Israël en Palestina: over pro-zionistische mythes en vooroordelen
Israël en Palestina: over pro-zionistische mythes en vooroordelen

Israël en Palestina: over pro-zionistische mythes en vooroordelen

In dit stuk bespreekt en weerlegt Eduardo Ruíz een aantal argumenten die worden aangevoerd door de pro-Israëlische kant.

Op 7 oktober 2023 viel de religieus-fundamentalistische organisatie Hamas Israël binnen en sindsdien is het bloedvergieten in het Midden-Oosten weer onderdeel van de dagelijkse verslaggeving. De sfeer in de Nederlandse media kan als volgt samen worden gevat: het ene kamp steunt de vrijheidsstrijd van Palestina en rechtvaardigt islamitisch extremisme om dat doel te bereiken, het andere kamp steunt de soevereiniteit van de Israëlische staat en dringt aan op diens 75-jarige recht om zich verder uit te breiden. Palestijnen zouden louter gewelddadig en extremistisch bezig zijn, terwijl Israël onze onvoorwaardelijke steun verdient – waarbij men liever niet al te veel van de details wil leren van wat zij uitspoken onder het mom van “zelfverdediging”.

Dit soort simplificaties doen de historische en geopolitieke feitelijkheid echter tekort en daarom is het van groot belang om dit onderwerp genuanceerd te bespreken, het liefst zonder ongefundeerde verwijten van islamofobie of antisemitisme. Tijd om een aantal mythes te ontkrachten.

Mythe 1: anti-zionisme is anti-semitisme

De definitie van zionisme, volgens de huidige historische consensus, is een nationalistische beweging die streeft naar de stichting van een Joodse staat in Palestina, een staat die de cultuur, het geloof en de tradities van de Joodse bevolking beschermt. Het begrip zionisme is geen “Kampfbegriff” (een begrip die ingezet wordt om een politieke tegenstander zwart te maken), want hij wordt ook door zionisten als zelfidentificatie gebruikt – zoals bijvoorbeeld door de Israëlische politieke partij Mafdal–Religious Zionism.

Het vlaggenschip van het zionisme is de staat Israël, een land in het Midden-Oosten. De staat is ook naar de idealen van zionisme ingericht: het recht van zelfbeschikking geldt volgens een door de Knesset aangenomen resolutie (2018) hoofdzakelijk voor Joodse mensen, waardoor Arabisch ook niet meer gezien wordt als een officiële taal van het land. Iedereen met een Joodse etniciteit of achtergrond heeft het recht om in Israël te wonen, zich daar te vestigen en staatsburger te worden, terwijl voor niet-Joodse personen een strikt(er) immigratiebeleid geldt.

Voor velen ligt het dus voor de hand: als je hier iets tegen hebt, heb je iets tegen joden. Dus anti-zionisme is anti-semitisme. Hoe kan het anders zijn als zionisme juist het doel heeft om de Joodse bevolking te beschermen, vooral na de onmenselijke gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog? 

Desalniettemin moeten we ook de andere kant serieus overwegen: staat kritiek op de staat Israël inderdaad gelijk aan anti-semitisme, haat en negatieve bevooroordeling jegens Joodse mensen?

Er zijn veel factoren die dat argument de wind uit de zeilen halen. Beginnen wij met de mogelijkheid dat de daden van een regering vaak niet helemaal in lijn zijn met de wil van de bevolking. In het specifieke geval van Israël wordt dit bijzonder ingewikkeld omdat de zionistische regering van Israël beweert voor de gehele Joodse wereldbevolking te kunnen spreken, aangezien Israël technisch gezien geen traditionele nationaliteit handhaaft1, maar de Joodse identiteit als een verbindende factor presenteert. Het Hoge Gerechtshof in Israël heeft in 2013 daarom ook besloten om het label “Israëli” niet als etniciteit/volksgroep te erkennen, aangezien dat de Joodse identiteit zou ondermijnen2 . Daarom komt het vaak over alsof kritiek op Israël als spreekbuis van alle Joodse personen per sé anti-semitisch gemotiveerd moet zijn, een narratief dat ook de Joodse belangenorganisatie Anti Defamation League in de VS heeft opgepakt.

