Op 6 april mogen we naar de stembus voor het raadgevende referendum over de vraag of het associatieverdrag mtussen de EU en Oekraïne door het Nederlandse parlement moet worden geaccepteerd of niet. Jos Alembic kijkt naar de voors en tegens.
Het referendum is een feit nadat op 14 oktober de campagne voor dit referendum, georganiseerd door GeenPeil, 427 939 geldige handtekeningen had opgehaald, ver boven de vereiste 300 000 om een raadgevend referendum af te dwingen. Dit werd mogelijk nadat op 1 juli vorig jaar de Wet Raadgevend Referendum van kracht werd.
GeenPeil is een gelegenheidscoalitie van het rabiaatrechtse GeenStijl, Burgercomité EU en het Forum voor Democratie. Men had, volgens de geldende wetgeving, zes weken de tijd om het benodigde aantal handtekeningen binnen te halen, iets wat GeenStijl met het grootste gemak kon behalen met haar 1,5 miljoen bezoekers elke maand. Dat het gaat over het associatieverdrag met Oekraïne is overigens een toeval, eerder wilde ze namelijk inzetten op een referendum over het Europees budget maar kwam daarvoor de referendumwet net te laat.
Voor de volledigheid laat ze overigens op haar website weten dat “nu het referendum eenmaal een feit is, wil GeenPeil aan niemand opdragen wat ze moeten stemmen”, want het populisme wat ze aanboort is helder: in de samenleving heerst al lang een breed ongenoegen over de Europese Unie en haar ondemocratische vormen. Er heerst het idee dat we beter maar “zeggenschap moeten terugclaimen”, alsof Den Haag zoveel democratischer is natuurlijk. Inmiddels geeft driekwart van de kiezers aan tegen te zullen stemmen en Jean-Claude Juncker vreest dat bij ons het licht uit zal gaan. Hoe dan ook lijkt het hele bestaan van GeenPeil erop te zijn gefocust om een permanente anti-EU campagne te voeren, vanuit nationalistische inslag. We kunnen in de toekomst meer van ze verwachten.
Ook de SP zegt nee
Inhoudsopgave
Maar niet alleen vanuit rechts is een stevige nee-campagne te verwachten, ook de SP sluit zich aan bij dit nee. In een artikel van 14 oktober vanuit het partijbestuur worden een aantal redenen opgegeven waarom we dan wel niet tegen zouden moeten stemmen. Gezien onze focus op de SP is het wellicht goed als ik even stil sta bij deze punten.
- Het associatieverdrag heeft indirect bijgedragen aan het ontstaan van de burgeroorlog in Oekraïne. Met het associatieverdrag kiest Oekraïne om zich sterker te verbinden met de EU. Dat zal de stabiliteit en eenheid in het land niet ten goede komen.
Dit wordt niet gestaafd, maar is inderdaad aannemelijk. Het is in ieder geval zeker waar dat Rusland zich steeds meer voelt bedreigd in haar nationale veiligheid. Een korte blik op de kaart laat zien waarom.
En dan hebben we het niet eens over de Amerikaanse militaire bases die de afgelopen 15 jaar in centraal-Azië zijn opgezet.
We hebben hier dus te maken met een langdurig strategisch conflict tussen twee imperialistische machten. De VS probeert haar positie het wereldtoneel verder te verstevigen, Rusland probeert haar positie te handhaven en waar mogelijk te consolideren. In deze context valt bijvoorbeeld de annexatie van de Krim beter te begrijpen.
De partijleiding heeft dus een punt. Het associatieverdrag zal waarschijnlijk leiden tot alleen maar meer conflict, wellicht een opdeling van het land.
De volgende twee punten horen eigenlijk gewoon bij elkaar.
- Het verdrag intensiveert de economische en politieke betrekkingen met Oekraïne op een moment dat de regering in Kiev verantwoordelijk gehouden wordt voor ernstige mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden. Oekraïne heeft bovendien nog heel veel huiswerk te doen als het gaat om democratie, de fundamentele rechten van de mens en de rechtsstaat. Een associatieverdrag zou dan niet aan de orde moeten zijn.
- Door het verdrag zal er nog meer geld naar het door corruptie geplaagde Oekraïne vloeien. Er zijn al miljarden van de EU naar Oekraïne overgemaakt, terwijl de kans aanzienlijk is dat EU-geld verdwijnt in de zakken van corrupte oligarchen.
Oekraïne is dus niet bepaald een voorbeeldstaat. De Correspondent had hier op 30 december nog een achtergrondartikel over. Hier wordt uitgebreid uit de doeken gedaan welke vormen corruptie aanneemt in het land en legt de oorzaak hiervan in de oude Sovjet-Unie die ook al werd geplaagd door geïnstitutionaliseerde corruptie binnen een bureaucratisch alomvattend systeem welke elk aspect van het leven besloeg.
Maar het artikel noemt ook iets anders:
Toen het gevaar van het uiteenvallen van het land geweken verplaatste het strijdtoneel zich naar Kiev, waar onder druk van Amerikanen en Europeanen een zware hervormingsagenda op tafel ligt. Een IMF-lening van 17,5 miljard dollar brengt verplichtingen met zich mee. Het Internationaal Monetair Fonds steekt geen geld in een corrupte staat en dus staat de aanpak van de corruptie bovenaan de agenda. Verder moeten de staatsfinanciën op orde worden gebracht (wat onder leiding van de Amerikaans-Oekraïense minister van Financiën Natalie Jaresko aardig lukt) en ligt er ook een eisenpakket over hervorming van de rechtsstaat en good governance in het bedrijfsleven.
