Op 22 mei zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement. Van de 766 zetels worden er 26 ingenomen door Nederlandse leden. De centrale slogan van de SP deze keer is “Nee tegen deze EU” en is daarmee een verbetering op de slogan bij de vorige verkiezingen, “minder Brussel”1. Maar staat de SP dan ook voor een andere EU? Is er sprake van een Europese visie?
Jos Alembic, zelf sinds 2003 lid van de SP
Wilt u niet langer domweg doordenderen naar een steeds machtigere Europese Superstaat [sic]? En wilt u dat u voortaan het laatste woord krijgt als het gaat om wat wij in eigen land beslissen en dat niet aan Brusselse bemoeizucht overlaten? Wilt u samenwerken waar het nuttig en nodig is, maar de baas blijven over alles wat we beter zelf kunnen regelen? Dan is een stem op de SP een verstandige keuze. 22 mei 2014 is een belangrijke dag. Dan beslist u wie úw stem laat horen in Europa.
Zo begint het SP verkiezingsprogramma2. Maar hoe realistisch is dit programma? Kúnnen we het inderdaad allemaal beter zelf regelen en alleen daar samenwerken waar dat ‘nuttig’ en ‘nodig’ is? En wat betekent dat dan? Laten we eerst beginnen met een nadere blik op het SP programma. Zo staat in het stuk over democratie (hoofdstuk 2) het volgende:
2.3 We verbeteren het functioneren van het Europees Parlement. Omdat de Europese Unie geen staat is, kan het Europees Parlement ook geen parlement zijn in de zin van een nationaal parlement. Het overdragen van bevoegdheden van nationale parlementen aan het Europees Parlement, ten koste van democratische rechten, wijzen we af. Een Europees Parlement als aanvulling op de nationale democratie, als controleur van de Europese Commissie en de Raad van Ministers, juichen we toe. Nationale parlementen krijgen de mogelijkheid om Eurocommissarissen in hun land ter verantwoording te roepen en met hen in debat te gaan. Landen moeten de mogelijkheid krijgen van een dubbelmandaat, waarbij nationale volksvertegenwoordigers ook lid kunnen zijn van het Europees Parlement.
Het begint al met een cirkelredenering, maar meer nog dan dat legt het volledig de nadruk op het nationale parlement. Het dubbelmandaat moet weer opnieuw worden ingevoerd, terugkerend naar de situatie vóór de eerste Europese verkiezing in 19793.
Maar wat moet Europa dan wél zijn, volgens de SP? In het programma heeft ze het over een non-militaristisch samenwerkingsverband (14.3), moet het “eerlijke handel” [sic!] bedrijven (14.7) en zou het goed functionerende internationale organisaties zoals de VN [sic] moeten ondersteunen (14.14). Wat opvalt is hoezeer de nadruk ligt op “eerlijke handel” en daarmee een (overigens terecht) verzet tegen het TTIP vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS4, “mensenrechten” (punten 14.2 en 14.10) en “ontwikkelingssamenwerking”.
Voor de rest is het programma weinig veelzeggend, zo mag de Eurozone niet uitbreiden want deze is nu al “onhoudbaar” (3.10), maar is volstrekt onduidelijk wat de SP van plan is aan deze onhoudbare situatie te gaan doen. Terug naar de Gulden?5 Het programma is er niet expliciet over, maar stelt wel: “Om [op de ondergang van de Euro] voorbereid te zijn moeten we nu maatregelen treffen om een zachte landing voor de euro mogelijk te maken en om lidstaten de mogelijkheid te bieden uit de euro te treden.”
Onlangs was Niels Jongerius6 aanwezig op het Marxisme Festival van de IS. Ook hij zette een idealisering uiteen van een EU vóór de ‘neoliberale agenda’ dat begon in de jaren ’80 en de EU van erna. “Van een Europa van ‘nooit meer oorlog’ ontwikkelde het naar een Europa van de grote bedrijven”, zo stelde hij. Tijdens deze sessie kwam dit staaltje geschiedvervalsing zeker nog terug tijdens de discussie. Natuurlijk is de EU, ooit begonnen als EGKS, altijd al een kapitalistisch project geweest.
Overigens was, volgens Niels, de Euro vooral een slechte zaak omdat het Nederland de mogelijkheid ontnam om de munt te kunnen devalueren. Dat een devaluatie ten koste gaat van andere munteenheden die relatief zwakker staan ten opzichte van de eigen munteenheid en dat, daarmee, Niels dus een standpunt inneemt dat de imperialistische orde in stand houdt, bleef volledig onbesproken door Niels.
