Onlangs heeft de SP een aanvalsplan voor de economie (pdf) gepubliceerd voor leden. Onderstaand stuk is een reactie hierop door een aantal SP-leden, dit is aan de SP-fractie gestuurd. De schrijvers hebben het stuk ook aan Communistisch Platform ingezonden ter publicatie, om het stuk zo breder onder de aandacht te brengen.
De SP heeft recentelijk een oproep gedaan aan leden en afdelingen om een bijdrage te leveren aan het aanvalsplan en de discussie aan te gaan. Met dit stuk willen wij hier een aanzet toe doen en een bijdrage leveren aan dit debat. Het aanvalsplan over de coronacrisis mist volgens ons een analyse van klasse, het kapitalisme en de weg vooruit. Hierbij blijft het steken in vage termen als “collectieve oplossingen” en “solidariteit” zonder daadwerkelijk radicale eisen en de arbeidersklasse centraal te stellen. In onze inbreng willen we benoemen waar wij denken dat het aanvalsplan de fout in gaat en waar het beter kan.
De introductie
Als socialisten stellen wij de arbeidersklasse, alle mensen zonder kapitaal, centraal in onze politiek. Dit komt voort uit het feit dat de arbeidersklasse in zijn belangen direct tegenover de werkgevers en huisbazen staat en zich daarom genoodzaakt ziet zichzelf te organiseren. Zij kan daarbij de motor zijn van het socialisme en sociale verandering. Het is aan ons de taak die klassenstrijd te versterken en mensen duidelijk te maken dat zij economisch en politiek de macht over moeten nemen. Een eisenpakket als een aanvalsplan moet in het verlengde van dit principe liggen en bijdragen aan het versterken van de arbeidersbeweging en het verdedigen van haar belangen.
De introductie van een eisenpakket moet daar een weerspiegeling van zijn, maar lijkt in het huidige stuk vooral een samenraapsel van vage uitspraken. Er wordt bijvoorbeeld wel benoemd dat “het kapitalisme altijd in crisis is” maar de logische conclusie, een einde aan het kapitalisme, wordt hier niet aan verbonden. Zo wordt er wel met radicale taal geschermd (“kapitalistisch systeem”, “werkende klasse”) zonder dat daar daadwerkelijk inhoud aan gegeven wordt. Het lijkt hierbij net alsof de originele insteek van het stuk een slap, beleidsmatig verhaal was maar hier en daar voor de bühne wat radicale verwijzingen zijn gemaakt.
De focus ligt hierbij niet op een strijd tegen het kapitalisme en voor de belangen van de werkende klasse, maar vooral op een “breed front” politiek voor een “rechtvaardige samenleving”. Dit is een verhaal waar de politie en kleine ondernemers opeens in thuishoren, ondanks hun directe tegenstrijdige belangen met werkende mensen. Het is namelijk juist deze politie die tegenover onze beweging zal komen te staan als de klassenstrijd op zijn heetst is.1
Hierbij leest de introductie ook voornamelijk als een tijdelijk reddingsplan voor de “aanbod en vraagkant” van het kapitalisme, in plaats van een opzet voor hoe we deze crisis kunnen gebruiken voor het versterken van de belangen van onze klasse en het bouwen van een arbeidersbeweging. Deze introductie zou herschreven moeten worden tot een stuk wat recht doet aan onze socialistische analyse en niet vervalt in vaagheden of economenjargon.
Kortetermijnmaatregelen
De maatregelen die wij als socialisten moeten stellen voor de korte termijn moeten bijdragen aan het beschermen van de arbeidersklasse tegen de slagen van de crisis en het uitbouwen van onze macht als klasse. Hierbij gaan de huidige gestelde eisen hier en daar de goede kant op, maar gaan ze praktisch niet heel veel verder dan wat de PvdA of GL zou eisen. Zelfs de VVD voert nu een groot gedeelte van dit genoemde beleid al uit, dus jezelf verbinden aan “redelijke” eisen maakt ons al snel politiek irrelevant.