Maar ook binnen de Joodse gemeenschap is er kritiek op Israël als een nationalistisch en kolonialistisch project. Hoewel deze groep vaak weggezet wordt als “self-hating Jews” (een label om Joodse critici van Israël te discrediteren), bestaat er een moderne progressieve stroming van Joden die de imperialistische koers van Israël afkeuren of zelfs de noodzaak van Israël als natie-staat in twijfel trekken 3. Deze perspectieven worden nader uitgewerkt in het boek “Progressive Jewish Thought and the New Anti-Semitism” van Alvin Hirsch Rosenfeld.

In reactie op dit boek sprak Joods-Amerikaanse auteur Tony Kushner: ‘De meeste joden zoals ik vinden dit een zeer pijnlijk onderwerp en zijn zich bewust van de opkomst van kwaadaardig antisemitisme over de hele wereld, maar vinden dat het onze morele plicht is om vragen en bedenkingen te formuleren.’

Ook religieuze, praktiserende Joden zijn niet per se zionisten. De beweging Neturei Karta (“Wachters van de Stad”) profileert zichzelf, “ondanks” hun toewijding aan het Joods geloof, als expliciet anti-zionistisch. Deze organisatie organiseert sinds 2014 demonstraties tegen het besluit van de Knesset (het Israëlische parlement) om Jesjiva-studenten (volgers van een bepaalde Joods-orthodoxe talmoedschool voor jonge mannen) een dienstplicht op te leggen. Hun argument is dat de IDF (Israeli Defence Force) jongemannen opleidt tot moordenaars4, terwijl de Thora – nota bene volgens de lezing van Neturei Karta – eigenlijk verbiedt om tegen andere volkeren oorlog te voeren. Daarbij dragen de activisten vaak borden zoals “Zionism and Judaism are extreme opposites” en “Stop starving the Palestinians”.

Wat de individuele meningen of wereldbeelden van de zojuist besproken groepen of personen precies zijn, is hier niet per se het punt en behoeft nog een apart artikel. Het punt is vooral dat een staat zichzelf niet tot de woordvoerder van een etnische of religieuze bevolkingsgroep kan verklaren. Het baseren van een staat op religieuze geschriften kan geen stabiele gezamenlijke noemer voor een staat zijn. Het zal onvermijdelijk leiden tot tegenstellingen, waarin mensen met verschillende interpretaties van hun geloof een ander beeld van en dus een andere houding jegens de staat ontwikkelen. Daarom moet men voorkomen om het Jodendom als een religie/bevolkingsgroep gelijk te stellen aan de staat Israël. Zowel zionisme als anti-semitisme moeten worden bestreden.

Mythe 2: Israël is niet kolonialistisch

Over het algemeen beroept het zionisme zich op een passage uit het Boek van Samuel (1 Samuel 13:19 NIV11), waarin “het Land van Israël” voor het eerst expliciet wordt genoemd. Aan deze passage gaan een aantal vage verwijzingen vooraf, bijvoorbeeld met woorden zoals “het (beloofde) land” (Hebreeuws: ha’aretz). In Ezechiël (I; verzen 13-20) is de volgende zin te lezen:

“Dit is de grens waar(binnen) u het land onder de twaalf stammen van Israël in erfelijk bezit zult nemen, [met voor] Jozef [twee] gebieden. […] U zult die in erfelijk bezit krijgen, zowel het ene als het andere waarover Ik Mijn hand opgeheven heb [en gezworen] dat Ik het aan uw vaderen zou geven. Dit land zal u als erfelijk bezit toevallen.”

Kortom, volgens het zionisme is het het heilige recht van de Joodse bevolking om het huidige territorium te bewonen en uit te breiden, desnoods ten koste van Palestina. Het land is al vanaf het begin (voor de eerste diaspora) “van de Joden”.

Dat Israël per se in Palestina gesticht moest worden was echter niet altijd vanzelfsprekend, ook niet onder zionisten. Een van de peetvaders van de beweging, de Oostenrijker Theodor Herzl, schreef in zijn pamflet “Der Judenstaat” (1896) over verschillende opties voor een Joods territorium, waaronder Latijns-Amerika. Een van de hoofdstukken van het pamflet draagt zelfs de titel “Palestina of Argentinië?”. Herzl dacht er niet per sé aan om het huidige Israël te stichten, tot hij in contact kwam met een groep Europese zionisten die zich verbonden voelden met het land Israël zoals het volgens de Bijbelse interpretatie ooit bestond. Later vormden Herzl en de zionisten in kwestie de Zionistische Wereldorganisatie op een congres in Basel, 1897.