Tijdens de afsluiting stelde Niels, naar aanleiding van een aantal kameraden (waaronder ik) die opriepen voor continentale samenwerking van links, dat Europees links te zwak is en daarom geen reden is om te pleiten voor een Europees alternatief. Daarom, zo stelde hij, is “macht wegnemen” van Brussel beter en kunnen we Den Haag “beter democratisch controleren”. Hij was niet in principe tégen een socialistisch Europa, maar dat was vooral is voor de “lange baan”, nu stonden concrete dingen op het programma, zoals de oppositie tegen het TTIP vrijhandelsakkoord. Het doet wat denken aan die uitspraak van de aartsrevisionist, “de beweging is alles, het einddoel niets”7.
Waarom dit programma?
Inhoudsopgave
Waar komt dit programma dus vandaan? Deze standpunten zijn bepaald niet nieuw. Al eerder verwees ik naar de “Minder Brussel” slogan uit 2009 en het “Gulden alternatief” op de Euro uit 1999. De wortels liggen dieper, historisch gezien, maar het voldoet hier om te zeggen dat de partij volledig deel is van het systeem, hetzij met een proletarische basis. Zoals ik het elders eerder beschreef:
De SP kent overigens een interne tegenstelling binnen deze geschetste context: Aan de ene kant is de partij volledig onderdeel geworden van de bestaande orde, de partijleiding accepteert volledig dat ze mee wil doen in lokale, provinciale en nationale coalities. Sterker, ze zet er op in om dat mogelijk te maken en het opofferen van deze of gene partij standpunt is daarin slechts een formaliteit waarover vooral niet te moeilijk moet worden gedaan. Aan de andere kant echter komt de partij van een revolutionair-links milieu[…]
Deze achtergrond werkt nog steeds door in het dagelijks functioneren van de partij. Anders dan andere kiesmachines kent de SP een uitgebreid afdelingen netwerk, waar leden zich kunnen inzetten als activisten voor de partij. Het straatwerk wordt nog altijd bijzonder gewaardeerd door de partij, die er onder andere ook cursussen voor biedt en landelijk daar verder de afdelingen ook zoveel mogelijk in ondersteunt en mogelijk maakt. Voor de landelijke partijleiding is dit activisme niet veel meer dan een onderdeel van het SP ‘merk’, een unique selling point op andere partijen. Voor de basisleden echter, en ik reken mezelf daar ook toe – die relatief vrij staan van tactische media interventies op de nationale televisie, peilingen en coalitiebesprekingen – heeft dat activisme toch iets veel natuurlijkers, veel proletarischer karakter. Als je samen met buurtbewoners voor hun belangen strijdt, aan de poorten staat van bedrijven waar misstanden zijn en samen met de werknemers iets kunt opzetten, dan gaat dat verder dan alleen maar stemmen binnenhalen. En in die zin zit er iets waardevols in de SP, een potentieel om de basis van een kracht te vormen dat wél de heersende macht omver kan werpen.8
Het is een partij die valt te omschrijven als een “burgerlijke arbeiderspartij”, zoals Lenin de Britse Labour party ooit omschreef. Anders dan bij Labour is er geen sprake van een formele vakbondslink met bijvoorbeeld de FNV. Wel is het zo dat de partij een politieke uitdrukking is van een dergelijke vakbondspolitiek, iets wat louter kan bestaan binnen de logica van wat er ‘mogelijk’ is binnen het kapitalisme.
Dit programma voor Europa blijft binnen de context van wat er eventueel mogelijk wordt geacht binnen het kapitalisme. De focus op Nederland ligt er juist omdat er het foute idee heerst dat we een onafhankelijk economische politiek kunnen voeren. Een soort neo-Keynesiaanse agenda, waar de SP een “100% sociaal” beleid kan voeren. Daarom moet ‘Brussel’ dus minder te vertellen krijgen, ten voordele van ‘Den Haag’.
Laat ik mezelf nog één keer citeren, uit hetzelfde Kompas artikel, waarom dit gevaarlijke flauwe kul is:
De internationale hiërarchie van staten, de VS aan kop, zorgt er ook voor dat landen binnen bepaalde kaders blijven. Soevereiniteit is maar zeer relatief. Zie bijvoorbeeld het samenwerkingsverband van de EU, zelf een semi-staat, die haar lidstaten allerlei beleidsrichtlijnen oplegt en waarin de belangen van kapitaal (of, zoals dat tegenwoordig modieus heet, ‘neoliberale politiek’) voorop staan. Mocht bijvoorbeeld de SP een absolute meerderheid verwerven en alleen de regering vormen, dan nog zal ze rekening moeten houden met de positie van Nederland in de internationale context, of loopt ze kans te verworden tot paria, met sancties en uitsluiting tot gevolg, mocht haar beleid te zeer afwijken.
