In dit artikel gaat kameraad Mars Woudt in op de discussie binnenin de Socialisten over of deze partij-in-wording een communistisch programma moet hebben. Hij bekritiseert de inzet van ons Platform om op zo’n programma in te zetten en zet daar een andere strategie tegenover. Als CP vinden wij publieke discussie over de koers van de arbeidersbeweging van groot belang en wij verwelkomen dan ook dit soort bijdragen op de site.
Recentelijk werd in de groepschat van mijn ROOD-groep een discussie gevoerd over de vraag of “de Socialisten een communistisch programma moet hebben”. Deze discussie is op gang gekomen omdat er binnen de Socialisten onenigheid bestaat, en naar de voorgrond is getreden, over wat voor programma onze partij moet gaan krijgen. Als reactie op deze discussie heb ik besloten om dit stuk te schrijven waarin ik hopelijk een visie op hoe verder te gaan als communist binnen de Socialisten, dat de binaire inkadering van “communistisch programma, ja of nee” verwerpt.
Laten we eerst beginnen met mijn eigen politiek. Ik ben communist. Ik ben Marxist. Ik ben geen lid van Communistisch Platform, ondanks dat ik het vaak voor een groot deel eens ben met deze factie. Helaas heeft de Socialisten nog geen volwaardig publicatieplatform voor dit soort inzendingen, dus staat het op de site van het Communistisch Platform (hierna: CP). Ik wil uiteindelijk een communistische massapartij opbouwen binnen Nederland en daarbuiten. Dit verteld hebbende is hopelijk iets duidelijker vanuit welke hoek ik dit stuk heb geschreven.
Het doel van de Socialisten
De discussie over “wel of geen communistisch programma” slaat wat mij betreft de plank volledig mis ten opzichte van wat de Socialisten op dit moment is en wat het moet zijn. De discussie wordt door de enige daadwerkelijk grootschalig georganiseerde factie, CP, ingekaderd binnen hun ideologische kleppen. CP wil graag een communistische partij opbouwen1 en dat uiteindelijke doel hebben we gemeen, maar deze argumenten rusten op bepaalde gedachtestappen die niet gelijklopen met de werkelijkheid en meer schade kunnen aanrichten dan goed doen. Om te zien waarom, moeten we kijken naar wat het doel van de Socialisten is.
De Socialisten is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen een samenraapsel van ROOD, CP en alles links van de SP, van Trotskisten tot anarchisten tot sociaal-democraten, met één belangrijk doel: een brede, antikapitalistische partij die deze groepen samenbrengt in effectieve politiek, die de versplintering op links terugdraait en ruimte biedt voor verschillende opvattingen.
Dit doel streef ik ook na. Dit doel is een van de standpunten die CP wil bereiken door het ondersteunen van en en werken binnen de Socialisten2. Dit doel is een van de grondslagen die bestaansrecht geeft aan de Socialisten.
CP zelf geeft hier verder in hun visie invulling aan door een op facties gebaseerde partijorganisatie voor te stellen. Volgens CP zouden de verschillende stromingen zich moeten organiseren in facties. Deze facties zouden dan standpunten kunnen uitwerken tussen deze gelijkgestemden, facties zouden op factiebasis elkaar bediscussiëren om zo de juiste politiek boven tafel te krijgen en het zou duidelijk moeten zijn voor nieuwe leden, door het bestaan van deze openlijke facties, welke meningen er heersen binnen de partij en waar een lid terecht kan met diens politiek binnen de grotere groep. Tot dusver de visie van CP 3.
Voor dit stuk zal ik de discussie over of een partij op factiebasis goed is achterwege laten. Maar als wij deze drie dingen bij elkaar leggen, het feit dat CP een communistische partij nastreeft, het feit dat CP tegelijkertijd de Socialisten een brede organisatie wil laten worden en het feit dat CP opereert vanuit het perspectief van een factiepartij, zien we tegenstellingen en incongruentie ontstaan.
De staat van facties
Laten we facties als eerste behandelen. Realiteitscheck: CP is de facto de enige georganiseerde factie binnen de Socialisten en ROOD (d.w.z. met genoeg leden dat ze impact hebben en directe invloed uitoefenen). Er zijn veel, heel veel leden, verreweg de meerderheid, die zich niet voldoende kunnen vinden in de politiek van CP om lid te worden. Dit is een groep van radicale sociaal-democraten zoals Eric Meijer tot Trotskisten zoals Gijs in het ROOD-bestuur of mensen zoals Alex de Jong en anarchisten. Let op, de drie leden die ik hier bij naam noem zijn al de meer politiek onderlegde en mondige leden van deze grote groep leden die geen CP-lid zijn.