Argentinië was aanvankelijk een populaire optie omdat er in 1889 al een eerste Joods-agricultureel gemeenschap ontstond, die de bijnaam “the Jewish gauchos” kreeg. Daar bezaten Joodse families grote plantages in Mauricio, Sonnenfeld en Basavilbaso. De al bestaande infrastructuur was in de ogen van Herzl veelbelovend voor de oprichting van een nieuwe staat of een protectoraat5 .

Zelfs daarna stond het doel om Palestina te bezetten niet in steen geschreven. In 1903 werd op het Zionistisch Congres in Bazel gestemd over een mogelijke kolonisatie van Uganda, met 295 gedelegeerden vóór en 179 gedelegeerden tegen. Aanvankelijk beloofden de Britse autoriteiten (die op dat moment Oost-Afrika in hun greep hadden) steun aan de zionisten. 1905 werd dit plan echter teruggetrokken na een commotie onder Britse settlers, die – ironisch genoeg – bezorgd waren over meer immigratie in het gebied en over hoe de inheemse bevolking nieuwe Joodse immigranten zou ontvangen6 .

Het meest interessante is dat Herzl niet eens aandrong op een eigen staat voor zijn “Joods vaderland”. Hij schreef in “Der Judenstaat” over verschillende organisatievormen die in aanmerking komen: een eigen staat, een autonome provincie in het Ottomaans Rijk of een Europees protectoraat, onder andere. Volgens William Eichler “was Herzl met een deal met de Ottomanen voor Palestijns territorium net zo tevreden geweest als met een deal met Europa”7 .

Het idee van zionistische samenwerking met Westers imperialisme was al vanaf het begin van het zionistisch gedachtegoed aanwezig. Theodor Herzl schreef dat de “Jodenstaat onderdeel van de Europese barricade tegen Azië moest zijn”, aangezien Europa voor de beschaving zou staan en Azië voor barbarisme8 . Vroege zionistische intellectuelen en leiders waren zich er dus van bewust dat zij met grote Westerse krachten moesten samenwerken om hun nationalistische project te verwezenlijken, met name door samen te werken met Groot-Britannië9 .

Het kolonialistisch gedachtegoed in de pre-Israëlische, zionistische wereldbeweging vond een tragisch hoogtepunt in het Ha’avara-Abkommen, een deal tussen de Anglo-Palestijnse Bank (destijds bestuurd door de Jewish Agency, de grootste zionistisch-Joodse non-profit-organisatie op aarde), de Zionistische Vereinigung für Deutschland en het Duitse ministerie van economische zaken.

Het Ha’avara-Abkommen in 1933 stond symbool voor een vorm van samenwerking tussen Duitse zionisten en de NSDAP, waarin de Duitse regering in samenwerking met de Britten (die op dat moment Palestina bezetten) een massa-emigratie van Duitse Joden naar Palestina faciliteerde. Op deze manier vloeiden tussen 1933 en 1939 ongeveer 105 miljoen Rijksmark naar zionistisch-bestuurde bedrijven in Palestina10 .

Dit gegeven moet met een kritisch oog worden beschouwd: de belangen en motivaties aan elke kant verschilden vrij sterk. Aan de ene kant was het Ha’avara-Abkommen voor de Duitsers een manier om een “oplossing te vinden voor de Jodenkwestie”, aan de andere kant was deze samenwerking een opportunistische zet van Duitse zionisten om hun koloniale doelen in Palestina te bevorderen. Het aanhalen van dit argument problematiseert echter vooral de religieuze motivaties van de zionistische beweging en het profiel van Israël als een principieel anti-fascistische staat. Apart van het feit dat Israël zelf strategieën doorvoert die menig criticus doen denken aan de donkerste hoofdstukken uit de Tweede Wereldoorlog (inclusief het uitsluiten van een bepaalde etnische groep en het onteigenen/uithuiszetten van dezelfde groep), impliceert het Haa’vaara-Abkommen ook dat Israël een groot gedeelte van zijn oude weelde te danken heeft aan Nazi-Duitsland. Volgens de zionisten was zelfs een samenwerking met de antisemitische Duitsers geoorloofd als dat de bezetting van Palestina zou vergemakkelijken.

