Irak staat aan de rand van de maatschappelijke afgrond en westerse imperialistische machten en hun bondgenoten zoeken wanhopig naar een enigszins rationeel antwoord. Wat is er aan de hand en wat zijn de gevolgen voor de regio? Yassamine Mather van Hands Off the People of Iran (HOPI) gaf een interview aan Mark Fischer. Dit interview verscheen eerder op de website van de HOPI campagne.
MF: In tegenstelling tot wat een aantal commentaren in de westerse media en politieke bronnen beweren, is deze situatie niet bepaald uit de lucht komen vallen. Wat is hiervan de achtergrond?
YM: De achtergrond hiervan begint bij de oorlog in Irak van 2003. Dit veranderde fundamenteel de machtsverhouding in de regio. Het verwijderde chirurgisch het reactionaire, doch min of meer seculiere, regime van Saddam Hussein en hielp een sjiitiische regering aan de macht, zij het onder toezicht van de Amerikaanse bezetter.
Die regering was bevriend met Iran. Vanaf het begin werd dit nieuwe regime stevig tegengewerkt door Saoedi-Arabië en de meeste soennitische staten. Er is ook geen twijfel dat het nieuwe Iraakse regime vanaf het begin inzette op sektarische politiek. De huidige situatie is daarom niet verrassend – er was altijd al oppositie tegen deze discriminatie. Die oppositie werd gebruikt door de Islamitische Staat van Irak en de Levant (ISIS), dat los gelieerd is aan al Qaida.
Er is dus niks nieuws onder de zon. De jihadisten die in Syrië vechten zijn heel duidelijk: Ze strijden voor de bevrijding van Syrië en Irak. Het was dus in bepaalde opzichten de vraag wanneer, niet of, ze zouden interveniëren in Irak.
MF: Wat was de houding van Iran tegenover deze situatie?
YM: Het Iraanse regime is duidelijk bezorgd. Niet alleen voor hun eigen veiligheid, ze zijn immers een behoorlijk stuk sterker dan Irak en, in tegenstelling tot Maleki’s regime, zal hun leger niet simpelweg hun wapens laten vallen en wegrennen! Iran is zeer sterk verweven met dit hele drama in Irak: Een hooggeplaatst lid van de Iraanse Revolutionaire Garde is sinds drie weken in het land aanwezig en ik denk niet voor een vakantie. De Iraakse regering is zich pijnlijk bewust van de zwaktes van hun eigen leger en dit lid moet daar nu zijn om de regering te adviseren zodat het leger een ruggengraat krijgt. Op vrijdag 13 juni was er een bevestiging van Iraanse Revolutionaire Gardes die vochten in Irak en vandaag [afgelopen zaterdag, 14 juni – red.] hebben we de Iraanse president horen zeggen dat Iran klaar staat om in te grijpen, mochten de Irakezen daarom vragen!
Sommige van deze opstandelingen zijn nu slechts 40 kilometer van de Iraanse grens actief en het moet Teheran ernstig bezorgd maken, om zo dichtbij een vijand te hebben. En het is een vijand – sommige uitspraken van deze krachten stellen “Irak, Syrië… Dat is kinderspel. Wij gaan de strijd aan met Iran”. Onlangs waren ze in Mosul en Tikrit en een van hun bevelhebbers was zeer duidelijk: “Onze hoofdvijand is Iran”.
Dat gezegd hebbende zou het verkeerd zijn te stellen dat het enkel een sjiitisch/soennitisch conflict zou zijn. Het gaat eigenlijk over de geopolitieke machtsverhoudingen in de regio, de instabiliteit die de oorlog heeft veroorzaakt en ook, dat moeten we ons bewust zijn, de onzekerheid die de Arabische lente heeft geïntroduceerd. De Syrische opstand begon als onderdeel van de Arabische lente, voordat de jihadisten betrokken raakten.
Daarom is het enigszins ironisch dat Iran en de VS dezelfde regering steunen, en staan ze wellicht aan dezelfde kant in een oorlog?
MF: De gehele recente geschiedenis van de regio zit vol met dit soort ironieën. De interventie van de VS eindigde met het creëren van een regering die nauwe banden had met Iran. In het algemeen echter lijkt dit proces zich te ontwikkelen naar meer fragmentatie.
YM: Op voorhand kunnen we echter niet zomaar stellen dat het resultaat fragmentatie zal zijn. De situatie is zeker chaotisch, maar het betekent niet noodzakelijkerwijs dat het zal leiden tot desintegratie. Het zal niet zomaar een burgeroorlog worden wanneer de soennitische rebellen zich terugtrekken uit steden als Mosul, bang voor een mogelijke Iraakse militaire vergelding voor wanneer/als ze deze steden zouden heroveren. Ook is het zo dat de jihadisten bondgenoten vinden in de voormalige Ba’atisten en tribale krachten die zich gekeerd hebben tegen de staat, die zij als sektarisch ervaren. Maar als deze bondgenoten, door hun extremisme, zich vervreemden van de jihadisten – iets wat nu nog niet in te schatten is – zullen we geen duidelijke afscheiding zien langs sektarische lijnen. Natuurlijk zou zo’n afscheiding meer zijn dan enkel fragmentatie, het zou een constante burgeroorlog betekenen.
De situatie is erg gecompliceerd. De jihadisten hebben bijvoorbeeld de Koerden tot nog toe met rust gelaten en de Koerden hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om op te trekken naar de stad Kirkuk, het olierijke hart van Koerdisch Irak. Maar vergis je niet, de jihadisten hebben een absoluut programma om de sharia overal in te voeren.