De grote meerderheid van leden zijn leden die politieke opvattingen hebben die, zoals Mao uitlegt in zijn stukken m.b.t. de massalijn, “verspreid en onsamenhangend zijn” 4. Dit is geen afwijzende of neerbuigende beschrijving maar enkel de constatering dat de grote meerderheid van leden, inclusief de leden die zich op dit moment in het nauw gedreven voelen (meer hierover later) nog niet voldoende politieke ervaring, training en kennis hebben om hun ideeën, die volledig correct (kunnen) zijn, om te zetten naar een coherent concurrerend programma, naar moties die tegen die van CP ingaan of nog geen volledige polemieken kunnen schrijven waarin zij hun mening en ideologie kunnen verwoorden. Het hebben van meningen en het kunnen articuleren van deze meningen binnen een ingewikkelde publieke politieke discussie zijn twee compleet verschillende dingen.
Het is de taak, zoals Mao zei, van communistische leiders om deze ideeën te ontvangen, te noteren, te systematiseren en deze in een concretere, helderdere vorm terug te geven aan de massa’s (of in dit geval, onze eigen leden).
Als CP daadwerkelijk het doel nastreeft om een brede organisatie te helpen stichten, dan kan het niet handelen alsof ons kader al getrainde, volledig belezen supersoldaten zijn. Slechts enkelen voelen zich zeker genoeg om deel te nemen aan het schrijven van moties, zich te mengen in discussies, mee te doen in de programmacommissie en meer van dit soort zaken. Nog minder leden hebben het ego om te beweren te weten wat de weg naar de verlossing is. Dit is duidelijk te zien in het feit dat, buiten CP om, er vrijwel niemand zich durft te kandideren voor bestuursposities (zie de kleine besturen binnen elke laag), zo erg dat CP zichzelf binnen ROOD bewust heeft gelimiteerd in het aantal kandidaten voor het bestuur ten behoeve van het behoud van vrede.
Huidige oppositie en risico op breuk
Zoals hierboven uitgelegd, is er veel ongeorganiseerde oppositie tegen CP en, in mindere mate, marxistische politiek binnen de Socialisten. Zoals sommigen wellicht hebben opgemerkt in gesprekken binnen verschillende lagen van de partij, is deze oppositie vrij fundamenteel. Er zijn veel leden die, op dit moment, een communistisch programma een onoverkoombaar punt van verschil vinden. Mocht op de volgende conferentie een dergelijk programma worden aangenomen, dan zullen deze leden zich daar op individuele basis niet bij neerleggen. Enkele leden hebben al aangegeven dat zij “bij de Socialisten zitten, niet een communistische organisatie”, een verklaring van intentie om weg te gaan mocht het zo ver komen.
Hier komt de crux van dit artikel. De huidige CP tactiek is:
- De partij dient zich in facties te organiseren;
- Wij zijn georganiseerd in deze vorm;
- Als je het niet eens bent met onze motie, stem je het weg;
- Facties dienen zichzelf te mengen in commissies of alternatieve concurrerende voorstellen te doen;
- Als de meerderheid iets beslist, en jij verliest hierin, dan probeer je het de volgende keer opnieuw door mensen te overtuigen (democratisch centralisme).
Helaas voor CP, is de rest van de partij op dit moment niet dusdanig georganiseerd en is deze modus van opereren (democratisch centralisme) bij lange na niet bij iedereen een kernwaarde of überhaupt bekend. Met gestrekt been een stemming ingaan gaat dus, net zoals binnen ROOD in het klein is gebeurd, spanning opleveren uit de rest van de organisatie. In dit geval gaat de spanning over het fundamentele document van de politieke organisatie als geheel. De oppositie die op dit moment binnen de Socialisten bestaat is nog niet op het politieke niveau om op gelijke voet tegen de georganiseerde kracht van CP (en de kring van marxistische niet-CP-leden die het grotendeels met hen eens zijn) in te gaan.