Mythe 3: Wie pro-Palestina is, staat islamitisch extremisme voor

Net zoals een verzamelcategorie als “de Joden” vrij reductief en generaliserend is, is hetzelfde het geval voor de categorie “de Palestijnen”. De Palestijnse strijd voor bevrijding is namelijk niet, zoals dat wel eens in de Westerse media wordt gepresenteerd, een monotoon blok van jihadisme en sociaal conservatisme.

Een organisatie, die onder de Palestijnse vrijheidsstrijd valt en er een grote rol in speelt, is de PLO (Palestinian Liberation Organization), wiens grootste factie de Fatah onder de leiding van Mahmoud Abbas is. De Fatah had jarenlang een vete met de religieus-gemotiveerde Hamas. Het grootste verschil tussen deze twee organisaties is dat de strategie van de PLO vooral onderhandelingen, dialoog en secularisme/religieuze tolerantie inhoudt, terwijl Hamas de voorkeur heeft voor gewapende strijd en een islamitisch staatsbestel11 . Zowel Hamas als de PLO zien zichzelf als de ware vertegenwoordigers van de Palestijnse bevolking. Dit conflict is na een heel decennium in 2017 bijgelegd door middel van een verdrag, lang nadat het conflict tussen Fatah en Hamas tussen januari 2006 en mei 2007 ongeveer 600 Palestijnse slachtoffers eiste12.

Een ander onderdeel van de PLO is de communistische PFLP (Popular Front for the Liberation of Palestine), die zichzelf als marxistisch-leninistisch beschouwt. De PFLP staat, geheel in lijn met haar materialistisch-socialistische traditie, anti-religieuze standpunten en een socialistische economie voor13. In 1968 splitsten zich een aantal leden van de PFLP af om de PFLP-GC (General Command) te stichten, omdat die het gevoel hadden dat de PFLP zich te veel bezighield met marxistische politiek in plaats van gewapende strijd. Binnen de nieuwe PFLP-GC kristalliseerde zich vooral een islamitische gezinning uit, die ertoe zou leiden dat de PFLP-GC vooral de samenwerking met Hezbollah en Hamas zoekt. De islamitische PFLP-GC geraakte sinds eind jaren 80 in vergetelheid en toonde pas weer militaire activiteit in de burgeroorlog in Syrië als aanhangers van de Ba’atistische beweging14.

Hezbollah is een sjiitische organisatie uit Iran die al sinds jaren met Hamas coöpereert door hen militaire en strategische training aan te bieden. Het doel van Hezbollah was oorspronkelijk de verdrijving van Israël uit Libanon, en voert sinds paar dagen ook aanvallen op Israël vanuit Zuid-Lebanon uit15.

Organisaties als Hezbollah, Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad (PIJ) staan expliciet aan de kant van religieus fundamentalisme, terwijl de PLO en al de organisaties die eronder vallen eerder als seculier tot aan atheïstisch kunnen worden omschreven. Het feit dat er meerdere facties binnen de Palestijnse vrijheidsstrijd bestaan, die allemaal na de bevrijding een “ander” Palestina voor ogen hebben, maakt elke “terrorisme en jihad”-framing van de Westerse media ongeloofwaardig. Dit frame wordt bewust aangehaald om de Palestijnse strijd te stigmatiseren als een agressief, fundamentalistisch project in plaats van een anti-imperialistische massa-beweging.

Conclusie en perspectieven

Hopelijk helpt dit artikel de een of andere lezer om de mainstream-verslaggeving kritisch te behandelen in plaats van klakkeloos narratieven te accepteren, die een té simpel beeld schetsen. Mensen, organisaties en geopolitieke conflicten zijn onderdeel van een ingewikkeld historisch proces waar vaak sprake is van interne conflicten, tegenstellingen en complexiteiten die te diepgaand zijn voor de traditionele media. Te stellen dat alle Joden zionisten zijn, of dat alle Palestijnen (aanhangers van) islamitische terroristen zijn, is niet alleen een historische en geopolitieke onwaarheid, maar een vorm van mensonterende roekeloosheid. 

Verder is het mogelijk om een rechtvaardige, egalitaire en communistische pro-Palestijnse strijd te voeren zonder daarbij de verschrikkingen en misdaden van bijvoorbeeld Hamas of Hezbollah te rechtvaardigen. De militaire misdaden van deze organisaties kunnen historisch worden verklaard, maar kunnen en hoeven niet te worden gerechtvaardigd. Dat Hamas momenteel een van de grootste rollen speelt in de strijd tegen imperialistisch Israël en zionisme, betekent niet dat zij in de plaats daarvan een egalitaire, menswaardige samenleving zullen opzetten en dat is ook een pretentie die wij niet moeten hebben. 

