet alleen burgers maar ook het Nederlandse MKB moet volgens het programma beschermd worden tegen deze internationale dreiging.
Categorieën als Nederland of Nederlander zijn echter geen neutrale termen. De invulling van wat Nederland is, of wat het betekent Nederlander te zijn, is geen democratische beslissing. Zij vloeien voort uit de reële machtsverhoudingen tussen heersers en overheersten, in de eerste plaats de verhouding tussen kapitalisten en arbeiders. Het huidige systeem mag dan democratisch heten, het zal nooit in staat zijn het kapitalistische fundament te ontstijgen.
Het programma staat vol met voorstellen over hoe we de macht van internationale bedrijven en de EU in gaan perken met behulp van Nederlandse wet- en regelgeving, maar gaat daarmee volledig voorbij aan het feit dat kapitalisten niet volgens de regels hoeven te spelen. Het is een illusie om te denken dat enige vorm van socialisme ingevoerd kan worden door simpelweg in het huidige democratische systeem de meerderheid of een groot aantal kiezers te winnen en bepaalde wet- en regelgeving in te voeren. De huidige democratische orde kan razendsnel uitgehold en teniet gedaan worden op het moment dat deze tegen de belangen van het kapitaal ingaat. Dit is bijvoorbeeld zeer duidelijk aangetoond in Griekenland, toen SYRIZA daar aan de macht kwam. Binnen enkele maanden werd zij op haar knieën gedwongen en voerde ze uiteindelijk de eisen van internationaal kapitaal uit, ondanks een duidelijk democratisch mandaat om dat juist niet te doen.
Willen we echt weerstand bieden tegen kapitalisten, dan kan dit simpelweg niet van achter de Nederlandse grenzen, met behulp van Nederlandse wetten en het Nederlandse staatsapparaat. Hiervoor zullen we iets veel groters moeten opbouwen: een Europese arbeidersbeweging met eigen onafhankelijke instituten, voorbereidend op een algehele machtsovername. Alleen zo kan er voorkomen worden dat een linkse regering in isolatie wordt gedwongen en wordt verslagen door het internationale kapitaal.
Economisme
Wat ook opmerkelijk is aan het programma is de grote nadruk die wordt gelegd op economische eisen. Een groot deel van de eisen is economisch van aard en laten andere overwegingen hier grotendeels buiten. Deze economische eisen lijden aan dezelfde problemen als de rest van het programma: zij zijn of opportunistisch vaag gehouden of verworden tot slappe eisen die ook nog eens op de lange baan worden geschoven. Het grootste deel van de punten blijft hangen in vaagheden als dat dingen eerlijker moeten, meestal door wat hogere belastingen voor multinationals en lagere voor de rest, meer fundamentele vragen over bijvoorbeeld de grootschalige democratisering van de economie worden grotendeels genegeerd. Als deze democratisering van de economie wel genoemd wordt, dan wordt deze democratisering vooral voorgesteld als de uitbreiding van de al bestaande instituten als ondernemingsraden, en zelfs dan maar half.
Het programma stelt dat de werknemers van grote bedrijven de helft van de macht binnen het bedrijf in handen moeten krijgen tegenover de helft van de aandeelhouders. Tegelijkertijd dienen aandeelhouders die langer aandelen in handen hebben meer macht te hebben dan aandeelhouders die hun aandelen korter in bezit hebben. Dit wordt gecombineerd met een deel van de winst van het bedrijf van onduidelijke hoogte die richting de werknemers dient te gaan. Deze eisen zijn niet alleen onvolledig, zij missen ook compleet de kwestie van de machtsverhoudingen en de tirannie van de markt. Bij winstdeling zouden in feite delen van de arbeidersklasse tegen elkaar uitgespeeld worden. Zo worden zij niet alleen aangemoedigd mee te gaan in de onderlinge concurrentiestrijd tussen bedrijven, ook wordt het in hun direct belang om als bedrijf winstmaximalisatie na te streven, in plaats van hogere lonen. Hierdoor zullen er situaties ontstaan waarin arbeiders ontslaggolven of fusies steunen om de eigen bonus op korte termijn in stand te houden of vergroten.
