De regeringsleiders die in Parijs bijeen kwamen om hun ‘solidariteit’ te betuigen met Charlie Hebdo zijn geen vrienden van de vrijheid van meningsuiting.
We zijn allemaal inmiddels bekend met de feiten. Op 7 januari stormden twee gemaskerde schutters, gewapend met kalasjnikovs en raketwerpers, binnen bij het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo. Ze vermoordden er 12 personen. Twee dagen later schoot een andere schutter vier joden dood in een joodse supermarkt en werden er verschillende mensen gegijzeld. In totaal zijn er 17 mensen gedood op vier plaatsen gedurende twee dagen en werden er nog eens 21 mensen gewond, sommigen onder hen ernstig. Onder de doden waren de redacteur van het magazine, Stéphane ‘Charb’ Charbonnier, zeven andere medewerkers van Charlie Hebdo en twee politie agenten.
Beide schutters die Charlie Hebdo aanvielen, Saïd en Chérif Kouachi, hadden de Franse nationaliteit en waren van Algerijnse afkomst. Ze werden weeskind op jonge leeftijd en Chérif groeide op in de pleegzorg voordat hij bij z’n broer kwam in Parijs. De in Parijs geboren Coulibaly kwam van een Malinees immigrantengezin. De Kouachis en Coulibaly ontmoetten elkaar voor het eerst in de gevangenis. Onder het toeziend oog van de geheime dienst tussen 2011 en 2014, zo blijkt, waren de drie bekende leden van het ‘Buttes Chaumont-netwerk’, vernoemd naar het Parc des Buttes Chaumont waar ze met regelmaat bijeen kwamen en op militair niveau trainingen uitvoerden met andere Frans-Algerijnse jihadisten in spe. Sommigen onder hen zouden strijders worden in Irak. Ze lijken op enig niveau gelinkt te zijn met de Al Qaida-‘franchise’ in Jemen. Deze quasi-militaire achtergrond kan verklaren hoe de aanval op Charlie Hebdo relatief gedisciplineerd en professioneel gebeurde.
De aanvallen zijn de dodelijkste niet-staatsterroristische aanslagen sinds 1961 in Frankrijk. In dat jaar was er de explosie op een trein in Vitry-le-François door de Organisation l’Armée Secrète welke 28 mensen doodde en meer dan honderd verwondde. Maar we moeten ook niet de slachting in Parijs datzelfde jaar vergeten, waar de politie moorddadig een demonstratie te lijf ging van 30 000 pro-FLN Algerijnen, waar mogelijk 600 doden bij vielen, hoewel het exacte aantal wellicht nooit achterhaald kan worden. Veel demonstranten stierven doordat ze gewelddadig bijeen werden gedreven door de politie in de Seine-rivier, sommigen onder hen werden van bruggen gegooid nadat ze bewusteloos waren geslagen. Er was nauwelijks media-aandacht hiervoor destijds en veel details blijven onopgehelderd.
Hypocriete solidariteit
Inhoudsopgave
Onmiddellijk na de aanvallen zagen we de slogan Je suis Charlie (“ik ben Charlie”) verschijnen op het web en elders. Een spontane uiting van solidariteit met de slachtoffers van de moorden, ongeacht of degene die het uitte eerder al van de publicatie had gehoord, laat staan bekend was met de inhoud van het magazine. Op 11 januari stroomde Parijs vol met twee miljoen mensen, onder wie 50 regeringsleiders en hooggeplaatste afgevaardigden van over de hele wereld, om de 17 slachtoffers te eren en de ‘waarden van de Franse republiek’ te verdedigen. In totaal stonden 3,7 miljoen mensen op straat, de grootste mobilisatie in Frankrijk sinds de Tweede Wereldoorlog.
In Amsterdam kwamen ook 18.000 mensen op straat en werden in totaal in 34 plaatsen in Nederland bijeenkomsten gehouden. FNV voorzitter Ton Heerts was erbij in Amsterdam en ook verschillende SP-afdelingen riepen op om mee te doen aan plaatselijke bijeenkomsten. In Amsterdam liep een groep van 150 agenten, in uniform, aan kop van de stoet van het Franse consulaat naar de Dam. Korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie verdedigde dit als volgt: ”Het raakt ons allen. Ik beschouw dit als meer dan een aanslag op de journalistiek. Het is een grove aantasting van de vrijheid van meningsuiting en de democratische rechtstaat. Het is onze taak om deze rechtstaat te beschermen”, aldus Bouman. ”Daarom vind ik het vanzelfsprekend dat onze medewerkers vandaag herkenbaar als politie deelnemen aan deze manifestaties.”