Het is redelijk onzinnig te spreken over een ‘Nederlandse’ economie, Nederland is integraal onderdeel van de EU en de globale orde. Zomaar een (binnen het kapitalisme) radicale breuk met het bestaande beleid maken is zelfmoord, pure and simple. En dat is nog uitgaande van het meest positieve scenario, waarin de SP een absolute meerderheid heeft in het parlement en senaat, om haar programma door te kunnen voeren.
In werkelijkheid positioneert de partijleiding zich al jaren op deelname aan een toekomstige coalitie. Het ene na het andere standpunt wordt hiervoor verwezen naar de prullenmand. Deze tendens zal net zolang doorgaan totdat de partij wél in een coalitie komt te zitten en daarmee onvermijdelijk net zo hard neoliberaal beleid moet gaan voeren…
Een ander programma!
Zonder programma dat breekt met de bestaande kapitalistische orde, ga je mee met deze orde, hetzij in een iets wat ‘menselijkere’ variant. Het vraagstuk is daarmee programmatisch van aard: Welk programma dan wel?
Willen we een positieve breuk maken met de heerschappij van kapitaal en beginnen met het bouwen aan een menselijke maatschappij, het socialisme, dan moeten we denken op Europees niveau, op zijn minst. De EU is de grootste economie ter wereld, gemeten naar BNP9. Het is het centrum van het wereldwijde kapitalisme, samen met de VS. Als we hier de arbeidersklasse kunnen organiseren voor een andere maatschappij dan is er niets dat ons tegenhoudt.
Maar dan heeft de SP ook een programma nodig dat die positieve breuk nastreeft: De politieke machtsovername van de arbeidersklasse als klasse, dat heet, de democratische republiek. Pas met zo’n programma kan de partij ook breken met het kleingeestige nationalisme, haar parlementarisme en haar loyaliteit aan de Nederlandse staat.
Een dergelijke programmawijziging komt er niet zomaar. De partijleiding is gedomineerd door de realpolitik vleugel die streeft naar coalitiedeelname, zowel lokaal10, als nationaal. Er zal daarom door iedereen in de partij die zich voelt aangesproken voor een Marxistisch alternatief een strijd moeten worden gevoerd om dat programma ook echt de basis van de partij te laten worden en om haar vervolgens ook daadwerkelijk uit te voeren.
Op Europees niveau moet de SP lid worden van de Partij van Europees Links11. Niet omdat dat zo’n krachtige communistische formatie is (het is op het moment nauwelijks een ‘partij’ te noemen), maar wel omdat het een stap vooruit is naar Europese integratie van linkse krachten, naar de Socialistische Partij van de Europese Unie die we zo hard nodig hebben.
Ons stemadvies luidt negatief: Stem geen SP, dit programma zet een stap terug naar mythologische tijden, blijft binnen het kapitalistisch raamwerk en biedt enkel een nationalistische weg. Dit is volledig onacceptabel voor iedere socialist. Maar we roepen ook alle SP’ers op om mee te gaan in een programmatische strijd, zodat over vijf jaar de slogan kan luiden voor een Democratische Republiek van Europa!
Referenties en noten
1. http://www.sp.nl/nieuws/tribune/200903/dennis_de_jong.shtml
2. http://www.sp.nl/europa/2014/europees-verkiezingsprogramma-SP.pdf
3. https://en.wikipedia.org/wiki/European_Parliament#History
4. http://en.wikipedia.org/wiki/Transatlantic_Trade_and_Investment_Partnership
6. http://www.sp.nl/europa/2014/kandidaten/
7. Eduard Bernstein natuurlijk.
8. Partij als kompas – http://188.226.151.135/kompas/2014/05/03/partij-als-kompas/
9. Nog altijd iets groter dan de VS: http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_GDP_%28nominal%29
10. Ik heb het in dit artikel niet eens over het gegeven dat de SP nu in 40 colleges zit en op gemeentelijk niveau vaak al kapitalistisch beleid uitvoert.
11. http://www.european-left.org/ – De SP is al links van de fractie van deze partij in het Europees Parlement, waar het de GUE-NGL heet, maar het is geen lid van de partij buiten deze fractie.