Een emancipatiestrijd en toekomstig machtsvacuüm zal altijd verschillende groepen met verschillende visies genereren en dat moet geen excuus zijn om “kritische steun” uit te spreken voor een fundamentalistische, homofobe en anti-feministische groepering. Politiek meeliften met Hamas doet in die zin soms een beetje denken aan “socialisten” (in dikke aanhalingstekens) die bereid zijn om Poetin en Russische censuur te verdedigen, alleen omdat de hedendaagse Russische politiek een reactie is op Westers imperialisme en Westerse misdaden.

Alleen door onwetendheid en idealistische begrippen van de geschiedenis met zorgvuldige marxistische analyse te bestrijden, kunnen wij de nodige ruimte creëren om het imperialisme van Israël aan te kaarten en uiteindelijk te verslaan.

  1. Tekiner, Roselle (1991). “Race and the Issue of National Identity in Israel”. International Journal of Middle East Studies. Cambridge University Press. 23 (1): 39–55. doi:10.1017/S0020743800034541. JSTOR 163931. S2CID 163043582.
  2. Goldenberg, Tia. “Supreme Court rejects ‘Israeli’ nationality status”. The Times of Israel. 4 oktober 2013. https://www.timesofisrael.com/supreme-court-rejects-israeli-nationality-status/
  3. Patricia Cohen (January 31, 2007). “Essay Linking Liberal Jews and Anti-Semitism Sparks a Furor”. The New York Times. Retrieved March 19, 2007.
  4. Peled, Miko. “We Will Not Serve in Your Army!” Orthodox Jews in Jerusalem Beaten, Arrested for Refusing Draft”. https://www.mintpressnews.com/we-will-not-serve-in-your-army-orthodox-jews-in-jerusalem-beaten-arrested-for-refusing-draft/235323/
  5. Sion, Brigitte. OTHER PROMISED LANDS. Tenou’a. Juni 2021. https://www.tenoua.org/en/other-promised-lands/
  6. Cliansmith, Michael (1974). “The Uganda Offer, 1902-1905: A Study of Settlement Concessions in British East Africa”. Ufahamu: A Journal of African Studies. 5 (1). doi:10.5070/F751017515. ISSN 2150-5802.
  7. Eichler, William. “Theodor Herzl and the trajectory of Zionism”. openDemocracy. 2016. https://www.opendemocracy.net/en/north-africa-west-asia/theodor-herzl-and-trajectory-of-zionism/
  8. Theodor Herzl, The Jewish State (New York: Maccabean Publishing Co., 1904), 28
  9. Abdul-Wahab Kayyali, “Zionism and Imperialism: The Historical Origins,” Journal of Palestine Studies 6, no. 3 (1977): 98–112.
  10. “Haavara Winds Up Reich-palestine Transfer Operations; Handled $35,000,000 in 6 Years”. Jewish Telegraphic Agency. 8 september 1939. Bezocht op 1 mei 2016.
  11. Al Tahhan, Zena. “Hamas and Fatah: How are the two groups different?”. AlJazeera. 12 oktober 2017. https://www.aljazeera.com/features/2017/10/12/hamas-and-fatah-how-are-the-two-groups-different
  12. “Over 600 Palestinians killed in internal clashes since 2006”. Ynetnews. Reuters via Ynet. 6 juni 2007. Gearchiveerd van het origineel op 4 juli 2011.
  13. “Popular Front for the Liberation of Palestine”. Britannica. Voor het laatst geactualiseerd: 9 oktober 2023. https://www.britannica.com/topic/Popular-Front-for-the-Liberation-of-Palestine
  14. “Syrian rebels take over Palestinian camp in Damascus”. Reuters. 17 December 2012. Retrieved 17 November 2014.
  15. Sabry, Muhammed. “Israel strikes Hezbollah post in south Lebanon after aircraft interception”. Anadolu Agency. 14 oktober 2023. Opgeroepen op 16 oktober 2023. https://www.aa.com.tr/en/middle-east/israel-strikes-hezbollah-post-in-south-lebanon-after-aircraft-interception/3019325

Auteur