In dit opzicht hebben de jihadisten meer overeenkomsten met Maleki – het hoofd van de sjiitische staat – dan met de Koerdische regering. Als zij hun macht zouden kunnen consolideren, zouden ze gaan voor de Koerdische regio en ik geloof niet dat ze een sterk Koerdisch verzet zouden tegenkomen. De Koerdische verzetsstrijders zijn moe van de oorlog, ze hebben over de jaren heen in vele conflicten gevochten – het zou voor de jihadisten niet minder een ‘eitje’ zijn dan het in 2003 was voor de Amerikanen.
MF: Wat is de reactie van de Obama-regering? Het lijkt erop dat ze de weg kwijt is. Wat zou ze kunnen doen?
YM: Obama stelde dat alle opties nog open liggen. Dat betekend ook dat luchtaanvallen overwogen worden. Laten we ons herinneren dat de reden dat we in deze situatie zitten gerelateerd is aan de misdaad van de Amerikaanse luchtmacht bij het tapijtbombardement van Fallujah. Het verklaard niet de gehele puinhoop, maar die daad [in 2004 – red.] was het begin van de soennitische opstand. Het kwam immers na de val van het Saddam-regime, en een deel van het verzet was niet jihadistisch of zelfs maar religieus, maar simpelweg tegen de bezetting.
Natuurlijk verkregen de jihadisten momentum bij afwezigheid van grote krachten van linkse of seculiere aard. De acties van de Amerikanen maakten de dingen dus veel erger, het was een belangrijke aanleiding voor de situatie waar Obama nu mee te kampen heeft.
Ik heb een interview met Clinton gezien waarin ze militaire aanvallen uitsluit. In plaats daarvan doet ze de suggestie dat de VS met de Maleki-regering samenwerkt om het leger opnieuw te trainen en ze toe te spitsen op hun taak. Ze stelt dat dat het Iraakse leger zich meer zou moeten disciplineren, minder corrupt zou moeten zijn. Ze lijdt duidelijk aan waanvoorstellingen. Zeker wanneer ze spreekt over corruptie en het lage moreel in het leger is het veel te laat om hier wat aan te doen. Ten eerste, corruptie: Wat het leger nu kent over corruptie heeft ze geleerd van types als Donald Rumsfeld en andere vertegenwoordigers van de Amerikaanse bezettingsmacht. Het Iraakse leger laat zien buitengewoon waardeloos te zijn in de strijd tegen de jihadisten, maar het heeft nog steeds de tijd om burgers te onderdrukken en executeren. Het idee van een ‘heropleiding’ van een dergelijke organisatie, is zoiets als het heropleiden van de maffia.
De ironie zit hem in dat ayatollah Sistani nu de sjiitische bevolking heeft opgeroepen om de wapens op te nemen om zichzelf te verdedigen. Zonder enige vorm van beweging van onderop om, zeg maar, de stedelijke gebieden te verdedigen, kijken we barbarij in de ogen. En die barbarij zal niet geïsoleerd blijven tot Irak; het zal de grens oversteken naar Syrië, Libanon en, op termijn, Iran.
De situatie in Irak heeft, denk ik, de gehele context veranderd voor de onderhandelingen die binnenkort zouden worden gehouden, over het uranium verrijkingsprogramma, als resultaat van zes maanden aan onderhandelingen met het westen. De Verenigde Staten zit nu in een veel onzekerdere situatie, iets wat de Republikeinen sterk benadrukken. Het is denk ik voor ons essentieel om iedereen te blijven herinneren aan het feit dat deze verschrikkelijke situatie niet het gevolg is van het gegeven dat soennieten en sjiieten elkaar niet zouden mogen en ook niet dat Arabieren ervan houden elkaar af te slachten. Het heeft zover kunnen komen doordat westerse politici, zoals Bush en Blair, geen idee hadden wat er aan de hand was in het Midden-Oosten. We hebben deze situatie dankzij het tapijtbombardement in Fallujah. Omdat de Amerikanen steun gaven aan de sektarische sjiitische regering in Bagdad, elk alternatief op Saddam was voor hen destijds een prima optie.
Niks van dit alles is een bagatellisering van de barbaarse daden van de jihadisten, die van een ander tijdperk stammen. Maar het onderstreept wel de correctheid van onze positie die we met de Hands Off the People of Iran hebben over het karakter van het imperialisme en het verzet tegen theocratie, niet enkel in Iran maar ook in Irak. De Maleki-regering wordt door brede lagen van de bevolking gehaat omdat ze wordt gezien als bondgenoot van de religieuze klerken in Teheran. Het is gecompliceerder dan dat, maar er zit een grote kern van waarheid in.
De les die deze verschrikkelijke situatie wederom onderstreept is de noodzaak van hetonverbiddelijke oppositie voeren tegen de imperialistische militaire avonturen, maar ook om erg op te passen met politieke islam in al haar facetten, van gematigd via radicaal naar jihadist. De oplossing ligt niet in nog meer interventie, dus moeten we ons sterk uitspreken tegen interventies van zowel de VS als Iran. Indien de VS en westerse regeringen iets wilden doen tegen de jihadisten, zouden ze logischerwijs hun geldschieters in Saoedi-Arabië en de Perzische Golfstaten moeten aanpakken. Het probleem is dat toen ze tegen Assad vochten het westen min of meer onverschillig stond tegenover dit ‘extremisme’ en de toewijding aan jihadistische politieke islam.
Nu is het misschien te laat.