In dit artikel bepleit Daniel de Groot dat het Communistisch Platform binnen ROOD, vanwege de veranderde situatie, geen gebruik meer zou moeten maken van de mogelijkheid tot het opleggen van stemdiscipline.
Recent is in Communistisch Platform (CP) de discussie losgebroken over het hanteren van stemdiscipline. Wat stemdiscipline wil zeggen, is dat als afgesproken wordt dat we een voorstel steunen of niet steunen, dat we ook verwachten van onze leden dat ze vervolgens in lijn daarmee stemmen op bijvoorbeeld ledenvergaderingen van ROOD. In dit artikel zal ik enkel focussen op stemdiscipline en niet op discipline op bestuurders die CP levert in de SP en in ROOD omdat dit een ander onderwerp betreft.
Door veel ROOD-leden werd deze stemdiscipline als ondemocratisch ervaren op de laatste ROOD-ledenvergadering. Als mensen van een grote factie al van tevoren afspreken wat ze gaan stemmen, zou de ALV enkel een “rubber stamp” orgaan worden en is het niet mogelijk om leden van deze factie nog te overtuigen van een ander inzicht. Het frustreert leden dat ze tegen een onveranderlijk blok moeten optreden en voor velen voelt het alsof de uitslag van een ledenvergadering vaststaat.
Deze stemdiscipline wil niet zeggen dat een voorstel verdedigd moet worden als een CP-lid het niet met het voorstel eens is. Stemdiscipline gaat enkel om de daad van het stemmen zelf en dus niet het verkondigen van een mening op de ledenvergadering. Binnen CP is er een cultuur ontstaan waarin stemdiscipline zo geïnterpreteerd werd dat er ook niet tegen bepaalde voorstellen of kandidaten gepleit mocht worden. Het gevoel van het opereren tegen een blok dat niet van mening kon veranderen werd op deze manier extra versterkt. Binnen de organisatie is gelukkig een besef gegroeid dat dit niet wenselijk is voor de democratie van de organisaties waarbinnen het platform opereert.
Als reactie op de kritiek heeft het CP-bestuur verschillende oplossingen geboden. Het bestuur wil enkel nog stemdiscipline afspreken op hoofdlijnen, dus niet meer over een groot gedeelte van de voorstellen. Verder stelt het bestuur voor dat bij discussies over voorstellen waar discipline op rust, (CP-)leden de mogelijkheid hebben om ledenvergaderingen te schorsen als blijkt dat leden van de factie van mening veranderen zodat er eerst nog met de factie overlegd kan worden over het al dan niet schrappen, of wijzigen van stemdiscipline op dat voorstel. Ook moet CP weer stemadviezen gaan uitbrengen zodat de overwegingen van CP in het wel of niet steunen van een voorstel openbaar worden.
Ondanks dat deze voorstellen zeker een verbetering zijn ten opzichte van de huidige situatie, denk ik dat deze niet ver genoeg gaan. Een belangrijk democratisch principe is dat individuele leden van een organisatie “zonder last of ruggespraak” kunnen stemmen. Dat wil zeggen dat individuen, ook als ze lid zijn van een factie, zelf ook tot andere inzichten moeten kunnen komen en hiernaar moeten kunnen stemmen. Leden van een organisatie moeten kunnen worden overtuigd, en moeten collectief tot een mening kunnen komen namens de hele organisatie. Veel CP-leden hebben zelf ook gepleit tegen stemdiscipline binnen de SP als die gehanteerd werd door afdelingen voor SP-congressen, met precies dezelfde argumentatie, namelijk dat ook afgevaardigden van een afdeling op een SP-congres nog moeten kunnen overtuigd worden door discussie en dialoog tijdens het congres. Zelfs als de oplossingen van het bestuur worden uitgevoerd blijft dit principe aangetast door de stemdiscipline.