Dit sluit aan op een strategie die de EU overal in meer of minder succesvolle mate heeft gehanteerd in Oost-Europa: willen jullie bij de club horen, moeten er eerst stevige hervormingen worden doorgevoerd. Het aanpassen naar gemeenschapsrecht (ook wel Acquis commaunitaire genoemd) is daar een belangrijk onderdeel van. Hierbij moeten potentiële lidstaten tegenwoordig op 35 “hoofdstukken” voldoen naar EU maatstaven. Deze onderhandelingen lopen met Ijsland, Turkije, Montenegro, Servië en potentieel binnenkort ook met Macedonië en Albanië. Er zijn nog geen plannen om dergelijke onderhandelingen te starten met Oekraïne.
Is dit daarmee een positieve ontwikkeling? Minder corruptie is natuurlijk altijd een goed streven, maar deze standaarden streven naar een “rechtsstaat” naar Westers model. Dat heet, het poogt een gelijk speelveld te creëren op pro-kapitalistische basis. Dit is niet iets wat wij, communisten, nastreven, maar het kan moeilijk worden volgehouden dat een associatieverdrag geen zin zou hebben omdat Oekraïne nog met dergelijke problemen kampt. Het is een feit dat dit soort wortels voor de neus een echte verandering kan bewerkstelligen. De partijleiding slaat de plank hier dus mis.
- Een associatieverdrag betekent niet automatisch lidmaatschap van de EU, maar veel EU-lidstaten gingen Oekraïne wel voor. Feit is dat het verdrag in Oekraïne nadrukkelijk wordt opgevat als opstapje naar het EU-lidmaatschap.
Dit is nog het meest problematische punt wat de partijleiding aanhaalt. Als communisten staan wij voor een zo groot mogelijke eenheid van de werkende klasse. Een eengemaakte Europese Democratische Republiek, zoals wij voorstellen, zou onze klasse internationaal verenigen en daarmee enorm versterken tegen internationaal kapitaal. Pas als we op z’n minst op Europese basis de machtsvraag stellen, kunnen we nadenken over een positief alternatief op de dictatuur van kapitaal, iets wat voorbij gaat aan de nekklem waarmee Syriza werd geconfronteerd.
Het roept tegelijkertijd de vraag op of de partijleiding liever wil dat ook Nederland uit de Europese Unie vertrekt. Hier spreekt men zich vooralsnog niet expliciet voor of tegen uit, waarmee de suggestie aanwezig blijft dat de partijleiding eigenlijk liever kiest voor een nationale weg vooruit. Een strategisch doodlopende weg.
Ons stemadvies
Beide opties, voor of tegen, hebben daarom hun problemen. Als we instemmen met het verdrag lopen we kans dat we enorm olie op het vuur gooien en dat daarmee het conflict weer een nieuwe, mogelijk escalerende, draai krijgt. Maar het nee-kamp wordt gedomineerd door rechts en het hele discours wordt vanuit die nationalistische inslag bepaald. Deze nationalistische inslag, zo hebben we net gezien, wordt niet tegen gesproken door de SP partijleiding en we lopen daarmee als partij het gevaar mee te worden gezogen in een groeiende nationalisatische retoriek.
Wij roepen daarom op voor een boycot van het stemmen, een blanco stem of een ongeldige stem. We weigeren te kiezen uit een van twee kwaden. We doen wel mee met de campagne, maar zullen daarbij een principeel internationalistische visie verdedigen. Concreet betekent dit wat we in ons programma ook noemen:
Socialisten keren zich tegen elke eis voor een terugtrekking uit de Europese Unie. Tegelijkertijd verzetten we ons tegen het EU van de commissarissen, de corruptie en het kapitaal. Nu dat echter de politieke, bureaucratische en economische elite een realiteit hebben geschapen van een confederale EU, moet de arbeidersklasse deze continentale semi-staat nemen als beginpunt, niet terugtrekken binnen de nauwe grenzen van de nationale staat.
De lidstaten van de EU hebben een zekere overeenkomstigheid door geografie, cultuur, geschiedenis, economie en politiek. De EU is geen keizerrijk dat bijeen wordt gehouden door geweld, noch is het louter een handelsblok. Het kapitalisme is nog niet in staat gebleken om dat uit te voeren wat een objectieve noodzaak is geworden, de volledige eenheid van Europa.
Voor de werkende klasse noodzaakt dit de organisatie op het niveau van de EU: Campagnes, vakbonden, coöperatieven en een Socialistische Partij van de Europese Unie zijn noodzakelijk voor de strijd voor betere lonen en arbeidsomstandigheden, voor de strijd voor extreme democratie en voor een politiek alternatief. Socialisten willen geen semi-democratisch, confederale EU, maar een verenigd Europa onder heerschappij van de werkende klasse.
- Versterk en democratiseer het Europees Parlement: schaf de Europese Commissie en de Raad van Ministers af, houd jaarlijkse verkiezingen, voor volledige parlementaire rechten, enzovoort.
- Voor een democratisch beheerde Europese Centrale Bank, nationaliseer alle banken in Europa.
- Voor een gemeenschappelijk belastingstelsel, een gemeenschappelijk sociaal beleid en een gemeenschappelijk economisch beleid. Eén Europees minimumloon. Maak van de nationale schulden een Europese gemeenschappelijke staatsschuld. Streep interne Europese schulden tegen elkaar af. Annuleren van de oneigenlijke schuld.
- Beëindig het huidige subsidiesysteem voor landbouw. Zet in op een landbouwbeleid dat voorziet in menselijke behoefte, niet winstmaximalisatie, en in lijn is met een duurzaam evenwicht met de natuur
- Naar onverdeelde Europese eenheid, naar een Europese Democratische Republiek.