Zo lijken veel punten zelfs compleet in strijd te zijn met onze huidige programma. Mensen hun inkomen moet aangevuld worden tot het wettelijk minimumloon, maar wij stellen altijd al dat het huidige minimumloon te laag is. Waarom dan niet aanvullen tot minstens de vakbondseis van 14 euro/uur? Ditzelfde punt komt terug bij de eis van een solidariteitsheffing (en ook opheffing van sancties), die “al dan niet tijdelijk” zou zijn. We willen sowieso al hogere winstbelastingen, dus dat nog verder afzwakken op basis van “tijdelijkheid” is onzinnig.
De punten over staatssteun zijn ook direct in strijd met elkaar. We eisen dat staatssteun conditioneel is op sociale voorwaarden (geen ontslagen, veranderingen in bedrijf, staatsdeelname etc.) maar steunen wel het massale carte blanche steunpakket van de regering. Laten we deze eis daadwerkelijk hard maken en de staatssteun gebruiken als een linkse shockdoctrine. Ondernemers en huisbazen houden nu hun handje op, laat ze dan ook maar buigen voor huurcontroles, verduurzaming en uitgebreide zeggenschap voor werknemers.
Verder missen onze kortetermijneisen een daadwerkelijk politiek-socialistisch fundament. Onze huidige staat is fundamenteel ondemocratisch en staat ten dienste van het kapitaal, dat is iets waar Marx geen twijfel over liet. We stellen echter wel dat staatsbezit gelijkstaat aan bezit van “de gemeenschap”. Als een klein clubje ambtenaren een staatsonderneming overneemt maakt dat nog geen socialisme, en vaak genoeg worden die bedrijven gewoon weer op de oude commerciële voet doorgezet. Het zou dan ook beter zijn als hier expliciet wordt benoemd dat onze staat(sdeelname) ook onder democratische controle moet worden gebracht. Ook blijft de paragraaf over nationalisatie nu steken bij holle frases als “vitale bedrijven” en “je kunt je afvragen of”, wat een stuk harder en duidelijker geformuleerd kan worden.
De meest aparte eis in het stuk is nog wel die van het terugbetalen van de huur. Het opschorten van woonlasten is een prima voorstel, maar dat deze vervolgens weer verrekend moeten worden aan het einde van de crisis is een de facto subsidie op huisbazen gezien zij ook nog eens vaak staatssteun krijgen en wel wordt voorgesteld om hun hypotheken op te schorten. Een gehele opschorting van de woonlasten zou een beter voorstel zijn.
Tot slot mist het stuk een politieke eis. Veel RIVM-rapporten en regeringsdiscussies hierover zijn nu geheim. Deze geheimhouding is een grove inbreuk op de democratie en zou publiek gemaakt moeten worden. We moeten dan ook gehele openheid van staatszaken eisen met betrekking tot het coronabeleid.
Langetermijneisen
Onze langetermijneisen tijdens de coronacrisis moeten in het verlengde liggen van onze kortetermijneisen en verbonden worden aan de huidige crisis. Deze gezondheidscrisis laat het failliet van de markt zien en de noodzaak voor een socialistische omwenteling. Zelfs liberale regeringen grijpen hierbij genoodzaakt naar planmatige oplossingen. Ons antwoord moet een duidelijk socialistisch vergezicht zijn, waar de macht niet bij het kapitaal ligt maar bij de werkende klasse.
De huidige formuleringen van langetermijneisen lijken niet gebouwd te zijn op deze visie. Het is meer een opsomming van dingen die wij voor de crisis ook al vonden en al vaak genoeg naar buiten toe hebben gecommuniceerd. Zelfs de paragraaf over het Nationaal Zorgfonds wordt niet gekoppeld aan de coronacrisis. Het is dan ook onduidelijk wat precies de toegevoegde waarde is van deze langetermijneisen voor een corona-aanvalsplan, gezien zij op geen enkele manier gekoppeld worden aan de huidige coronacrisis.