Het voorstel om vergaderingen te schorsen zodat je als factie kunt overleggen, is al een stap vooruit. De factie zelf kan op de vergadering nog overtuigd worden door argumenten van andere leden. Desalniettemin is het nog steeds nodig om een meerderheid van CP’ers (hetzij van het laten varen van stemdiscipline op het voorstel, hetzij van het inhoudelijke punt) te overtuigen voordat een individuele CP’er anders zou mogen stemmen. Als bijvoorbeeld een individueel CP-lid overtuigd is geraakt op een vergadering zal dit lid bij het schorsen van de vergadering zich alsnog moeten voegen aan wat de meerderheid van CP op dat moment besluit op de vergadering. Het is daarmee voor andere leden onmogelijk om een individuele CP’er van stem te doen laten veranderen. Om een individueel CP-lid anders te laten stemmen zal de meerderheid van aanwezige CP’ers overtuigd moeten worden. Voor leden die niet lid zijn van CP kan dit enorm frustrerend zijn en blijft het probleem over dat een heel “blok” overtuigd moet worden. In het artikel van het CP-bestuur1 wordt verder nog de vergelijking met de tweede kamer gemaakt. Daar worden vergaderingen soms ook geschorst om met de factie nog de discipline op een bepaald voorstel te kunnen wijzigen. Deze vergelijking is een bijzonder ongelukkige. De tweede kamer is niet bedoeld om partijen en individuele kamerleden van elkaars standpunt te overtuigen, maar om het publiek dat deze debatten kijkt te overtuigen. De vergelijking met een ledenvergadering waarbij het juist wel belangrijk is om elkaar te kunnen overtuigen gaat dus niet op en is juist het tegenovergestelde wat we met een ledenvergadering willen bereiken.
Ook het stemmen op hoofdlijnen is zeker een stap vooruit vergeleken met de laatste ROOD ledenvergadering waar discipline op heel veel voorstellen werd ingezet. Toch neemt dat het fundamenteel ondemocratische aspect van stemdiscipline niet weg. Ook kan je je afvragen worden waarom er dan überhaupt nog stemdiscipline wordt gehanteerd. Geen CP’er zou bijvoorbeeld stemmen om van ROOD een sociaaldemocratische jongerenorganisatie te maken. Als dat wel zo is, dan is er meer aan de hand, en zullen er vanwege de politiek van deze persoon sowieso gesprekken met de factie plaatsvinden over of deze daar nog wel binnen past. Stemdiscipline op hoofdlijnen is dan onnodig. Daarnaast zal het altijd de discussie opleveren wat precies een “hoofdlijn” is en wat niet. De statutenwijziging die in ROOD is ingediend om voortaan de statuten met een gewone meerderheid te laten wijzigen in plaats van een tweederde meerderheid kan door sommigen worden geïnterpreteerd als hoofdlijn omdat dit gaat om democratie, terwijl dit voor anderen geïnterpreteerd kan worden als iets dat juist ondemocratisch is. Wat wel en niet een hoofdlijn is, is politiek.
Om de fundamentele democratische reden dat mensen – inclusief CP-leden die naar een ROOD ALV komen – van stem moeten kunnen veranderen, ben ik daarom voor het afschaffen van stemdiscipline. Wel wil ik benadrukken dat het prima is als facties ALV’s voorbespreken en met elkaar discussiëren. Facties op politieke basis zijn de beste manier om politieke meningsverschillen in een organisatie te organiseren en politiek gelijkgestemden moeten altijd de mogelijkheid hebben om overleggen voor te bereiden en gezamenlijk interventies te doen in de arbeidersbeweging. Ondanks dat het me goed lijkt als facties geen stemdiscipline hanteren, vind ik niet dat ROOD of de SP dit facties moet opleggen. Het factierecht is voor mij heilig, want het tornen aan factierecht is een hellend vlak naar bureaucratische controle over hoe een factie moet organiseren. CP staat dus in zijn recht om stemdiscipline te hanteren, maar dat wil niet zeggen dat dit wenselijk is. Het lijkt me goed als CP uit eigen inzicht stopt met het hanteren van stemdiscipline, en het platform individuele CP’ers de vrijheid geeft om van stem te veranderen op een ledenvergadering als zij tot een ander inzicht komen. We hechten veel waarde aan het opbouwen van een goede discussiecultuur in de SP en ROOD en moeten zelf daarin het beste voorbeeld geven.
Het Communistisch Platform verschaft kameraden uit alle hoeken van de socialistische beweging de mogelijkheid van communisme.nu gebruik te maken om discussie te voeren. Tenzij anders vermeld zijn gepubliceerde artikelen en brieven daarom niet per se representatief voor de opvattingen van het Communistisch Platform.
- https://communisme.nu/artikelen/cultuur-en-partijbeweging/2021/09/06/rood-en-de-discipline-van-het-platform/ ↩
Pingback: Over discipline en de motie van afkeuring – ROOD