Dat dit protest voor de vrijheid van meningsuiting niet echt serieus was, valt op te maken uit het feit dat een man werd opgepakt die, tijdens de minuut stilte, een lied begon te zingen van Hans Teeuwen en wellicht daarmee een wat gevoelige snaar had geraakt…
Communisten wijzen de “Je suis Charlie”-demonstraties in geen geval af. Het massale karakter ervan is een uiting van de natuurlijke afkeer tegen de brutale slachting door reactionaire fanatici. Maar de uitmuntende hypocrisie, zeker in Parijs, zou toch glashelder moeten zijn. Moeten we echt geloven dat de hoge internationale afgevaardigden die in Parijs aanwezig waren hartstochtelijke verdedigers zijn van de vrijheid op meningsuiting en van de “waarden van de Franse republiek”, zoals secularisme? Saoedi-Arabië, Bahrein, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte, Jordanië, Algerije, Mali, Turkije, Rusland, Israël, Hongarije, Griekenland, etc… Het idee is een misselijkmakende grap. Bahrein is Charlie? Een land dat het op een na hoogste aantal journalisten in de gevangenis heeft zitten per hoofd van de bevolking. Qatar is Charlie? Een staat die in november 2012 een levenslange gevangenisstraf heeft uitgesproken over poëet Muhammad ibn al-Dheeb al-Ajami, omdat hij het lef had om een kritisch gedicht publiekelijk voor te lezen die de Tunesische opstand tegen Ben Ali verheerlijkte. Rusland is Charlie, waar de media volledig onder controle is van Vladimir Poetin en waar journalisten en bloggers in de gevangenis worden gegooid voor zulke verachtelijke zaken als het “beledigen van een overheidsfunctionaris” en het “beledigen van een rechter”? Israël is Charlie, waar er een uitgewerkt beleid bestaat tegen Palestijnse journalisten en publicaties?
Het meeste bizarre is wellicht Saoedi-Arabië, die met een afgevaardigde natuurlijk ook Charlie is, zogenaamd de waarde van secularisme verdedigend. Zulk niveau van hypocrisie is nauwelijks te bevatten! Wat het nog erger maakt is hoe de op de vrijdag voor de betoging in Parijs Saoedi-Arabië publiekelijk Raif Badawi had gegeseld voor het opzetten van een Facebook-pagina met de titel Vrije Saoedische Liberalen, welke een ‘belediging’ zou zijn voor de islam. In eerste instantie, in 2013, veroordeeld tot zeven jaar in de gevangenis en 600 zweepslagen voor deze misdaad, werd de uitspraak 1000 zweepslagen, 10 jaar in de gevangenis en een boete van een miljoen riyal (ruim €230 000) in hoger beroep. Na zijn arrestatie vluchtten zijn vrouw en kinderen naar Canada. En zijn advocaat werd afgelopen juli veroordeeld tot 15 jaar nadat deze kritische noten plaatste bij mensenrechtenproblemen in het land. Vol mededogen en ongetwijfeld in de geest van Charlie zal de Saoedische overheid Raif zijn 1000 zweepslagen in porties van 50 per week laten ondergaan…
Hoe kan het toch dat de hoge afgevaardigden niet demonstreerden voor Raif Badawi – Je suis Raif? Feit is dat de VS de monarchie in Saoedi-Arabië vrijwel direct omver kan laten vallen, zou het dat willen, laat staan om Badawi vrij te krijgen. Belangrijker nog is om een kritische blik te werpen op Al Qaida en IS: Wie zorgt voor hun financiën? Dat zijn rijke individuen in Saoedi-Arabië en andere Golfstaten die directe connecties hebben met de elite van deze pro-Westerse dictaturen. Dan is er nog de bredere historische en geopolitieke context. Organisaties zoals Al Qaida en IS kunnen boren in een goudmijn van frustratie en vervreemding, welke direct voortkomt uit decennia van koloniale en imperialistische onderdrukking. Of dat nou de Fransen zijn in Algerije of de Amerikanen in Irak.