Deze insteek lijkt te passen in de burgerlijke beleefdheid die de SP wil uitstralen. We moeten volgens deze logica de crisis vooral niet politiseren of aangrijpen voor een systeemverhaal, maar vooral blijven steken in bestaande slappe eisen en een socialere vorm van het kapitalisme. Een manier om deze logica te doorbreken is door direct planmatige oplossingen te bieden voor de huidige crisis van de markt. Het kapitalisme is met zijn marktlogica niet in staat om een antwoord te bieden op de huidige crisis, dus daarom is grootschalige publieke planning noodzakelijk voor een socialistische oplossing. Voorbeelden van mogelijke alternatieven zijn dingen als een publiek georganiseerde voedselvoorziening die kwetsbare groepen voorziet van een gezonde maaltijd of de nationalisering van de farmaceutische industrie.
Naast onze kritiek op de insteek is er ook een selectie aan voorstellen die tekort schieten. Bij het huidige eisenpakket komt bijvoorbeeld ook het gouden aandeelvoorstel opnieuw aan bod. Dit is in de praktijk geen voorstel dat de belangen van de arbeidersbeweging dient, gezien het werknemers gedeeltelijk winstafhankelijk maakt en hun belangen zo in lijn probeert te brengen met kapitaalbezitters. Werkende mensen deelnemer maken in een bedrijf betekent juist een matiging van de klassenstrijd. Een uiteindelijke definitieve machtsovername van werknemers en een onteigening van ondernemers wordt zo ook van de agenda afgeschoven. Gezien wij geen eisen stellen rondom de grondwet of internationale verdragen lijken we ook niet voorbereid op de implicaties van zo’n gouden aandeeleis. Het zal immers al snel neerkomen op een grove rechterlijke strijd met kapitaal die het ziet als een inperking van hun privaat bezit.
Het is dan ook beter als wij onze eisen rondom zeggenschap voor werknemers focussen rondom punten die de klassenstrijd op weg helpen. Sterkere vakbonden (via door vakbonden geregelde sociale zekerheid, anti-onderkruipselbeleid en CAO-versterkingen) en een uitbreiding van coöperatieven kunnen hier een leidraad voor zijn.
Naast concrete voorstellen is er het meest aan te merken op de taal van de langetermijnmaatregelen. Het lijkt bij veel punten uit te gaan van een moralistische, vage verwoording die niet veel wegheeft van een socialistische of klasse-analyse. Zo wordt bij het stukje over internationale solidariteit de meeste aandacht gelegd op de kosten van bewapening. Daardoor lijkt het net alsof onze weerstand tegen oorlogspolitiek voorkomt uit het kostenplaatje en niet een strijd tegen de belangen van natiestaten en de wapenindustrie.
Dezelfde vage analyse komt terug bij het kopje over “collectieve oplossingen”. Vage formuleringen als “solidair met elkaar zijn” en “samen onze problemen aanpakken” zijn inhoudsloos. Daar kan praktisch een VVD’er of PvdA’er het nog mee eens zijn.
De lange termijn van het aanvalsplan lijkt zo een daadwerkelijk socialistische analyse op de lange termijn te schuiven en vervalt in inhoudsloze analyses over “rechtvaardigheid” en “collectieve oplossingen”. Zijn dat nou daadwerkelijk de criteria waaraan wij onze eisen toetsen? Een aanvalsplan wat zowel intern als extern een duidelijke systeemkritische visie en analyse schetst is noodzakelijk als we de goede weg in willen slaan. Niet het redden van het kapitalisme maar het bouwen van een arbeidersbeweging met zijn eigen instituties moet centraal staan, zodat we een daadwerkelijk alternatief kunnen bieden op staat en kapitaal. Moge onze kritiek dan ook de basis bieden voor zo’n herschrijving.
- Zie bijvoorbeeld hoe onze oude huurdersbonden in Leiden werden opgebroken door politiemacht, te belezen in het boek “In Leiden moet het anders” van Bart van der Steen. ↩