De afgelopen periode dweept de SP steeds vaker met het beeld van Marx. daar lijkt het dan ook vooralsnog bij te blijven, enkel het beeld van. Niet alleen zijn de hiervoor genoemde eisen te vaag of niet ingrijpend genoeg, als het programma een definitie van klasse moet geven komt het met het volgende: “Dat geldt ook voor de achterstelling van mensen op basis van klasse, ofwel van mensen met een lagere opleiding of lager inkomen.” Hier wordt er expliciet gekozen om een sociologische visie van klasse te hanteren in plaats van een marxistische. Zo wordt het pijnlijk duidelijk dat de keuze om steeds meer met het beeltenis van Marx te doen er vooral één lijkt te zijn die is bedoeld om de kritische leden tevreden te stellen zonder hier inhoudelijk wat mee te doen.
Democratie
Naast de veelvoud aan economische eisen, bevat het programma ook een politiek gedeelte. Het opvallende aan het politieke gedeelte van het programma is dat er heel weinig invulling wordt gegeven aan hoe politieke en economische machtsstructuren werken. Hierdoor zijn de oplossingen die worden geboden dan ook kortzichtig tot in het extreme.
Voor het eerst in jaren wordt er weer gelijk in een concept-programma neergezet dat wij een republikeinse partij zijn. Maar wat vervolgens een republiek is, en hoe wij dat als socialisten zien, wordt compleet in het midden gelaten, terwijl er ook geen specifieke hervormingseisen worden genoemd.
De kern van de voorgestelde democratische eisen is het bindend correctief referendum, wat als eerste en belangrijkste eis wordt neergezet. Daarnaast gaan de eisen vooral om het bestrijden van corruptie en machtsmisbruik: denk aan openheid over donaties aan politieke partijen, het huis voor klokkenluiders, ‘huizen van recht’, enzovoorts.
Het centrale probleem hiermee is dat het programma de democratische tekortkomingen aanwijst als zijnde excessen, waarbij banken en bedrijven ‘te veel’ invloed zouden hebben. Dit gaat aan het feit voorbij dat in de kapitalistische economie de (liberale) staatsvorm volledig vervlochten is met dit kapitalistische systeem. In de burgerlijke rechtspraak is privaateigendom een heilig gegeven (iets waar wij als partij al tijden zwijgend mee instemmen).
Deze heiligheid werkt door in het geheel van het staatsapparaat. Kapitaal heeft de vrijheid om uit te buiten, het geweldsmonopolie wordt gebruikt om privaateigendom te verdedigen en het leger wordt ingezet om de positie van de Nederlandse staat te verdedigen in de internationale hiërarchie van staten, onder andere via de NAVO. Door te pleiten voor hervorming, verdedigt de programmacommissie het bestaansrecht van deze repressieve organen. Ze pleit zelfs voor uitbreiding van het wapenarsenaal van boa’s.
Onder het kapitalisme laat democratie twee gezichten zien. Zij houdt de schijn op dat de massa’s de macht hebben in de maatschappij, waardoor de elite grotendeels de vrije hand krijgt om de bevolking uit te buiten. Want binnen de burgerlijke staat is er een enorm onderdeel van de maatschappij waar kapitalisten het alleenrecht hebben: de economie. Daarnaast is er een proces om democratie continu te vernieuwen, een substantiële inhoud te geven. Democratie kan echt enkel daadwerkelijk worden bereikt wanneer de werkende klasse de leiding neemt in de strijd om ook de economie te laten controleren door het volk. Maar hierover zwijgt het concept-programma. De programmacommissie behandelt de staat als een neutraal instrument.
Wat betreft economische democratie geldt in feite hetzelfde probleem. Het programma bevat een voorstel om de macht van de werkvloer uit te breiden, voornamelijk door de inspraak van de OR te vergroten. Maar dit soort wetgeving is geen neutraal gegeven en zal onder constante druk staan van de kapitalistenklasse.