De huidige koers heeft een grote kans op het creëren van een splitsing. Nog net nadat de partij-in-oprichting is gesticht. Hoe dan kan een marxist het doel van de Socialisten verenigen met het doel van een communistische partij?
Zone van naaste ontwikkeling
Het verspreiden van het communisme, van marxisme, of voor de lezer die iets anders zoals anarchist is jouw specifieke wereldbeeld, gebeurt niet door mensen feitjes te dicteren, niet door propaganda, en niet door “de juiste lijn te hebben”. Lev Vygotski, een pedagogisch psycholoog uit de vroege Sovjet-Unie, beschreef de manier waarop mensen leren. Volgens Vygotski kan je mensen niet iets leren met het “stampen” van feiten. Mensen leren door telkens in situaties gezet te worden die dicht bij hun bestaande kennis en kunde liggen, maar net daarbuiten. In deze zone van naaste ontwikkeling kan iemand vaardigheden leren door hier dingen te doen met ondersteuning van een leraar of ander ondersteuningsmiddel. De student kan op deze manier van “geassisteerde kundigheid” naar “zelfstandige kundigheid” groeien.
Dit principe wordt door Vygotski ook veralgemeniseerd naar kennis. Een kind dat kan tellen tot 10 kan niet leren hoe hij staartdelingen doet, maar kan wel leren hoe hij optelsommen maakt. Door de stappen van waar een student staat te doorlopen door elke aangrenzende zone van kennis en vaardigheid kan een student van een snotterige kleuter groeien tot een kernfysicus.
Dit principe is ook toepasbaar op politiek. Vele leden komen binnen bij de Socialisten en ROOD vol met bestaande meningen. Sommige hiervan zullen correct zijn en andere fout. Alleen door met deze leden de kennisgroei en ervaringsgroei door te maken kunnen we hen onze ideologie uitleggen, aanleren en hen overtuigen. Een goed voorbeeld binnen ROOD is het politievraagstuk. Er zijn enkele leden binnengekomen in mijn groep die als reactie op “All Cops Are Bastards” zeiden “nou dat valt toch ook wel mee”. Door met deze leden naar demonstraties te gaan en ze zelf te laten ondervinden hoe de politie zich tegen linkse demonstranten opstelt werd hun mening door de werkelijkheid onderuit gehaald. Maanden aan discussies over de historische basis van de politie had bij lange na niet hetzelfde effect gehad als naar één of twee demonstraties gaan. Onze leden, de bevolking, de sociale en arbeidersbewegingen kunnen niet door onze retorische uitingen plots verlicht worden. De tactiek van “als je maar de juiste lijn hebt kom je er wel” is aantoonbaar een falende strategie, zie alle kleine linkse splintergroepjes over de hele wereld. Mensen moeten door slag en tegenstoot, door telkens met hun neus tegen de feiten te stoten, allemaal leren waarom wat hen is aangeleerd niet werkt, alvorens ze open staan voor onze tactieken.
Het overtuigen van de leden van de Socialisten van communistische politiek zal dus een langetermijnproject zijn van uitvoerige scholingen en polemieken. Maar ook nederlagen die we gaan leiden door het toepassen van foute doch populaire tactieken en strategieën zullen onderdeel zijn van het aanleren van de juiste tactieken. Deze zelfde ontwikkeling is een feit van het mensenwerk dat politiek is.
Je ziet dit terug in elke partij op elk moment van hun ontwikkeling. Mao zat jaren tegen de directe opdrachten van zijn partijbestuur in de Jinggang-bergketen zijn theorieën te ontwikkelen en toe te passen, om uiteindelijk correct te worden bewezen t.o.v. de oude lijn van zijn partij. Marx heeft jaren tegen zijn mede-socialisten moeten polemiseren en door slag en tegenstoot van de vroege internationale organisaties moeten werken, om uiteindelijk zijn gelijk te krijgen.
Om het doel van een communistische partij te verenigen met een brede anti-splinterbeweging is het dus van uiterst belang om bewust het ene doel op de lange termijn te zetten. Het is van belang om niet elk moment van zwakte in je ideologische “tegenstander” binnen de Socialisten aan te grijpen om je zin door te duwen. De andere leden van de Socialisten zijn namelijk niet jouw tegenstander. Ze zijn bondgenoten die van mening verschillen en, vanuit jouw perspectief, misvattingen hebben. De enige echte vijand zijn de burgerlijke machten.