Hierom was het een grove fout van de Franse Communistische Partij en andere linkse organisaties, zoals Gauche Révolutionnaire (de Franse afdeling van het Committee for a Workers’ International, Socialistisch Alternatief in Nederland), om onkritisch mee te doen aan de officiële betoging. Het was een verenigd front van de heersende klasse, geen uiting van solidariteit door de arbeidersklasse. Om zout in de wonde te wrijven deden de ‘wereldleiders’ niet eens mee met de mars, vergeet het maar. In plaats hiervan was er een geënsceneerde fotosessie, ver van de feitelijke mars en omringt door beveiliging. Vervolgens werd in de media de foto dusdanig gemanipuleerd dat het leek alsof ze voorop liepen voor de mars. Een volledige Photoshop-‘solidariteit’.
Willen communisten zich kunnen profileren op betogingen als deze, waar burgerlijke ideologie zo dominant is, dan moet dat in de vorm van principiële oppositie. Onze oppositie gaat uit tegen de criminalisering van de minderheden, tegen het uitzenden van troepen naar Noord-Afrika, tegen de sociale ellendige omstandigheden en het uitzichtloos bestaan in de banlieues… Wij zijn daarin een minderheid, zeker op momenten als deze. Maar het is onze taak om politieke helderheid te bieden.
Repressie
Met akelige voorspelbaarheid worden de aanslagen in Parijs nu gebruikt om de vrijheid van meningsuiting en democratische rechten in het algemeen verder in te perken. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld haalt de regering nu wetgeving van stal (die eerder mislukt was om door te voeren) om de geheime diensten de bevoegdheden te geven om miljoenen mensen permanent in de gaten te houden. Niks aan de hand, toch? Premier Cameron vroeg zich vlak na de mars in Parijs retorisch af of we het moeten toestaan om mensen de mogelijkheid te geven om te kunnen communiceren zonder dat de regering het kan lezen. Elke echte democraat zou daar volmondig “ja, natuurlijk!” op antwoorden. Als je bang bent om iets te zeggen of te schrijven omdat de overheid of je baas over je schouders kan meekijken, dan is je recht op vrije meningsuiting zwaar ingeperkt. Desondanks stelt Cameron dat, mocht hij later dit jaar opnieuw gekozen worden in de algemene verkiezingen, hij zich hard maakt op een verbod op encryptie tenzij bedrijven de overheid deze encryptiesleutels levert of dat ze ‘backdoors’ inbouwen…
In Nederland wordt er inmiddels gesteld door de politiebond dat agenten zwaarder bewapend moeten worden, een oproep dat de VVD graag herhaald in de Tweede Kamer. Minister Opstelten wil zover niet gaan en stelt dat, op basis van ‘dreigingsanalyses’, voortdurend wordt bekeken welke eenheden met welke bewapening worden ingezet, met de mogelijkheid om ‘op te schalen’ met zwaardere eenheden. Daarbij zou de ‘operationele slagkracht’ ook moeten worden vergroot met 2000 agenten.
De ‘constructieve oppositiepartijen’, zoals ze tegenwoordig worden genoemd, D’66, ChristenUnie en SGP, die het kabinet in de Eerste Kamer van een meerderheid voorziet, dienden ook motie in om meer geld vrij te maken voor de AIVD. Daarbij moet er ook een reisregister komen van alle Nederlanders en wil de regering ook actieve censuur van jihadistische websites, met de hulp van de internetproviders als het even kan. (Voor de situatie in België vertelt Thomas in zijn artikel meer.)
Als communisten zijn we zeker niet in solidariteit met de Hollande- en Rutte-regeringen, laat staan met monstrositeiten als Saudi-Arabië of Qatar. Voor ons is de strijd voor de vrijheid van meningsuiting en socialisme onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat betekent een actieve oppositie tegen verdere repressie op het thuisfront en solidariteit met de onderdrukte arbeidersbeweging in de Arabische wereld.
Jos Alembic, vrijelijk vertaald vanuit een artikel van Eddie Ford.