Uit frustratie over de gang van zaken in de SP, besloot Kevin Levie op te stappen als voorzitter van de afdeling in Rotterdam. Zijn open protestbrief zorgt voor discussie in de partij. Jos Alembic reageert.
Kevin is al 14 jaar lid van de SP en heeft zich al die jaren ook veel ingezet voor de partij. Maar op 9 januari besloot hij zijn functie neer te leggen. Hij voelt zich gefrustreerd en hij heeft een kritische noot, zo erg zelfs dat hij zich hardop afvraagt of de SP nog het beste instrument is om de wereld te veranderen. Zo stelt hij bijvoorbeeld dat de partij al geruime tijd “stil staat”, dit licht hij als volgt toe:
“De partijcultuur en het gebrek aan open discussie en (zelf)kritiek waren hetzelfde gebleven, de tekortkomingen op bepaalde inhoudelijke onderwerpen en de zwakke kanten van de partij waren gebleven en verder versterkt, en de partij had netto zo’n 8000 leden minder. De meeste oudgedienden die er nog steeds zaten leken vooral op de winkel te passen, en weinig nieuwe initiatieven te nemen of mogelijk te maken. En een flink deel van hen wilde überhaupt niet de discussie aangaan over de staat van de partij: het was oorspronkelijk de bedoeling het congres van november helemaal niet te houden.”
Dit raakt een gevoelige snaar over het interne partijleven. Interne discussie heeft een hoog formaliteitsgehalte: formeel bestaan er de structuren die interne discussie mogelijk maken – binnen de afdelingen, de regioconferenties en partijraden – maar in de praktijk heeft deze verticale organisatiestructuur het effect dat andere visies die buiten de norm vallen zoveel mogelijk worden gedempt. Dit komt omdat er maar een klein gedeelte van de leden toegang hebben tot de podia waar landelijk kan worden overlegt (de partijraad staat bijvoorbeeld in principe alleen open voor afdelingsvoorzitters plus het partijbestuur) en daar waar meer mensen toegang hebben tot de podia (zoals bij afdelingsvergaderingen) is er weinig mogelijkheid tot horizontaal overleg tussen verschillende delen van het land.
Een andere manier om dergelijk horizontaal overleg traditioneel mogelijk te maken, via publicaties, is ook niet aan de orde. De Spanning en de Tribune staan er niet om bekend dat ze focuspunten zijn van levendige discussie. Dat betekent niet dat de behoefte daarmee niet kan worden bevredigd, zeker in een tijdperk van social media. Ons initiatief om Linkse SP’ers bij elkaar te brengen heeft inmiddels een bescheiden impact gecreëerd en Kevin noemt bijna terloops dat er in de aanloop naar het congres ook bijeenkomsten werden georganiseerd van kritische SP’ers, van meestal hoge posities. Deze informele bijeenkomst heeft inmiddels weer de geest gegeven, nu dat het congres achter de rug is, maar het viel op dat zelfs na het congres velen verder wilden gaan, door bijvoorbeeld een chat-groep voor te stellen en zich hiervoor opgaven.
De relatieve geslotenheid van de SP als partij, duidt echter op een breder probleem. Met het oog op eventuele bestuursdeelname, verloochent de partij op heel wat plaatsen en in heel wat domeinen de klassenstrijd. Hoewel de SP nog altijd een uitdrukking is van de Nederlandse arbeidersklasse en -beweging, is zij wel een vertekende expressie. Een groeiende groep partijleden en -functionarissen nestelt zich immers in de structuren van het Nederlandse establishment. Om tot een meer dynamische en democratische organisatie te komen die een platform kan zijn voor de leden (uit de arbeidersklasse), is een open heroriëntatie op de klassenstrijd een noodzakelijke voorwaarde.
En hier treffen we het manco van de frustratie, die overigens niet beperkt blijft tot Kevin en zijn stuk, maar zich telkens lijkt te herhalen bij gefrustreerde leden. Gedurende het hele stuk wordt er impliciet aangenomen dat er moet worden afgewacht op betere tijden, iets wat Kevin in een nawoord toelicht:
“Sommigen vinden mijn timing verkeerd, of vinden dat ik te ongeduldig ben. Ik zou het nieuwe bestuur en de nieuwe voorzitter een kans moeten geven, de komende jaren moeten afwachten, enzovoort. Daarop zeg ik: ik hoop van harte dat de verandering in de SP sneller gaat dan ik denk dat die zal gaan. Ik ken ook mensen die al 10 of 20 of 40 jaar voor de SP actief zijn, en die al heel lang kansen zien voor verandering en blijven afwachten. Voor mij is er nu een punt gekomen dat ik het niet langer kan verantwoorden en niet langer kan opbrengen om op dezelfde manier actief te blijven. Waar dat punt ligt, dat is ongetwijfeld voor iedereen anders.”
Onderliggend hieraan is de aanname dat we ons houden aan de huidige structuren, die dus worden gedomineerd door de partijleiding. Binnen deze context heb je twee keuzes: óf je doet mee óf je vertrekt. Dit is een, naar mijn mening, schadelijke houding die de status quo versterkt. Immers blijven de mensen die het eens zijn met de status quo achter en gaan de leidinggevende rollen vervullen, wat de huidige status quo reproduceert. Bovendien geeft de toelichting van Kevin geen strategie aan voor de SP als sociale of socialistische partij – als partij van de gewone mensen in onze samenleving. Wachten op betere tijden ligt ver van het principe dat een socialistische partij initiatief neemt om verbetering te brengen.
Mijns inziens hebben we een derde optie nodig die deze impasse doorbreekt en dat is een blijvende vorm van verzet, een campagne om een blijvende impact te hebben op de partij. Het congres is slechts een momentopname, die de huidige krachtsverhoudingen bevestigd. Kevin constateert dat tientallen amendementen het niet hebben gehaald, ondanks dat ze soms door tientallen afdelingen werden gesteund, maar hadden we anders kunnen verwachten? Ik denk dat dat redelijk naïef zou zijn.
Het is dus jammer dat de bijeenkomsten van de kritische SP’ers in de aanloop naar het congres weer in een winterslaap verzeild lijken te raken, dit was immers het eerste initiatief in lange tijd waar SP’ers van alle rangen en standen en overal van het land bijeen kwamen om te spreken over de toekomst van onze partij, over strategie en tactiek. Belangrijk element wat wij nog willen toevoegen, is de onderliggende discussie over programma, niet voor niets leggen wij daar de nadruk op. Het programma is zowel een democratisch instrument voor de partijleden om de leiding voortdurend te testen en ter verantwoording te roepen, als een instrument voor de Nederlandse arbeidersklasse om in beweging te komen voor iets beters.
Hoe dan ook helpt het niet dat Kevin opstapt als voorzitter en waarschijnlijk veel meer in de luwte van de lokale afdeling gaat werken. We hebben juist mensen als hem nodig om de lange termijn visie van een ander soort partij voor elkaar te krijgen. Blijf dus niet mokkend aan de kant staan, stel een daad en toon je moed.