Het is dus van belang dat binnen de Socialisten de komende tijd aandacht wordt besteed aan het systematiseren van de mening van de leden, ook al ben je het met ze oneens. Het is namelijk onmogelijk om tegen verspreide en onsamenhangende wereldbeelden te debatteren. Het concretiseren van de standpunten van onze kameraden brengt ons ook dichter bij het doel van heldere samenwerking van verschillende facties op gelijke voet. Dit alles zal een splitsing sterk tegenwerken.
Waarom wel een partij
Dit brengt ons nog kort bij het eerdere standpunt van CP dat het te vroeg zou zijn voor een partij. Dit antwoord zal bij menig CP lid zijn opgekomen tijdens het lezen van dit artikel. CP pleitte eerdere voor een voortzetting van de Socialisten als een “samenwerkingsverband” en het uitstellen van het maken van het programma en de partij.
Op dit argument kan met oog wat hierboven geschreven is, maar één antwoord gegeven worden. Samenwerkingsverband tussen wie? CP en ROOD en drie groepjes van drie Trotskisten? Een samenwerkingsverband is tussen twee of meer georganiseerde groepen. De Socialisten bestaat voor het grootste deel uit losse leden die niet gebonden zijn aan andere organisaties.
Om concrete politiek te kunnen voeren op welk niveau dan ook, met de samenstelling die we nu hebben, moet er een grotere organisatie bestaan die alle taken van een politieke partij op zich neemt, van het faciliteren van het vormen van standpunten tot het scholen van leden en het propaganderen van onze ideologie. Dit is een partij.
Een samenwerkingsverband zoals CP dat voorstelt zou ons enkel hebben vastgehouden in de eeuwige mist van losse groepjes, zonder enig idee wat andere groepen aan het doen zijn. Samenwerkingsverbanden kunnen er zijn als twee of meer bestaande groepen doelen op mogelijk fusie, zoals PvdA en GL dat nu doen, maar is onverenigbaar met een meerderheid aan losse leden. Om deze reden moeten we wel een partij worden.
Een commissie is de verkeerde manier om een partijprogramma samen te stellen
Met oog op dit alles kan ik maar één conclusie trekken. Het is nu duidelijk geworden dat een commissie te gebruiken om iets fundamenteels als een partijprogramma te schrijven een vergissing was. Een commissie is enkel een goede vorm als er vanuit de vereniging een representatieve groep geleverd kan worden, die òf experts zijn in dat onderwerp (zoals statuten), òf afgevaardigden zijn van een groep of factie. Onze partij bestaat uit een massa aan ongebonden mensen waarvan een hoop zich nu ongezien en in het nauw gedreven voelen door een grote minderheid aan georganiseerde mensen die veel van de gang van zaken bepaalt.
Teruggrijpend op eerdere citaten van Mao en voorbeelden uit het zogenaamde “reëel bestaand socialisme”, zoals Cuba of Vietnam, kunnen wij zien wat we moeten gaan doen.
“In al het praktische werk van onze Partij gaat alle juiste leiding noodzakelijkerwijs ‘van de massa, naar de massa’. Dit betekent: neem de ideeën van de massa (verspreide en onsamenhangende ideeën) en concentreer ze (verander ze door middel van studie in geconcentreerde en samenhangende ideeën), ga daarna naar de massa en verspreid en verklaar deze ideeën tot de massa ze als haar eigen ideeën overneemt. Houd eraan vast en zet ze om in actie, en beproef de juistheid van de ideeën in die actie. Concentreer dan nogmaals de ideeën van de massa en ga weer naar de massa, zodat in de ideeën wordt volhard en ze worden doorgevoerd. En zo verder, telkens opnieuw in een eindeloze spiraal, terwijl de ideeën telkens juister, vitaler en rijker worden. Dat is de marxistische theorie van de kennis.”5
In Cuba is in de afgelopen jaren de grondwet herzien. Hoewel er een commissie was die de eerste versie heeft gemaakt, is er door middel van 135.000 bijeenkomsten door het hele land feedback verzameld volgens een vergelijkbare methode als hierboven.6 Dit waren bijeenkomsten geleid door teams van speciaal hiervoor getrainde facilitatoren die op deze manier de input van het volk verzamelde. Na het verwerken van deze feedback is de nieuwe grondwet per referendum aangenomen. Hierdoor kwam er een grondwet te liggen die echt van de mensen is. Iedereen, van universiteitsprofessoren tot stratenmakers, konden hier hun input leveren zonder dit gelijk zelf in een volledig uitgedachte prachtige topmotie op het hoogste niveau van het landelijk parlement te moeten doen.