Zij zullen alle middelen gebruiken om vertegenwoordiging van de arbeidersklasse binnen het bedrijf te ondermijnen, om te kopen, of om via langlopende juridische procedures te proberen besluiten van de arbeiders te doorbreken. Hierin heeft de kapitalistenklasse het voordeel omdat zij nog steeds de economische macht over het bedrijf hebben, zij meer geld in kas hebben en de uitbuitingsrelatie blijft bestaan.
De sleutel in het tegengaan van dit proces is zelforganisatie van de arbeidersklasse. Alleen door zichzelf te organiseren kan de arbeidersklasse tegenmacht bieden. Maar over de zelforganisatie van onze klasse zegt dit programma geen woord. Zelfs elementaire eisen om dit te ondersteunen, zoals uitbreiding stakingsrecht, wat voorheen wel in het programma stond, zijn verdwenen.
Voor daadwerkelijke democratisering moeten we een programma hebben dat elke juridische, structurele en sociaaleconomische beperking of vervorming op heerschappij van het volk opheft en tegengaat.
We moeten het als partij hebben over fundamentele zaken zoals het opheffen van staatsgeheim en het openen van de boeken, het vervangen van het staande leger door een volksmilitie onder democratische controle, collectief verkozen bestuur, vrijheid van informatie etc.
Dit betekent dat de strijd voor democratie de centrale taak van het programma moet zijn. Zonder het streven naar een fundamenteel andere staatsvorm zijn alle andere politieke en economische eisen niks meer dan holle frasen.
Het doel van programma’s
Dit brengt ons bij het doel van politieke programma’s. Programma’s vormen de basis voor hoe een politieke partij eruit ziet. Het vormt de tactische en strategische basis waarop we ons als partij baseren. Dit brengt gelijk een fundamentele vraag naar voren. Willen we een partij zijn die staat voor fundamentele transformatie van het economische systeem en de politiek, of willen we een partij zijn die streeft naar onderdeel worden van het staatsbestel?
De huidige partijleiding maakt duidelijk de keuze voor de tweede optie. Dit roept echter vragen op. De recente geschiedenis laat zien dat kapitaal vandaag de dag totaal niet bereid is om links-reformistische of sociaaldemocratische partijen op te nemen in haar bestel. De aanvallen op Syriza en Corbyn zijn hier duidelijke illustraties van.
Zelfs voor een programma als dat van de SP is dus niet de ruimte om geaccepteerd te worden. De eerste reacties in de burgerlijke media die de SP ridiculiseerden voor bijvoorbeeld het standpunt rond de euro laten dit al zien. Dit soort zaken, laat staan de eisen rond economische democratie, zullen door de kapitalistische partijen als breekpunt worden gezien.
Dit zet de partij dus voor een keuze neer. Wil het doorgaan op de weg van regeringsdeelname dan moet het dus zelfs deze bescheiden eisen overboord gooien. Dit zou de partij fundamenteel veranderen. Echter blijft dan de vraag wat het bestaansrecht dan nog is van de partij. Het zou in feite niet meer te onderscheiden zijn van een GroenLinks of PvdA, of zelfs een CDA of ChristenUnie.
De andere weg is het accepteren van een programma wat niet de nauwe verkiezingscyclus en regeringsdeelname als uitgangspunt neemt, maar sociale revolutie door middel van politieke machtsovername.
Hiervoor moeten we een duidelijk programma hebben wat inzet op de onafhankelijkheid van de arbeidersbeweging, het opbouwen van een alternatieve macht door zelforganisatie van de klasse en het opbouwen van sociale bewegingen. Een partij die de kapitalistische machtsstructuur kan doorbreken en vervangen door daadwerkelijke democratie.
De partij die wij willen opbouwen staat voor een ander soort maatschappij, een daadwerkelijk menselijke maatschappij, het socialisme. Wij willen hiervoor alle politiek bewuste lagen in de werkende klasse organiseren, een massale politieke beweging creëren die zich actief inzet voor deze nieuwe maatschappij. Hiervoor moet er dus gebroken worden met de huidige richting die de partij inslaat. Dit zal de inzet moeten zijn richting de ledenvergaderingen en het congres.