Cuba was slechts een voorbeeld van het toepassen van brede inspraak voor een massa-organisatie. Cubanen zijn niet hoog georganiseerd in facties zoals de CP dat graag zou willen zien. Wij ook niet. Ik verwacht ook niet dat het droombeeld van CP verenigbaar is met het doel van een massapartij. Wij moeten dus een vergelijkbare of verdergaande vorm van deze tactiek toepassen. Een uitwerking hiervan kan het vergaren van input in meerdere fasen bij leden zijn, zoals in het citaat van Mao beschreven, en om telkens met de geconcretiseerde vorm terug te komen bij de leden. Van leden in de grote groepen in de grote steden tot de enkelingen ver weg in de uithoeken van het land, het moet voor hen allemaal mogelijk en eenvoudig zijn om op een dusdanig laagdrempelige manier feedback te geven. Het is dan aan het bestuur, en de meer politiek ingelezen leden van de Socialisten, om deze feedback om te zetten naar concrete politieke standpunten.
Door middel van de dialoog die uit dit proces voortkomt zou er dan ook een dieper begrip van zowel de mening van anderen ontstaan, als die van de leden over hun eigen standpunten. Het blijft dan natuurlijk aan eenieder in de organisatie vrij, factie of geen factie, om op het congres alsnog moties in te dienen omtrent het programma.
Conclusie
We zijn een partij-in-oprichting waarvan vele leden, waar ik mijzelf ook onder schaar, niet een volledig uitgewerkte politieke visie voor de partij hebben. Net als het merendeel van de leden, net als jullie, heb ik onsamenhangende en verspreide ideeën die geconcretiseerd moeten worden (een voorbeeld is het feit dat ik nu pas, na alle conflicten en onze neus stoten, tot de conclusie van dit stuk ben gekomen). Dit concretiseren is waar een politieke partij voor is. De realiteit van een laaggeorganiseerd kader gooit een stok in de wielen van het ideaalbeeld van CP van een partij-van-facties, een ideaalbeeld dat bij lange na niet gerealiseerd is.
Het is dus aan eenieder, aan onze toekomstige partij, om onze leden te helpen hun wereldbeeld te concretiseren, ook al zijn we het oneens met elkaar. Het is aan hen die weten hoe facties werken, zij die meer ingelezen zijn, om ook hun “tegenstander-kameraden” te helpen zich te organiseren in facties. Het is aan de dominante groepen om niet hun relatieve positie van kracht te gebruiken om een onpopulaire powermove te doen en hun standpunten, bij gebrek aan capaciteit om tegenstand te verwoorden, door te drukken. Laten we dat soort trucjes bewaren voor burgerlijke tegenstanders en fascisten.
Ook ben ik van mening dat, mochten genoeg mensen vinden dat het programma hen te veel tegen de borst stoot, we de tijd moeten nemen om volgens de methode die ik in dit stuk beschreven heb, dus met alle leden in elke afdeling en elke enkeling die niet bij een groep kan aansluiten, een nieuw partijprogramma op te stellen. In de toekomst is het toepassen van deze methode een goede manier om ons verder te distantiëren van de ondemocratische top-down praktijken die velen van ons binnen de SP ervaren hebben.
Met kameraadschappelijke groet, Mars Woudt.
- https://communisme.nu/ons-platform/, punt 3 ↩
- https://communisme.nu/ons-platform/, punt 8 en 4 ↩
- https://communisme.nu/aankondiging/2022/08/06/reactie-van-het-cp-bestuur-op-de-vragen-vanuit-de-socialisten-conferentie/, vraag 2, paragraaf 9 ↩
- Máo Zédōng, “Enkele vraagstukken betreffende de methode van leidinggeven” (1 juni 1943). ↩
- Máo Zédōng, “Enkele vraagstukken betreffende de methode van leidinggeven” (1 juni 1943). ↩
- https://www.miamiherald.com/news/nation-world/world/americas/cuba/article215922895.html ↩